ECLI:NL:OGEAA:2021:286
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van gehuurde kantoorfaciliteiten en opslagruimtes door IBC EXPRESS N.V. wegens huurachterstand
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben de Aruba vrijgestelde vennootschappen A.V.V. (hierna: eiseres sub 1 en eiseres sub 2) een kort geding aangespannen tegen IBC EXPRESS N.V. (hierna: IBC) wegens huurachterstanden. De eisers vorderden ontruiming van de gehuurde kantoorfaciliteiten en opslagruimtes, omdat IBC in gebreke was gebleven met de huurbetalingen. De procedure begon met een verzoekschrift op 2 maart 2021, gevolgd door verschillende e-mailberichten en een mondelinge behandeling op 7 mei 2021, waarbij IBC niet verscheen. Na het verlenen van verstek, heeft IBC op 7 mei 2021 het verstek gezuiverd en is er een tweede mondelinge behandeling geweest op 18 mei 2021.
De feiten van de zaak tonen aan dat IBC op basis van huurovereenkomsten kantoorfaciliteiten en opslagruimtes huurde van eiseres sub 1 en eiseres sub 2. De huurachterstanden waren aanzienlijk, met bedragen van Afl. 31.911,95 voor de kantoorfaciliteiten en Afl. 11.528,- voor de opslagruimtes. De eisers hebben IBC herhaaldelijk gesommeerd om de achterstallige huur te betalen, maar zonder resultaat. IBC voerde verweer aan, maar dit werd door het Gerecht verworpen.
Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van de eisers bij ontruiming zwaarder weegt dan het belang van IBC om in de gehuurde ruimtes te blijven. Het vonnis beval IBC om binnen vier weken na betekening van het vonnis de gehuurde ruimtes te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden ook aan IBC opgelegd. Het vonnis werd uitgesproken door rechter M.E.B. de Haseth op 9 juni 2021.