In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de verzoekster, een receptioniste, een verzoek ingediend tegen haar werkgever, SANE DEVELOPMENT N.V., met betrekking tot een kennelijk onredelijk ontslag. De verzoekster was sinds 1995 in dienst bij Sane en heeft sinds 2 april 2020 geen werkzaamheden meer verricht. Ze heeft het ontslag betwist en stelt dat het onrechtmatig is, omdat zij nooit heeft aangegeven haar ontslag te willen nemen. De werkgever daarentegen beweert dat de verzoekster zelf heeft aangegeven niet meer te willen werken vanwege de afstand naar het nieuwe kantoor en haar wens om van haar pensioen te genieten.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 2 maart 2021, waar beide partijen aanwezig waren, en verschillende schriftelijke stukken. De verzoekster heeft verzocht om toestemming om kosteloos te procederen en heeft Sane aangeklaagd voor de nietigheid van het ontslag, schadevergoeding en vergoeding voor de niet in acht genomen opzegtermijn. Sane heeft verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van het verzoek.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verzoekster geen bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat het ontslag kennelijk onredelijk was. De rechter heeft vastgesteld dat de verzoekster niet heeft aangetoond dat Sane de arbeidsovereenkomst op 2 april 2020 heeft beëindigd. Hierdoor kon niet worden geconcludeerd dat er sprake was van kennelijk onredelijk ontslag. De vorderingen van de verzoekster zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. De verzoekster kreeg wel toestemming om kosteloos te procederen, maar haar claims werden afgewezen.