ECLI:NL:OGEAA:2021:317
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Meldingsplicht en schorsing van bestuursbesluit in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 juni 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot schorsing van een meldingsplicht opgelegd door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie aan de verzoeker. De verzoeker, een Venezolaanse man die in Aruba verblijft zonder geldige verblijfstitel, had bezwaar gemaakt tegen de meldingsplicht die hem verplichtte zich op bepaalde dagen bij het Bureau Vreemdelingentoezicht te melden. De verzoeker stelde dat deze meldingsplicht in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel en dat het hem belemmerde in zijn levensonderhoud, aangezien het ook een werkverbod inhield. Hij voerde aan dat de vertrekplicht in strijd was met artikel 33, eerste lid, van het Vluchtelingenverdrag.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek tot schorsing van de meldingsplicht niet kon worden toegewezen. De rechter liet in het midden of de bestreden mededeling als een beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) moest worden aangemerkt. De rechter concludeerde dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij schorsing, omdat de meldingsplicht slechts van kracht was tot 16 april 2021 en niet was gebleken dat deze was verlengd. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en stelde dat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.