ECLI:NL:OGEAA:2021:35

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 februari 2021
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
AUA202003183
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod van tenuitvoerlegging en andere vorderingen in kort geding

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres diverse vorderingen ingediend in kort geding. De belangrijkste vordering was om gedaagde te verbieden over te gaan tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis. Deze vordering werd afgewezen omdat eiseres het vonnis hangende deze procedure had nagekomen, waardoor zij geen belang meer had bij de toewijzing. Daarnaast werden andere vorderingen afgewezen omdat eiseres onvoldoende uitleg had gegeven over de grondslagen voor deze vorderingen. Het Gerecht overwoog dat de door de deurwaarder namens de Koning uitgebrachte bevelen niet overeenstemden met het dictum van het vonnis. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 14 januari 2021, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Eiseres, die in persoon verscheen, had een stichting als gemachtigde, maar deze werd niet toegelaten omdat het Gerecht oordeelde dat het ging om een professioneel optredende rechtsbijstandverlener die niet was toegelaten. Het vonnis werd op 4 februari 2021 uitgesproken door rechter A.H.M. van de Leur, die oordeelde dat eiseres in de kosten van de procedure werd veroordeeld, aangezien zij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

vonnis van 4 februari 2021
Behorend bij K.G. no. AUA202003183
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
[EISERES],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
procederend in persoon,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. M.M. Malmberg.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de door [gedaagde] ingezonden producties,
-de door [eiseres] ingezonden gegevensdrager (een USB-stick), houdende geluid- en beeldmateriaal;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van donderdag 14 januari 2021.
1.2 [
eiseres] is in persoon ter zitting verschenen en [gedaagde] is verschenen bij haar gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - [gedaagde] mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
De met [eiseres] als haar (beoogde) gemachtigde ter zitting verschenen stichting “
FOUNDATION FOR THE DEVELOPMENT & PSYCHOSOCIAL EMPOWERMENT” bij monde van de zichzelf activist en mensenrechtenverdediger noemende heer Y.J. Sanchez heeft het Gerecht niet toegelaten om op te treden als gemachtigde van [eiseres], omdat naar het oordeel van het Gerecht sprake is van een professioneel of bedrijfsmatig optredende rechtsbijstandverlener die daartoe niet is toegelaten door het Gemeenschappelijk Hof (zie in dit verband artikel 28a van het Procesreglement). Dit alles klemt temeer omdat aan het mede door [eiseres] ondertekende door voormelde stichting aanvankelijk in het Spaans geredigeerde met behulp van Google Translate of een andere vertaalmachine naar het Nederlands vertaald ingediende verzoekschrift zogezegd geen of weinig touw valt vast te knopen of dat daarvan geen of weinig chocolade valt te maken.
1.4
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Het dictum van het door dit Gerecht tussen partijen op 9 september 2020 gewezen vonnis in kort geding met als zaaknummer AUA202001560 (hierna: het vonnis), waarin met gedaagde wordt bedoeld [eiseres], vermeldt het volgende:

De rechter in dit gerecht:
- veroordeelt gedaagde om binnen vier weken na betekening van deze uitspraak de woning te [adres] te verlaten en te ontruimen met medeneming van alle aan haar toebehorende goederen;
- bepaalt dat voormelde ontruimingstitel niet ten uitvoer mag worden gelegd en niet door gedaagde nageleefd hoeft te worden indien en voor zover er in Aruba van overheidswege in het kader van de volksgezondheid noodvrijheidsbeperkende maatregelen gelden in de zin van ‘shelter in place’ en/of een avondklok (‘toque de keda’);
- compenseert de kosten van de procedure in dier voege dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.”.
Bij dat vonnis is tevens (voorshands) geoordeeld dat [gedaagde] met betrekking tot de in Aruba te [adres] gelegen woning (hierna: de woning) de enige rechthebbende is.
2.3
Bij herstelvonnis van dit Gerecht van 14 oktober 2020 (hierna: het herstelvonnis) is bepaald dat de in het dictum van het vonnis vermelde ontruimingstermijn van 4 weken een kennelijke misslag betreft en het dictum van het vonnis op dat onderdeel als volgt komt te luiden onder handhaving van het vonnis voor het overige:
“-veroordeelt gedaagde om binnen acht weken na betekening van deze uitspraak de woning te [adres] te verlaten en te ontruimen met medeneming van alle aan haar toebehorende goederen;
2.4
Het vonnis is door deurwaarder B.R. Roos bij exploot van 24 september 2020 betekend aan [eiseres]. Dat exploot vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
‘Heden 24 september 2020 heb ik Bernard R. Roos, deurwaarder bij het Gemeenschappelijk Hof, op verzoek van [gedaagde] aan [eiseres] betekend de grosse van een op 9 september 2020 door het Gerecht tussen eiseres [gedaagde] en gedaagde [eiseres] uitgesproken vonnis in kort geding;
1. Om binnen vier weken na heden het pand gelegen te Aruba aan het adres [adres] te ontruimen en te verlaten met medeneming van alle personen en hetgeen zich van zijnentwege aldaar mocht bevinden en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [gedaagde] te stellen;
2. Machtigt [gedaagde] om indien [eiseres] ter zake van vorenstaande in gebreke blijft de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm; voorts
3. Om binnen twee dagen na heden tegen behoorlijk bewijs van betaling aan mij deurwaarder te betalen de kosten van dit exploot ad Afl. 212,25’.
2.5
Het herstelvonnis is door vernoemde deurwaarder bij exploot betekend aan [eiseres] op 28 oktober 2020. Dat exploot vermeldt - zakelijk weergegeven - het volgende:
‘In naam van de Koning bevel gedaan aan [eiseres] en bepalende dat:
Om binnen twee dagen na heden tegen behoorlijk bewijs van betaling aan mij deurwaarder te betalen de kosten van dit exploot ad Afl. 204,25’.
2.6 [
eiseres] is zonder verdere tussenkomst van de deurwaarder of door verdere tussenkomst anderszins het vonnis nagekomen op 5 januari 2021 onder inlevering van de sleutels van de woning bij voornoemde deurwaarder.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert dat het Gerecht - voorzover het uit het vage met obscuur libel doorspekte verzoekschrift begrijpt - bij vonnis:
primair
a. een diepgaand onderzoek gelast naar de procedures die zijn vastgelegd om de moraal en de openbare orde te waarborgen, zoals het onderzoeken van de praktijk van euthanasie welke kan leiden tot een misdaad tegen de menselijkheid;
b. een forensisch instituut gelast de doodsoorzaak vast te stellen van de bij partijen genoegzaam bekende erflater;
c. een onderzoek gelast ter evaluatie van de menselijke omstandigheden van partijen;
d. [gedaagde] verbiedt het vonnis te executeren zolang niet is beslist in het daartegen door [eiseres] ingestelde hoger beroep;
subsidiair, voor het geval de vordering onder d. wordt afgewezen
e. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen een schadevergoeding van
Afl. 75.000,--, zodat [eiseres] zichzelf kan onderhouden en een andere woning kan betrekken;
f. bepaalt dat de woning nadat [eiseres] die heeft ontruimd en verlaten niet door één van partijen mag worden bewoond totdat in het door [eiseres] tegen het vonnis ingestelde hoger beroep onherroepelijk is beslist.
3.2 [
gedaagde] voert verweer dat stekt tot afwijzing van het door [eiseres] verzochte.
3.3
Voorzover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij haar hiervoor onder d., e. en f. vermelde vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen. Zonder nadere doch ontbrekende uitleg valt niet in te zien dat [eiseres] spoedeisend belang heeft bij haar onder a., b. en c. vermelde vorderingen. Die vorderingen zullen reeds daarom worden afgewezen. Daar komt nog bij dat wederom zonder nadere doch ontbrekende uitleg niet valt in te zien dat [eiseres] ter zake van haar rechtsvorderingen onder a., b., en c. enig vorderingsrecht heeft of kan hebben op [gedaagde]. Ook op die grond moeten die vorderingen worden afgewezen.
4.2
De vordering onder c. zal worden afgewezen omdat [eiseres] het vonnis hangende deze procedure is nagekomen en daarom geen belang meer heeft bij toewijzing daarvan.
4.3
De vordering onder d. zal worden afgewezen omdat zonder nadere doch ontbrekende uitleg niet valt in te zien op welke grondslag die vordering toegewezen zou kunnen worden. Dit klemt temeer omdat [eiseres] uit eigen beweging heeft voldaan aan het vonnis, in die zin dat zij niet door de deurwaarder is verwijderd uit de woning.
4.4
De vordering onder e. zal worden afgewezen wederom omdat zonder nadere doch ontbrekende uitleg niet valt in te zien op welke grondslag die vordering toegewezen zou kunnen worden nu het Gerecht bij het vonnis voorshands heeft geoordeeld dat [gedaagde] met betrekking tot de woning de enige rechthebbende is. Indien op enig moment in rechte komt vast te staan dat [eiseres] met betrekking tot de woning de enige rechthebbende is, kan zij de ontruiming daarvan door [gedaagde] verzoeken bij dit Gerecht.
4.5
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [eiseres] bij toewijzing van haar vorderingen ten opzichte van de belangen van [gedaagde] bij afwijzing daarvan.
4.6 [
eiseres] zal, als de in het ongelijk gesteld partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
4.7.1
Ten overvloede wordt met betrekking tot het hiervoor onder 2.4 en 2.5 vermelde deurwaardersexploten ambtshalve het volgende overwogen. Naar het oordeel van het Gerecht voldoen die exploten niet aan de daaraan te stellen eisen. De door betreffende deurwaarder namens de Koning uitgebrachte bevelen stemmen niet overeen met het dictum van het vonnis. [eiseres] is bij het vonnis niet veroordeeld tot medeneming van alle personen die zich van harentwege in de woning bevinden en evenmin is [eiseres] veroordeeld tot afgifte van de sleutels van de woning. Voorts is [eiseres] bij het vonnis niet veroordeeld in de proceskosten, terwijl de deurwaarder de kosten van zijn hiervoor onder 2.4 vermelde exploot ad Afl. 212,25 (zijnde proceskosten in de zin van nakosten) evenwel zonder recht of titel in rekening heeft gebracht aan [eiseres]. Indien en voorzover [eiseres] dat bedrag heeft betaald aan de deurwaarder, dient hij dat op grond van onverschuldigde betaling onmiddellijk te restitueren aan [eiseres]. Verder heeft de deurwaarder in zijn bevel namens de Koning nagelaten te vermelden dat, zoals bepaald bij het vonnis, de door [gedaagde] verkregen ontruimingstitel niet ten uitvoer mag worden gelegd en niet door [eiseres] nageleefd hoeft te worden indien en voor zover er in Aruba van overheidswege in het kader van de volksgezondheid noodvrijheidsbeperkende maatregelen gelden in de zin van ‘shelter in place’ en/of een avondklok (‘toque de keda’). Tot slot heeft de deurwaarder de kosten van het hiervoor onder 2.5 vermelde exploot ad. Afl. 204,25 ook zonder recht of titel in rekening gebracht aan [eiseres]. Indien en voorzover [eiseres] ook dat bedrag heeft betaald aan de deurwaarder, dient hij dat op grond van onverschuldigde betaling eveneens onmiddellijk aan haar te restitueren.
4.7.2
Het hiervoor omschreven doen en nalaten door bedoelde deurwaarder in strijd met het dictum van het vonnis in verbinding met dat van het herstelvonnis valt als kwalijk te kwalificeren. Een redelijk bekwaam en redelijk handelend deurwaarder brengt dergelijke niet met de dicta van de onderliggende vonnissen overeenstemmende exploten niet uit.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door [eiseres] verzochte;
-veroordeelt het [eiseres] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op donderdag 4 februari 2021.