ECLI:NL:OGEAA:2021:350

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 april 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2021
Zaaknummer
144 en 539 van 2020
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzetheling en medeplegen van diefstal met geweld en bedreiging met geweld

In de zaak met parketnummer P-2019/017478 is de verdachte beschuldigd van opzetheling en in de zaak met parketnummer P-2020/07514 van diefstal met geweld. De feiten vonden plaats in Aruba, waarbij de verdachte op 8 december 2019 en 2 december 2019 betrokken was bij meerdere diefstallen, waaronder het stelen van alcohol, televisies, en andere waardevolle goederen uit woningen. De verdachte en zijn mededaders hebben daarbij geweld gebruikt en bedreigingen geuit tegen de slachtoffers. Tijdens de rechtszitting op 17 maart 2021 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van vier jaar geëist, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor de meeste tenlasteleggingen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen in de zaak met parketnummer P-2019/017478, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Echter, het Gerecht heeft wel bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer P-2020/07514. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest, en een deel van de straf is voorwaardelijk opgelegd. Het Gerecht heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de rechthebbenden gelast en de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen.

Uitspraak

Parketnummers: P-2019/017478 en P-2020/07514
Zaaknummers: 144 en 539 van 2020
Uitspraak: 7 april 2021 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
1.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 maart 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E.A.Th. Kuster, advocaat in Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2019/017478 hebben de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. R.J. Wildeman, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht in de zaak met parketnummer P-2020/07514 het ten laste gelegde bewezen zal verklaren, in de zaak met parketnummer P-2019/017478 het ten laste gelegde onder 1 subsidiair en onder 2 primair ook bewezen verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting vrijspraak gevorderd van hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer P-2019/017478 onder 1 primair is ten laste gelegd.
Haar vordering behelst voorts:
- de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in hetgeen zij heeft gevorderd;
- de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]tot een bedrag van Afl. 2.274,58, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd en
- de opheffing van de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer P-2019/017478.
De raadsvrouw heeft in de zaak met parketnummer P-2019/017478 bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde.
De raadsvrouw heeft verder een strafmaatverweer gevoerd.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer P-2019/017478
1. hij op of omstreeks 8 december 2019 in Aruba, in/uit een woning en/of op een bij een woning behorend erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk in die woning/op dat erf, in gebruik bij [benadeelde partij 1], vertoefde(n) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening onder meer heeft weggenomen
- een of meer flessen alcohol en/of
- een televisie en/of
- een PlayStation PS4 en/of
- een mobiele telefoon en/of
- een tas met inhoud en/of
- een zwarte laptop en/of
- een of meer juwelen,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of valse sleutel(s) welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] met een houten pronkstuk tegen het gezicht heeft/hebben geslagen;
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
hij in of omstreeks de periode van 8 december 2019 tot en met 16 december 2019 in Aruba, meermalen, althans eenmaal, een CMB bankpas en/of Do It Rewards Club kaart ten name van [benadeelde partij 1] heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2. hij op of omstreeks 2 december 2019 in Aruba, in/uit een woning of op een bij een woning behorend besloten erf, te weten Papilon 89-B, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk in die woning/op dat erf, in gebruik bij M. van Vliet, vertoefde(n) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen
- een of meer televisies en/of
- een of meer airco’s en/of
- een gitaar,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die van Vliet, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of valse sleutel(s);
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2019 tot en met 20 december 2019 te Aruba, meermalen, althans eenmaal, een gitaarhoes en/of een gitaarband heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
In de zaak met parketnummer P-2020/07514
hij op of omstreeks 12 augustus 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening onder meer heeft weggenomen een kasregister inhoudende ongeveer tussen Afl. 500,-- en Afl. 1.000,--, althans een hoeveelheid geld, en/of een (of meer) fles(sen) alcoholhoudende dranken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Y. Wu, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen Y. Wu en S. Wu, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld onder meer hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- met bedekt(e) gezicht(en) en/of donker gekleed en/of voorzien van een (of meer) mes(sen) en/of een (of meer) kapmes(sen), Y. Wu met die mes(sen) en/of kapmes(sen) hebben bedreigd en/of (vervolgens)
- met bedekt(e) gezicht(en) en/of donker gekleed en/of voorzien van een (of meer) mes(sen) en/of een (of meer) kapmes(sen) Dior minimarket is/zijn binnengegaan en tegen die S. Wu heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: “e luga ta bashi, esaki ta un atraco” en/of “nami tur bo plaka”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens)
- met die S. Wu heeft/hebben geworsteld en/of die S. Wu met een mes bij haar duim gesneden.

3 Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4.
Vrijspraak van het in de zaak met parketnummer P-2019/017478 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is het Gerecht van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer P-2019/017478 onder 1 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het Gerecht is van oordeel dat het bewijs ook tekort schiet om te kunnen vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in de zaak met parketnummer P-2019/017478 onder 2 ten laste gelegde. Het Gerecht overweegt daartoe als volgt.
Blijkens de aangeefster van Vliet hebben inbrekers op 2 december 2019 twee flatscreens van het merk Samsung “43, twee split unit airco’s van het merk Boreal (die in hun doos zaten) en een gitaar (die in een gitaarhoes zat) uit haar woning gelegen te Papilon 89 B weggenomen. In de mobiele telefoon van de verdachte is een “chat” aangetroffen, waarin hij op 4 december 2019 een split unit airco van het merk Boreal te koop aanbood met versturing van een foto van die airco die in een doos zat. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat die airco aan de medeverdachte Forbes toebehoort en is verkocht. De medeverdachte Forbes heeft ontkend iets met die airco te maken te hebben. Op 20 december 2019 is achter de woning waar de medeverdachte Forbes vroeger woonde een gitaarhoes en een gitaarband aangetroffen, die door de aangeefster zijn herkend als zijnde voorwerpen die op 2 december 2019 uit haar woning zijn weggenomen. De verdachte en de medeverdachte hebben ontkend iets te weten over de aangetroffen gitaarhoes en gitaarband.
Alhoewel de situatie te denken geeft, is het Gerecht van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken.

5 Bewezenverklaring

Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met parketnummer P-2019/017478 onder 1 subsidiair en in de zaak met parketnummer P-2020/07514 is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer P-2019/017478
hij in
of omstreeksde periode van 8 december 2019 tot en met 16 december 2019 in Aruba
, meermalen, althans eenmaal,een CMB bankpas en
/ofDo It Rewards Club kaart ten name van [benadeelde partij 1] heeft verworven en
/ofvoorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven en
/ofhet voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist of begreep
, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof;
In de zaak met parketnummer P-2020/07514
dat hij op
of omstreeks12 augustus 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
onder meerheeft weggenomen een kasregister inhoudende
ongeveer tussen Afl. 500,-- en Afl. 1.000,--, althanseen hoeveelheid geld
,en
/of een (ofmeer
)fles
(sen
)alcoholhoudende dranken
, in elk geval enig(e) goed(eren),geheel
of ten deletoebehorende aan Y. Wu,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen Y. Wu en
/ofS. Wu, gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld
onder meerhierin bestond dat hij, verdachte, en/of
(een van)zijn mededader
(s
):
- met bedekt
(e)gezicht
(en)en
/ofdonker gekleed en
/ofvoorzien van een
(of meer) mes(sen) en/of een (of meer)kapmes
(sen),Y. Wu met
datdie mes(sen) en/ofkapmes
(sen)heefthebbenbedreigd en
/of (vervolgens)
- met bedekt
(e
)gezicht
(en
)en
/ofdonker gekleed en
/ofvoorzien van
een (of meer)mes
(sen
)en
/ofeen
(of meer)kapmes
(sen)Dior minimarket
is/zijn binnengegaan en tegen die S. Wu
heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: “e luga ta bashi, esaki ta un atraco” en
/of“nami tur bo plaka”,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking,en
/of (vervolgens
)
- met die S. Wu
heeft/hebben geworsteld en
/ofdie S. Wu met een mes bij haar duim
hebbengesneden.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

6 Bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.

7 Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2019/017478
Feit 1 subsidiair:
Opzetheling
strafbaar gesteld bij artikel 2:397, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2020/07514
Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291, eerste lid, juncto artikel 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

8 Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

9 Oplegging van straf en maatregel

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft samen met zijn mededaders een gewapende overval gepleegd op een supermarkt. Dit feit moet voor de slachtoffers een angstige en schokkende ervaring zijn geweest. Slachtoffers van dergelijke feiten kunnen nog langdurig de (psychische) gevolgen hiervan ondervinden. Verder veroorzaken feiten zoals deze niet alleen gevoelens van angst bij de directe slachtoffers, maar versterken zij ook de gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan opzetheling. Helinghandelingen vormen een stimulans voor het plegen van vermogensdelicten en door dit soort activiteiten wordt een afzetmarkt voor gestolen goederen in stand gehouden.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
In het voordeel van de verdachte houdt het Gerecht rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en het feit dat de verdachte nooit eerder voor het plegen van strafbare feiten is veroordeeld.
Het Gerecht houdt ook rekening met verdachtes processuele houding waaruit blijkt dat hij geen inzicht heeft in de ernst van het gepleegde feit.
Niet gebleken is dat sprake zou zijn van detentieongeschiktheid van de verdachte in verband met psychische problemen.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van na te noemen duur straf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Het Gerecht zal een deel van deze straf voorwaardelijk opleggen teneinde de verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan een misdrijf schuldig te maken.

10.Voorlopige hechtenis

In de zaak met parketnummer P-2019/017478
Verdachte heeft in de zaak met parketnummer P-2019/017478 van 16 december 2019 tot 3 april 2020 in voorarrest verbleven. Met ingang van laatstgenoemde datum is de voorlopige hechtenis onder voorwaarden geschorst. Gelet op bovenstaande strafmaatoverwegingen dient het maatschappelijk belang ter zake van deze beslissing te prevaleren boven de persoonlijke belangen van de verdachte. Het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis wordt daarom opgeheven.

11.In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
In de zaak met parketnummer P-2019/017478
Teruggave aan rechthebbende
A. De in beslag genomen en nog niet teruggegeven zwarte flatscreen televisietoestel van het merk LG (+/- 32” groot) zal worden teruggegeven aan de rechthebbende.
B. De in beslag genomen en nog niet teruggegeven CMB bankpas en Do It Rewards Club Kaart ten name van [benadeelde partij 1] zal worden teruggegeven aan [benadeelde partij 1], zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
C. De in beslag genomen en nog niet teruggegeven gitaarhoes en gitaarband zal worden teruggegeven aan M. van Vliet, zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Teruggave aan de verdachte
D. De onder de verdachte in beslag genomen heuptas inhoudende een bruinkleurige money clip/portemonnee van het merk Guess, auto van het merk Nissan Sentra en mobiele telefoons behoren toe aan de verdachte. Het Gerecht zal de teruggave daarvan aan de verdachte gelasten, nu deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
In de zaak met parketnummer P-2020/07514
Niet in staat te beslissen
E. Het Gerecht acht zich niet in staat te beslissen omtrent de onder de verdachte in beslag genomen marihuana gelijkende plantjes.
Artikel 397, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering van Aruba bepaalt dat het Gerecht de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen gelast voor zover deze niet worden verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer, tenzij het Gerecht verklaart tot het afgeven van een zodanige last niet in staat te zijn.
Het Gerecht overweegt dat daarvan in dit geval sprake is.
Weliswaar wordt de verdachte wegens een strafbaar feit veroordeeld, maar de in beslag genomen marihuana gelijkende plantjes hebben met dat feit geen relatie en kunnen evenmin dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan. Daarom kunnen de marihuana gelijkende plantjes niet worden verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer.
Aangezien de verdachte niet gerechtigd is om deze voorwerpen voorhanden te hebben, zou teruggave daarvan een strafbaar feit opleveren. Gelet daarop zal het Gerecht op dit punt geen beslissing nemen en verklaren dat het tot het geven van een last tot teruggave niet in staat is.

12.Schadevergoeding

Nu het Gerecht in de zaak met parketnummer P-2019/017478 de verdachte zal vrijspreken van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde handelen ten gevolge waarvan de gestelde schade zou zijn veroorzaakt, kunnen de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]niet in hun vordering worden ontvangen.

13.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:22 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met parketnummer P-2019/017478 onder 1 primair en 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer P-2019/017478 subsidiair en in de zaak met parketnummer P-2020/07514 ten laste gelegde, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
vier (4) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot
één (1) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Aruba, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, ook als dat inhoudt het volgen van psychologische dan wel psychiatrische behandeling;
gelast de teruggave van het in rubriek 11A genoemd voorwerp aan de rechthebbende;
gelast de teruggave van de in rubriek 11B genoemde voorwerpen aan [benadeelde partij 1];
gelast de teruggave van de in rubriek 11C genoemde voorwerpen aan M. van Vliet;
gelast de teruggave van de in rubriek 11D genoemde voorwerpen aan de verdachte;
verklaart ten aanzien van de in rubriek 11E genoemde voorwerpen, die niet voor verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer vatbaar zijn, dat het Gerecht tot het geven van een last tot teruggave niet in staat is;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mw. M. V. Alvarez, (zittingsgriffier), en op 7 april 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier: