ECLI:NL:OGEAA:2021:36

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
AUA201901040
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om gezamenlijk gezag en omgangsregeling tussen ouders van minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 9 februari 2021 een beschikking gegeven in een geschil tussen de vader en de moeder van een minderjarige, geboren in 2015. De vader, vertegenwoordigd door mr. S.O.R.'G. Faarup, heeft verzocht om gezamenlijk gezag over hun kind, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door mr. G.L. Griffith, zich hiertegen verzet. De procedure is voortgekomen uit eerdere rechtszittingen, waaronder een mondelinge behandeling op 15 september 2020, waar beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De Voogdijraad heeft ook een rapport uitgebracht over de situatie van het kind.

Het gerecht heeft overwogen dat gezamenlijk gezag in dit geval niet in het belang van het kind is, gezien de ernstige communicatieproblemen en spanningen tussen de ouders. Het gerecht concludeert dat de ouders niet in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over de verzorging en opvoeding van hun kind, wat leidt tot de afwijzing van het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag.

Daarnaast heeft de Voogdijraad een omgangsregeling voorgesteld, die door het gerecht is vastgesteld. De omgangsregeling houdt in dat de vader de minderjarige op bepaalde tijden en dagen bij de opvang ophaalt en terugbrengt naar de moeder. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela, ter zitting van 9 februari 2021.

Uitspraak

Beschikking van 9 februari 2021
behorend bij EJ nr. AUA201901040
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. S.O.R.’G. Faarup,
tegen
[Verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith.
Belanghebbende:
[Belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2015 in Aruba,
de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 11 februari 2020. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de mondelinge behandeling ter zitting van 15 september 2020, waar zijn verschenen de partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden. Ter zitting was tevens aanwezig, namens de Voogdijraad, mevrouw [X].
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Ouderlijk gezag

2.1
Het gerecht overweegt dat slechts in uitzonderingsgevallen kan worden aangenomen dat het belang van het kind vereist dat een van de ouders met het gezag wordt belast, zoals met name indien de (communicatie)problemen tussen de ouders zodanig ernstig zijn dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind bij gezamenlijk gezag van de ouders klem of verloren raakt tussen de ouders en niet te verwachten valt dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt.
2.2
Gelet op het rapport van de Voogdijraad en op hetgeen partijen ter zitting over en weer hebben aangevoerd, is het gerecht van oordeel dat partijen niet in staat zijn tot een gezamenlijke gezagsuitoefening. Immers, het ontbreken van communicatie, alsmede de nog steeds bestaande spanningen tussen partijen, maken het nemen van beslissingen betreffende de minderjarige en het maken van afspraken over zijn verzorging en opvoeding onmogelijk. De communicatie problemen tussen de ouders zijn zodanig ernstig dat er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders indien zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen. Nu deze situatie al zo lang duurt, is niet te verwachten dat hierin nog verbetering zal komen.
2.3
Nu het gerecht een gezamenlijke gezagsuitoefening in het belang van de minderjarige niet wenselijk oordeelt, zal het gerecht het verzoek van de vader afwijzen.
Omgang
2.4
De Voogdijraad heeft in zijn rapport een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige voorgesteld.
2.5
Het gerecht zal, gelet op het verhandelde ter zitting, in het belang van de minderjarige de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige vaststellen als hieronder aangegeven.
2.6
Het staat partijen vrij onderling afwijkende afspraken te maken over de omgangsregeling en behoren dat in sommige gevallen zelfs te doen. Zo spreekt het vanzelf dat de minderjarige op de verjaardag van de vader en Vaderdag bij de vader is en op de verjaardag van de moeder en Moederdag bij de moeder, en dat de ouders wanneer nodig ruilen om dat te bereiken.
2.7
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
  • elke dinsdag en donderdag vanaf vrijdag 17.00 uur tot 18.30 uur, waarbij de vader de minderjarige bij de opvang ophaalt en terugbrengt bij de moeder op de parkeerplaats van het Postkantoor,
  • om het weekend vanaf vrijdag 17.00 uur tot zondag 18.30 uur, waarbij de vader de minderjarige bij de opvang ophaalt en terugbrengt bij de moeder op de parkeerplaats van het Postkantoor,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 9 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.