ECLI:NL:OGEAA:2021:37

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
AUA201903214
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijk gezag en omgangsregeling voor minderjarige in familiezaken

In de zaak tussen de vader, vertegenwoordigd door mr. G.L. Griffith, en de moeder, vertegenwoordigd door mr. M.M. Malmberg, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot gezamenlijk gezag en omgangsregeling voor hun minderjarige kind, geboren in 2016. De procedure volgde op eerdere beslissingen en rapporten van de Voogdijraad, die op 7 juli 2020 een rapport indiende en op 15 september 2020 een mondelinge behandeling plaatsvond. De Voogdijraad concludeerde dat de communicatie tussen de ouders redelijk verloopt en dat gezamenlijk gezag in het belang van de minderjarige is. Het gerecht oordeelde dat er geen onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders en dat beide ouders in staat zijn om de minderjarige op te voeden en te verzorgen. De beschikking omvatte ook een omgangsregeling, waarbij de vader en de minderjarige op specifieke dagen en tijden samen zijn, en de ouders de vrijheid hebben om onderling afspraken te maken over de omgang. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 9 februari 2021
behorend bij EJ nr. AUA201903214
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen
[Verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbende:
[Belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2016 in Aruba,
de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 21 januari 2020. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 7 juli 2020,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 15 september 2020, waar zijn verschenen de partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden. Ter zitting was tevens aanwezig, namens de Voogdijraad, mevrouw [X].
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Volgens de Voogdijraad verloopt de communicatie tussen de ouders al een korte tijd redelijk echter dienen ze nog verder hieraan te werken. Verder is gebleken dat ouders in uiterste geval minimale communicatie kunnen hebben omtrent de minderjarige en deze al een tijd redelijk verloopt waardoor de minderjarige niet klem of verloren raakt indien de ouders het gezag gezamenlijk zouden uitoefenen. Derhalve acht de Voogdijraad het in het belang van de minderjarige wenselijk dat beide ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige uitoefenen.
2.2
Het gerecht is, gelet op het verhandelde ter zitting en het rapport van de Voogdijraad, van oordeel dat niet gebleken is dat er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren zal raken tussen de ouders in het geval van gezamenlijk ouderlijk gezag, dan wel dat eenhoofdig gezag van de moeder anderszins noodzakelijk is in het belang van de minderjarige. Daartoe heeft de moeder haar stellingen onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd. Daarbij neemt het gerecht in overweging dat partijen genoegzaam met elkaar communiceren. Gelet op het rapport van de Voogdijraad en hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd, acht het gerecht partijen geschikt en in staat de minderjarige naar behoren te verzorgen en op te voeden. Voorts worden zij in staat geacht om zodanig met elkaar te communiceren dat zij tot onderlinge afspraken kunnen komen over de situaties die zich rond de minderjarige kunnen voordoen. Van partijen mag verwacht worden dat zij zich daarvoor zullen inzetten en het gerecht acht hen daartoe in staat. Onder deze omstandigheden is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarige is dat beide ouders worden belast met het gezag over hem.
Omgang
2.3
De Voogdijraad heeft in zijn rapport een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige voorgesteld.
2.4
Het gerecht, zal gelet op het verhandelde ter zitting en het rapport van de Voogdijraad, in het belang van de minderjarige de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige vaststellen als hieronder vermeld.
2.5
Het staat partijen vrij onderling afwijkende afspraken te maken over de omgangsregeling en behoren dat in sommige gevallen zelfs te doen. Zo spreekt het vanzelf dat de minderjarige op de verjaardag van de vader en Vaderdag bij de vader is en op de verjaardag van de moeder en Moederdag bij de moeder, en dat de ouders wanneer nodig ruilen om dat te bereiken.
2.6
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat de vader, [Verzoeker], voortaan gezamenlijk met de moeder, [Verweerster], het gezag over [Belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2016 in Aruba, zal uitoefenen,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
week 1 (ook tijdens de schoolvakanties)
- op maandag en woensdag vanaf 17.00 uur tot 19.30 uur, waarbij de vader de minderjarige ophaalt en terugbrengt bij de moeder, ook tijdens de schoolvakanties,
- op vrijdag van 17.00 uur tot en met zondag 17.00 uur, waarbij de vader de minderjarige ophaalt en terugbrengt bij de moeder,
week 2 (ook tijdens de schoolvakanties)
- op dinsdag en donderdag vanaf 17.00 uur tot 19.30 uur, waarbij de vader de minderjarige ophaalt en terugbrengt bij de moeder,
- Kerst- en Nieuwjaarsviering: om en om, te beginnen met Kerst dit jaar bij de moeder;
- weekeinde van Vaderdag, vanaf vrijdag na school tot en met maandag;
- op verjaardag van de minderjarige, om en om, in onderling overleg;
- op de verjaardag van de vader;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 9 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.