In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek van [verzoeker] tegen zijn werkgever, LOVERS INDUSTRIAL CORPORATION ARUBA N.V., inzake de nietigheid van zijn ontslag op staande voet. [Verzoeker] was sinds 22 september 2015 in dienst als Senior Route Salesman en ontving op 12 april 2018 een ontslagbrief van zijn werkgever. In deze brief werd gesteld dat [verzoeker] zijn werkzaamheden niet naar behoren had uitgevoerd, wat leidde tot het verlies van vertrouwen van de werkgever.
De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker], waarin hij vroeg om de nietigheid van het ontslag te verklaren en om doorbetaling van zijn loon. LOVERS voerde verweer en stelde dat het ontslag op goede gronden was gegeven. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 november 2018 en 10 december 2018 werd de zaak uitvoerig besproken, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten.
Het Gerecht oordeelde dat er voldoende gronden waren voor het ontslag op staande voet, gezien de ernstige verwijtbaarheid van [verzoeker] in zijn functie. De rechter concludeerde dat LOVERS terecht had gesteld dat [verzoeker] zijn verplichtingen niet was nagekomen, wat leidde tot de beslissing om het verzoek van [verzoeker] af te wijzen. Tevens werd [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten, die tot aan de uitspraak op Afl. 1.250,-- werden begroot.