ECLI:NL:OGEAA:2021:387
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevel tot uitzetting van een Venezolaanse verzoeker in het kader van de Landsverordening administratieve rechtspraak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan op een verzoek van een Venezolaanse verzoeker, die in Aruba verblijft zonder geldige verblijfstitel. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een bevel tot uitzetting dat op 19 juni 2021 door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie was gegeven. Dit bevel was gebaseerd op het feit dat de verzoeker sinds 15 november 2016 illegaal in Aruba verbleef en dat zijn asielverzoek op 29 mei 2018 was afgewezen. De verzoeker vorderde schorsing van het bevel tot uitzetting, omdat hij vreesde voor vervolging bij terugkeer naar Venezuela. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen grond was voor schorsing van het bevel, aangezien de verzoeker geen geldige verblijfstitel had en de afwijzing van zijn asielverzoek in rechte vaststond. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met de overweging dat de verzoeker in de bezwaarprocedure tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag zijn vrees voor vervolging kan aanvoeren. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.