3.2Het verzoek strekt tot schorsing van het bevelschrift tot uitzetting. Aan dit verzoek heeft verzoekster ten grondslag gelegd:
- dat het bevelschrift tot uitzetting niet zorgvuldig is voorbereid;
- dat verweerder niet de uitzetting van verzoekster heeft bevolen, doch slechts de inbewaringstelling met ingangsdatum: 15 juli 2021 om 08.00 uur;
- dat het bevelschrift tot uitzetting juridische grondslag mist;
- dat zij sinds 22 september 2017 gehuwd is met [echtgenoot], die in het bezit is van een ‘firma liber’;
- dat zij samen met haar echtgenoot op het adres [adres], in Aruba, staan ingeschreven;
- dat zij tussen 2015-2016 geen verblijfsvergunning heeft aangevraagd, daar zij om de drie maanden naar Venezuela terugkeerde en alzo het toelatingsbeleid van destijds niet overtrad;
- dat haar echtgenoot thans aan (prostaat) kanker lijdt en hij de zorgen van haar nodig heeft;
- dat verweerder in strijd handelt met het evenredigheidsbeginsel om haar op dit moment uit te zetten, althans in ieder geval om haar in bewaring te stellen.
Ter zitting heeft verzoekster aangevoerd:
- dat zij meer dan 26 jaar in Aruba woont;
- dat zij haar straf al heeft uitgezeten;
- dat zij niet naar Venezuela kan terugkeren vanwege de situatie aldaar; en
- dat zij samen met haar man het familieleven in Aruba wil voortzetten.
4. Voor het schorsen van de bestreden beschikking en/of het treffen van een voorlopige voorziening is aanleiding indien een aanmerkelijke kans bestaat dat de bestreden beschikking in bezwaar geen stand zal houden. Bij de beoordeling neemt de voorzieningenrechter het volgende in aanmerking.