3.1 [eiseressen] verzoeken dat het gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) [gedaagde] veroordeelt om aan gedaagde sub 1 te betalen het bedrag van Afl. 11.343,28 ten titel van voorschot, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
b) [gedaagde] veroordeelt om aan gedaagde sub 2 te betalen het bedrag van Afl. 11.343,28 ten titel van voorschot, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
c) [gedaagde] veroordeelt om binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan [eiseressen] te verstrekken:
- c1. een overzicht van de aard en de omvang van de sierraden;
- c2. het verloop van de gelden die [overledene] heeft ontvangen uit hoofde van de nalatenschap van zijn vader wijlen [naam overledene], o.a. blijkende uit de vaststellingsovereenkomsten uit december 2014 en 2 september 2016;
- c3. een overzicht van alle onroerende zaken van [gedaagde] en [overledene], met bijbehorende taxatierapporten, waarin [overledene] (tevens) een bedrag van Afl. 100.000,00 heeft geïnvesteerd;
- c4. een waardebepaling van de Honda SUV auto per 7 maart 2018, welke auto nog steeds in het bezit van [gedaagde] is;
- c5. een kopie van de koopovereenkomst met een verantwoording van de koopsom van een aan eiseres sub 1 in eigendom toebehorende auto, merk Toyota, type Solara cabrio, welke [overledene] destijds voor eiseres sub 1 als geschenk heeft gekocht voor Afl. 15.000,00 en welke auto [gedaagde] na het overlijden van [overledene] heeft verkocht aan mevrouw Karina Bennet;
- c6. een complete uitdraai van de nationale en internationale bankafschriften van alle door erflater en gedaagde aangehouden bankrekeningen met betrekking tot de periode 7 maart 2013 tot 7 maart 2017;
- c7. de (onbewerkte) afschriften van alle door de erflater en gedaagde aangehouden bankrekeningen waaruit het saldo op het moment van overlijden blijkt;
- c8. de volledige en onbewerkte IB-aangiften van erflater en gedaagde met betrekking tot de periode 2014 – 2017 en de volledige en onbewerkte aangifte IB over 2018;
- c9. afschriften van na het overlijden waaruit blijkt van schulden van de nalatenschap, maar ook eventueel nagekomen baten van de nalatenschap;
- c10. bewijs stand hypotheek onroerende zaken op datum overlijden.
d) bepaalt dat - indien en voorzover [gedaagde] de gevraagde gegevens niet (meer) tot haar beschikking zou hebben – gedaagde die gegevens binnen twee weken na dit vonnis dient op te vragen en ter beschikking dient te stellen, althans haar medewerking dient te verlenen aan het opvragen van de gegevens;
e) bepaalt dat, indien het maximum aan dwangsommen is verbeurd, [eiseressen] zijn gemachtigd om de betreffende gegevens namens gedaagde bij de diverse instellingen op te vragen;
f) het gevorderde onder c. en/of d. op verbeurte van een eenmalige dwangsom van Afl. 5.000 en een dwangsom van Afl. 2.500,00 per dag dat iedere overtreding voortduurt, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom;
g) subsidiair een beslissing neemt die het gerecht in goede justitie vermeent te behoren;
h) met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding.