Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
Confidentiality and Non-Compete Agreement” (hierna: het non-concurrentiebeding). In dat non-concurrentiebeding, waarin met “
Employee” wordt bedoeld [gedaagde] en met “
Company” ABC, staat onder meer het volgende geschreven:
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
operations” van ABC en/of haar cliënten. Die stellingen heeft ABC niet of onvoldoende bestreden waardoor ze vast komen te staan. Verder heeft [gedaagde] met stukken onderbouwd gesteld dat hij reeds over vaardigheden met betrekking tot “Safety Procedures” en EHBO (inclusief AED) beschikte voordat hij in dienst trad van ABC, en dat hij wat onder meer dat betreft – anders dan ABC stelt – niets heeft kunnen en niets hoefde te leren bij ABC. Ook die stelling heeft ABC niet of onvoldoende bestreden, waardoor ook die vast komt te staan. Verder oordeelt het Gerecht het mede in het licht van de door partijen opgeworpen stellingen voorshands aannemelijk dat (1) niet valt te verwachten dat partijen nog op vruchtbare wijze kunnen samenwerken, en (2) dat in verband met de nog steeds en alsmaar aanhoudende coronapandemie vaste banen als die van [gedaagde] bij Fofoti Tours in Aruba niet bepaald voor het oprapen liggen. In het licht van dit alles volgt het Gerecht [gedaagde] voorshands in zijn standpunt dat hij door het non-concurrentiebeding in verhouding tot het te beschermen belang van ABC onbillijk wordt benadeeld.