ECLI:NL:OGEAA:2021:433

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202101655
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van het Land Aruba voor schade door ongeval tijdens brandweer open dag

In deze zaak heeft eiseres, die op 13 oktober 2019 deelnam aan een open dag van de brandweer in Aruba, een ongeval gehad tijdens het gebruik van een tokkelbaan. Na het gebruik van de tokkelbaan viel eiseres doordat haar voet in een opening van de landingsplaats terechtkwam, wat leidde tot ernstige verwondingen aan haar linkerbeen. Eiseres heeft als gevolg van het ongeval meerdere operaties ondergaan en lijdt aan blijvende schade. In kort geding vorderde zij een voorschot op schadevergoeding van het Land Aruba, dat als gedaagde partij werd aangesproken voor de onrechtmatige daad. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelde dat het Land aansprakelijk was voor de geleden schade, omdat het naliet om de landingsplaats van de tokkelbaan veilig in te richten. Het Gerecht kende eiseres een voorschot van Afl. 25.000 toe, evenals een veroordeling van het Land in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de organisatie voor de veiligheid van activiteiten die zij aanbiedt aan het publiek.

Uitspraak

Vonnis van 8 september 2021
Behorend bij K.G. nr. AUA202101655
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 18 juni 2021;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 29 juli 2021.
1.2 [
eiseres] is ter zitting verschenen samen met mr. D.L. Emerencia, occuperende voor haar gemachtigde. Het Land is verschenen bij zijn gemachtigde samen met mr. Y. Kaarsbaan. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitnota, die van [eiseres] voorzien van nadere toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Bij aanvang van de zitting heeft [eiseres] een tijdig aangekondigde akte houdende wijziging van eis net producties gediend, tegen welke wijziging en producties het Land geen bezwaar heeft gemaakt.
1.4
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Op 13 oktober 2019 heeft [eiseres] samen met haar partner en diens kinderen de jaarlijks terugkerende open dag van de brandweer te [naam plaats] bezocht. Gedurende die dag waren er diverse activiteiten ten behoeve van het publiek, waaronder begrepen een zogeheten zip-line (hierna: de tokkelbaan).
2.3
Samen met haar neefje heeft [eiseres] in een zogeheten tandem-glide gebruik gemaakt van de tokkelbaan. Daartoe moesten zij een stellage beklimmen om aangehaakt te worden aan de tokkelbaan. Aan het eind van de tokkelbaan bevond zich als landingsplaats een rij van zeven niet aan elkaar vastgemaakte op elkaar gestapelde houten pallets. De bovenste pallet, waarop de rit met de tokkelbaan eindigde, betrof een pallet met openingen/spleten. Dit was vanaf het vertrekpunt van de tokkelbaan niet goed zichtbaar.
2.4
Toen [eiseres] (samen met haar tevens aangehaakte neefje) aankwam op het einde van de tokkelbaan en na haar neefje werd neergelaten op de landingsplaats (op voormelde pallet met openingen dus) schoot haar linkervoet in een opening/spleet van bedoelde pallet. [eiseres] kwam vervolgens ten val; [eiseres] viel van de pallettenstellage zo’n anderhalve meter omlaag, om vervolgens op haar rug op een op de grond liggende pallet terecht te komen (hierna: het ongeval). Al huilend en schreeuwend van de pijn is [eiseres] daarop met een ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis.
2.5
Medisch onderzoek in het ziekenhuis wees uit dat [eiseres] meerdere breuken had in haar linkerbeen en -knie, en met spoed geopereerd moest worden. Geconstateerd werd dat sprake was van een gebroken tibiaplateau, een voorste kruisbandfractuur en een verbrijzelde fibulaire kopfractuur. Door middel van operatie werd het been/de knie van [eiseres] gefixeerd met een roestvrijstalen plaat en 7 schroeven. Er werden 28 chirurgische nietjes aangebracht bij [eiseres] en zij werd vanaf haar dijbeen tot haar enkel in het gips gezet. [eiseres] bracht 5 nachten door in het ziekenhuis, alvorens zij naar huis mocht.
2.6
Na 6 weken werd het bij [eiseres] aangebrachte gips verwijderd en moest [eiseres] nog eens 6 weken in een beugel. Sprake was van een totale beperking van 3 maanden, gedurende welke periode [eiseres] geheel geen druk op haar been mocht uitoefenen om het genezingsproces niet in gevaar te brengen en gedurende welke periode [eiseres] geheel afhankelijk was van door haar partner verleende mantelzorg. [eiseres] moest 6 weken bloedverdunners gebruiken om trombose te voorkomen. Tot heden gebruik [eiseres] zware pijnstillers, die slechts deels werken. Als gevolg van het ongeval en de gevolgen daarvan was [eiseres] zodanig van streek dat zij te kampen kreeg met paniek- en angstaanvallen, slapeloosheid, flashbacks en nachtmerries. De huisarts van [eiseres] heeft PTSD vastgesteld bij [eiseres], waarna ze werd verwezen naar een psycholoog voor gespecialiseerde hulp.
2.7
Naar aanleiding van voormelde feitelijkheden heeft [eiseres] contact opgenomen met de brandweercommandant en aan hem de vraag voorgelegd of de brandweer en/of het Land een aansprakelijkheidsverzekering had. Bij schrijven van 10 januari 2020 liet de brandweercommandant aan [eiseres] weten dat ten tijde van de bewuste open dag van de brandweer geen sprake was van een aansprakelijkheidsverzekering.
2.8
Na meerdere fysiotherapiesessies, bezoeken aan de orthopedisch chirurg, röntgenfoto’s en CT-scans en verschillende pijnstillers hield de contante pijn bij [eiseres] niet op. Haar knie leek vast te zitten en [eiseres] kon die niet normaal meer buigen. De orthopedisch chirurg besloot daarop weer een MRI-scan te laten maken. Naar aanleiding van gebrek aan zichtbaarheid van die scan besloot de orthopedisch chirurg dat een tweede operatie noodzakelijk was. Hij vermoedde dat het lichaam van [eiseres] het bij haar operatief aangebrachte materiaal afstootte. Ook wilde de orthopedisch chirurg onderzoeken en controleren waarom de knie van [eiseres] enkel tot 70% kon buiten.
2.9
De tweede operatie van [eiseres] vond plaats op 29 juni 2020. Het ging om twee opeenvolgende procedures, te weten de verwijdering van de interne metaalfixatie en een artroscopie. In een vervolggesprek met de orthopedisch chirurg werd [eiseres] geïnformeerd dat het verwijderen van de metalen fixatie goed was verlopen en dat het genezingsproces van de fracturen in orde was. Bij de artroscopie werd veel littekenweefsel aangetroffen in de knie, waarvan werd getracht een deel te verwijderen. Tijdens de operatie probeerde de chirurg ook de knie verder te buigen, maar dit lukte niet.
2.1
De knie van [eiseres] kan thans alleen met hulp en handmatig een 90 graden flexie bereiken. In passieve toestand buigt de knie tot 80 graden flexie. Dit alles als gevolg van trauma in de knie, te weten verlies van kraakbeen, instabiliteit in de knie, verkorting van de spieren en een verzwakte kruisband. Deze situatie zal met de tijd alleen maar verslechteren en de pijn zal blijven. Uiteindelijk kan een knieprothese de oplossing zijn voor een kwalitatief beter leven. Op Aruba wordt deze operatie enkel uitgevoerd bij patiënten van 65 jaar en ouder omdat het te gebruiken materiaal ongeveer 15 jaren meegaat.
2.11
Door de revalidatiearts verrichte onderzoeken hebben uitgewezen dat [eiseres] 6 centimeter spierverlies heeft in haar linkerbeen net boven de knie, zichtbare instabiliteit heeft in haar linkerbeen en knie en mogelijk ook spierdystrofie. Door deze factoren is het been van [eiseres] vervormd geraakt en zal nog verder vervormd geraken, waardoor het voor haar onmogelijk is om zonder krukken te lopen. De linkerheup, -knie en -enkel van [eiseres] zijn niet langer op één lijn. [eiseres] zal daardoor voor onbepaalde tijd een corrigerende beugel moeten dragen om te proberen haar been recht te trekken. Zodra dit proces is voltooid, kan [eiseres] mogelijk zonder krukken lopen, maar met een verstevigende band. [eiseres] heeft blijvende schade aan haar linkerbeen/knie, hetgeen blijvende invloed had en heeft op haar dagelijkse bezigheden en leven. [eiseres] wordt binnen afzienbare tijd onder dekking van de AZV samen met haar partner als haar begeleider uitgezonden naar Colombia voor een second opinion.
2.12 [
eiseres] heeft onder zaaknummer [nummer van de zaak] een bodemprocedure bij dit Gerecht aanhangig gemaakt waarin zij het Land aansprakelijk stelt voor de door haar geleden schade als gevolg van het ongeval. Die zaak stond ten tijde van de mondelinge behandeling van deze zaak voor dupliek zijdens het Land.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert na toegelaten wijziging van eis dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op immateriële schade Afl. 25.000,--, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
b. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op vergoeding van verlies van inkomen uit arbeid Afl. 13.747,57, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
c. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op vergoeding van mantelzorg Afl. 45.970,--, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
d. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op vergoeding van kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ex artikel 6:96 lid 2 sub b. Afl. 432,54, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
e. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op vergoeding van vervoerskosten Afl. 1.840,--, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
f. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op vergoeding van overige schade Afl. 2.613,97, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
g. het Land veroordeelt om aan [eiseres] te betalen bij wijze van voorschot op vergoeding van kosten voor een tweede medische opinie Afl. 6.000,--, althans een door het Gerecht te bepalen ander bedrag;
h. het Land veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Het Land voert verweer en concludeert dat [eiseres] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.
3.3
Voor zover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [eiseres] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van het Land wordt daarom verworpen.
4.2
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij haar vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen. De stelling van het Land, dat [eiseres] financieel gezien niet noodlijdend is, maakt dat niet anders, omdat in geval van aansprakelijkheid van het Land en schade als gevolg daarvan aan de zijde van [eiseres] in redelijkheid niet van haar kan worden gevergd om vooralsnog in te teren op haar eigen vermogen. Het verweer van het Land op dit punt wordt eveneens verworpen.
4.3
In deze procedure moet aan de hand van het door partijen gestelde, zonder nader onderzoek en met inachtneming van de beperkingen van de procedure in kortgeding, de vraag worden beantwoord of de vorderingen van [eiseres] in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat vooruitlopend daarop toewijzing van de door haar gevraagde voorzieningen gerechtvaardigd is. Meer in het bijzonder moet de vraag worden beantwoord of in een bodemprocedure al dan niet het oordeel valt te verwachten dat het Land aansprakelijk is voor de gevolgen van het [eiseres] overkomen ongeval gedurende de open dag van de brandweer van Aruba op 13 oktober 2019 en dat het Land die schade zal moeten vergoeden. Dienaangaande wordt het volgende overwogen
4.4
Vast staat dat [eiseres] die dag heeft deelgenomen aan de door of vanwege de brandweer (lees hier tevens: het Land) voor het publiek opgerichte en openstelde tokkelbaan. Naar het oordeel van het Gerecht was het Land in elk geval gehouden die tokkelbaan zo in te richten dat er door het publiek, waaronder begrepen [eiseres], zo veilig als mogelijk getokkeld kon worden. Dit temeer omdat, en dat stelt het Land terecht, gebruik maken van een tokkelbaan naar zijn aard gevaarlijk kan zijn. [eiseres] heeft in dat verband onbestreden gesteld dat het Land (1) niet door middel van bijvoorbeeld borden de gebruikers van de tokkelbaan erop heeft gewezen dat sprake is van een potentieel gevaarlijke activiteit, en (2) het Land de deelnemers aan de tokkelactiviteit, waaronder begrepen [eiseres] dus, niet een aansprakelijkheidsafstandsverklaring heeft laten tekenen. Het ongeval deed zich voor aan het eind van de tokkelbaan, vlak nadat [eiseres] was losgekoppeld van die baan. Het Land stelt in dat licht dat na dat loskoppelen de activiteit tot een einde was gekomen, en dat het ongeval daarom niet gedurende de activiteit maar daarna heeft plaatsgevonden. Met [eiseres] volgt het Gerecht het Land niet in die stelling. De tokkelactiviteit ving aan met het beklimmen door [eiseres] van een stellage om aangehaakt te worden aan de tokkelbaan, en die activiteit zou eerst zijn geëindigd aan het eind van de tokkelbaan nadat [eiseres] daarvan was afgehaakt en vanaf de landingsplaats op grond zou zijn aangekomen. Daarvan was echter geen sprake. Het ongeval heeft zich voorgedaan op het zich boven de grond bevindende landingsplateau, en niet op de grond. Aldus staat vast dat het ongeval zich heeft voorgedaan gedurende de tokkelactiviteit.
4.5
Vast staat dat de oorzaak van de val is gelegen de omstandigheid dat [eiseres], vlak nadat zij was losgekoppeld van de tokkelbaan, met haar achter uitstappende linkervoet in één van de meerdere spleten van het landingsplateau terecht is gekomen en daarop is achterovergevallen met alle hiervoor onder 2.4 tot en met 2.11 omschreven vaststaande gevolgen van dien. [eiseres] stelt dat het terechtkomen van haar linkervoet in één van die spleten haar val heeft veroorzaakt. Het Land stelt in dit verband dat het achteruitstappen van [eiseres] het gevolg is van een na het tokkelen bij [eiseres] ontstane evenwichtsstoornis veroorzaakt door het tegen hypertensie te gebruiken medicijn Amlodipine onder invloed waarvan [eiseres] tijdens het tokkelen was. Die stelling heeft [eiseres] gemotiveerd bestreden en staat daarom niet vast. In het licht van dat gemotiveerde verweer van [eiseres] ziet het Gerecht geen grond om bedoelde stelling van het Land voorshands aannemelijk te oordelen. Maar zelfs al zou die stelling van het Land wel vast komen te staan of voorshands aannemelijk worden geoordeeld kan dat het Land niet baten, omdat is gesteld noch gebleken dat die beweerdelijke evenwichtsstoornis bij [eiseres] haar val heeft veroorzaakt. Die val is veroorzaakt, en dat staat als niet of onvoldoende bestreden vast, door de omstandigheid dat [eiseres] op de boven de grond gelegen landingsplaats van de tokkelbaan met haar linkervoet in een zich daarin bevindende spleet terecht is gekomen.
4.6
Bij dit alles komt dat naar het voorshandse oordeel van het Gerecht een tokkelactiviteit als de onderhavige een spectaculaire en opwindende activiteit betreft, in het licht waarvan mag worden aangenomen dat deelnemers daaraan niet altijd goed opletten. Naar het verdere voorshandse oordeel van het Gerecht mag in dat verband ook worden aangenomen dat de landingsplaats van een tokkelbaan waarin zich openingen of spleten bevinden zoals in het onderhavige geval tot een ongeval kan leiden met, zoals in het onderhavige geval, ernstig letsel als gevolg. Dit terwijl de brandweer/het Land het ongeval eenvoudig had kunnen voorkomen door ervoor te zorgen dat zich geen openingen of spleten bevonden in de landingsplaats van de tokkelbaan simpelweg door daar bijvoorbeeld plywood op aan te brengen. Het nalaten daarvan levert naar het voorlopig oordeel van het Gerecht een ontoelaatbare aan het Land verwijtbare gevaar zettende situatie op, die met zich brengt dat het Land op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden en mogelijk nog te lijden schade als gevolg van het ongeval.
4.7
Vorenstaande brengt met zich dat de hiervoor onder 4.3 geformuleerde vragen bevestigend moeten worden beantwoord. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die nopen tot een andersluidend oordeel.
4.8
Niet kan worden uitgesloten dat de door [eiseres] met betrekking tot het ongeval geëntameerde bodemprocedure tot aansprakelijkheid van het Land voor schade als gevolg van het ongeval een langdurige kwestie gaat worden (met mogelijke bewijslevering, een mogelijk hoger beroep en/of een mogelijke schadestaatprocedure waarin ook weer de gewone bewijsregels van toepassing zijn). Een door het Land aan [eiseres] te betalen voorschot op schadevergoeding onder algemene titel is mede daarom op zijn plaats. Alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, waaronder met name begrepen de hiervoor onder 2.4 tot en met 2.11 omschreven schrijnende omstandigheden als gevolg van het ongeval en de omstandigheid dat naar het voorshandse oordeel van het Gerecht ook de aan [eiseres] door haar partner verleende mantelzorg voor vergoeding in aanmerking komt, stelt het Gerecht dat voorschot vast op in totaal Afl. 25.000,--.
4.9
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van het Land bij afwijzing van het toe te wijzen deel van het door [eiseres] verzochte ten opzichte van de belangen van [eiseres] toewijzing daarvan.
4.1
Het Land zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (Afl. 1.050,-- + Afl. 230,65 =) Afl. 1.280,65 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 1.500,- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-veroordeelt het Land om bij wijze van voorschot op schadevergoeding onder algemene titel te betalen aan [eiseres] Afl. 25.000, --;
-veroordeelt het Land in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.780,65;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door [eiseres] verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 september 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 8 september 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: KG nr. AUA202101655
Inhoudsindicatie: Civiel; Verwijtbare gevaarzettende situatie; onrechtmatige daad; aansprakelijkheid voor de geleden en mogelijk nog te lijden schade als gevolg van een ongeval; vordering tot voorschot op immateriële schade, voorschot op vergoeding van verlies van inkomen uit arbeid, vergoeding van mantelzorg, vergoeding van kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ex artikel 6:96 lid 2 sub b. BWA, vergoeding van vervoerskosten, vergoeding van overige schade, vergoeding van kosten voor een tweede medische opinie; Gedaagde is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding onder algemene titel.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: