ECLI:NL:OGEAA:2021:440

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
AUA201904115
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civielrechtelijke procedure over huurovereenkomst, huurachterstand, boete en rente tussen Pollo Tropical Aruba N.V. en Sarita’s Gems International N.V.

In deze civiele procedure tussen Pollo Tropical Aruba N.V. en Sarita’s Gems International N.V. staat de huurovereenkomst centraal die op 11 oktober 2016 werd gesloten. Sarita’s heeft de huur niet tijdig betaald, wat heeft geleid tot een huurachterstand. Pollo vordert betaling van de achterstallige huur, rente en boetes. Sarita’s betwist de rechtsgeldigheid van de huurovereenkomst, omdat deze zou zijn ondertekend door een onbevoegde procuratiehouder. Het Gerecht oordeelt dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is, omdat de procuratiehouder volledig bevoegd was volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel. De vorderingen van Pollo worden in grote lijnen toegewezen, maar Sarita’s wordt ook in de gelegenheid gesteld om haar verweer te onderbouwen. Het Gerecht houdt verdere beslissingen aan en gelast een comparitie van partijen om tot een minnelijke regeling te komen. De zaak is complex door de verschillende vorderingen en verweren van beide partijen, en de uiteindelijke uitspraak zal afhangen van de verdere inlichtingen die tijdens de comparitie worden verstrekt.

Uitspraak

Vonnis van 29 september 2021
Behorend bij A.R. no. AUA201904115
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
POLLO TROPICAL ARUBA N.V.,
te Aruba,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna ook te noemen: Pollo,
gemachtigden: de advocaten mrs. M.R.M. Reinkemeyer en A.A. Ruiz,
tegen:
de naamloze vennootschap
SARITA’S GEMS INTERNATIONAL N.V.,
h.o.d.n.
GEM STONES INTERNATIONAL,
te Aruba,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna ook te noemen: Sarita’s,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de blijkt uit:
-het inleidend verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties;
-de conclusie van repliek in conventie (tevens houdende een vermindering van eis) en van antwoord in reconventie, met producties;
-de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie (tevens houdende een vermeerdering van eis), met producties;
-de akte houdende uitlating producties in conventie en de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

in conventie en in reconventie

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Productie 3 bij het verzoekschrift betreft een op 11 oktober 2016 door Sarita’s ondertekende huurovereenkomst met betrekking tot het in Aruba gelegen aan Pollo toebehorende pand te “
Weststraat nr. 13, lokaal nr. 102” die voor Pollo als zijnde verhuurder op diezelfde datum is ondertekend door [procuratiehouder] als zijnde procuratiehouder van Pollo. In die aldus ondertekende huurovereenkomst (hierna: de huurovereenkomst), waarin met “
the Landlord” wordt bedoeld Pollo en met “
the Tenant” Sarita’s staat onder meer het volgende:
“(…).
1. COMMENCEMENT OF TERM
The term of this lease is for a period of three (3) years, commencing on November 1, 2016 (…).
2. RENT AND (SECURITY) COMPENSATION, ENTERTAINMENT, ADVERTISING, PROMOTION AND CLEANING FEES
The monthly rent and compensation during the term of this lease amounts to Awg. 29.695,23 (…). The present security fee is Awg. 1.015,00 (…).
All rents and charges are subject to Government Tax (presently BBO tax of 1.5% (…) and Levi 2% (…) and or any new taxes that may be imposed by Law during the term of this agreement. (…).
(…).
The rent and other fees shall be adjusted with the cost of living index factor for the last 12 months, on yearly basis.
(…).”.
2.3
De huurovereenkomst bepaalt voorts dat de huur door Sarita’s bij vooruitbetaling moet worden betaald uiterlijk op de eerste dag van iedere maand, en dat bij te late betaling Sarita’s (dat wil zeggen later dan 8 dagen na het verschijnen van de huurtermijn) een boete verschuldigd is van 10% over het niet betaalde bedrag, alsmede 2% rente per maand over dat deel van de huur dat niet binnen acht dagen na het verschijnen van de huurtermijn is betaald.
2.4
Krachtens de huurovereenkomst heeft Sarita’s twee maanden huur aan borg betaald, te weten in totaal Afl. 59.390,46.
2.5
Pollo heeft de huuroverkomst bij aan Sarita’s gerichte brief van 30 augustus 2019 opgezegd tegen eind oktober 2019. Die brief vermeldt verder onder meer het volgende:
“(…).
At the moment you also have an outstanding balance of Afl. 57,902.28 of rent outstanding due. And Afl. 65,339,08 that will become due for September and October 2019 rent. (…).”.
2.6
In het door Sarita’s overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel van Aruba met betrekking tot Pollo staat naast de volledige bevoegde directeur tevens als volledig bevoegd bestuurder van Pollo in de functie van procuratiehouder vermeld [procuratiehouder] (hierna: [procuratiehouder]).
2.7
Op 23 juli 2006 heeft Sarita’s ten behoeve van de huur van het aan Pollo toebehorend pand
Weststraat nr. 13, lokaal nr. 103 een bedrag ad Afl. 24.920,-- betaald aan Pollo aan borg.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

3.1
Pollo vordert na vermindering van eis dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Sarita’s veroordeelt om tegen behoorlijke kwijting te betalen aan Pollo
Afl. 258.611,18 “
rente en kosten rechtens”;
3.2
Sarita’s voert verweer en concludeert dat Pollo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.
in reconventie
3.3
Sarita’s vordert na toegelaten vermeerdering van eis dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Pollo veroordeelt om tegen behoorlijke kwijting te betalen aan Sarita’s Afl. 58.804,56, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 3 juni 2020 over Afl. 33.884,56 en vanaf 14 april 2021 over Afl. 24.920,-- telkens tot aan de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.
3.4
Pollo voert verweer en concludeert dat Sarita’s niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.
in conventie en in reconventie
3.5
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedures worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

in conventie

4.1.1
Het meest verstrekkende verweer van Sarita’s betreft haar stelling dat Pollo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen omdat de huurovereenkomst voor Pollo is ondertekend door de niet daartoe bevoegde [procuratiehouder] met als gevolg dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is. Die stelling is zonder nadere doch niet door Sarita’s gegeven uitleg onbegrijpelijk en wordt daarom gepasseerd. Uit voormeld uittreksel van de Kamer van Koophandel van Aruba blijkt immers dat [procuratiehouder] met betrekking tot Pollo volledig bevoegd is, terwijl is gesteld noch gebleken dat die vermelding in dat uittreksel niet juist is. Daar komt bij dat als [procuratiehouder] te dezen onbevoegd zou zijn zoals door Sarita’s gesteld uit de feitelijkheden blijkt dat Pollo (lees: de tevens volledig bevoegde in voormeld uittreksel genoemde directeur van Pollo) die (beweerdelijk) onbevoegdelijke rechtshandeling reeds voor het te dezen door Sarita’s opgeworpen verweer heeft bekrachtigd in de zin van artikel 3:69 BW door van meet af aan de huurovereenkomst gestand te doen. Overigens heeft te gelden dat als sprake zou zijn van een niet rechtsgeldige huurovereenkomst zoals gesteld door Sarita’s dit niet met zich brengt dat Pollo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen. In geval van gebrek aan vorderingsrechten moeten de dienaangaande ingestelde rechtsvorderingen immers worden afgewezen.
4.1.2
Subsidiair stelt Sarita’s dat Pollo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte omdat binnen Pollo een zogeheten tweehandtekeningenstelsel bestaat, nu het niet ongebruikelijk is dat dit bij het aangaan van overeenkomsten waarvoor voor een vennootschap aanzienlijke financiële belangen op het spel staan het geval is. Nu de huurovereenkomst alleen door [procuratiehouder] voor Pollo is ondertekend is geen sprake van een rechtsgeldige huurovereenkomst, aldus Sarita’s. Ook die stelling is naar het oordeel zonder nadere doch niet door Sarita’s gegeven uitleg onbegrijpelijk alsmede onvoldoende stellig, en wordt daarom gepasseerd. Allereerst heeft immers te gelden dat ter zake van het aangaan van de huurovereenkomst anders dan voor Sarita’s geen financiële belangen in de zin van betalingsverplichtingen voor Pollo op het spel stonden. Juist het tegenovergestelde is het geval. Sarita’s (op wie te dezen de stelplicht rust) gist maar wat, maar stelt niet op verificatoire wijze dát te dezen sprake is van een tweehandtekeningenstelsel binnen Pollo. Maar ook hier geldt mutatis mutandis dat als dat stelsel er wel zou zijn, uit de feitelijkheden blijkt dat Pollo (lees wederom: haar tevens volledig bevoegde in voormeld uittreksel genoemde directeur) dat (beweerdelijke) gebrek heeft geheeld door van meet af aan de huurovereenkomst gestand te doen. Verder wordt in dit verband verwezen naar de laatst twee zinnen van de vorige overweging, die ook hier gelden.
4.1.3
Al het vorenstaande klemt temeer om het volgende. Sarita’s klaagt niet over de bevoegdheid van [procuratiehouder] ter zake van de alleen door hem ondertekende hiervoor onder 2.5 vermelde huuropzeggingsbrief, waardoor Pollo wel op aanzienlijke wijze wordt getroffen in haar financiële belangen. Sarita’s acht [procuratiehouder] tevens bevoegd om alleen te beslissen over onder meer tijdelijke huurverlaging over bepaalde periodes, waardoor Pollo eveneens op aanzienlijke wijze wordt getroffen in haar financiële belangen.
4.1.4
Overige gronden waaruit volgt dat Pollo niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte zijn gesteld noch gebleken, en overige gronden waaruit volgt dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is zijn evenmin gesteld of gebleken. De ontvankelijkheidweren van Sarita’s worden verworpen en niet vast komt te staan dat de tussen partijen op 11 oktober 2016 gesloten huurovereenkomst niet rechtsgeldig is. Aldus is die overeenkomst naar het oordeel van het Gerecht rechtsgeldig.
4.2
Krachtens de huurovereenkomst was Sarita’s in beginsel gehouden om vanaf 1 november 2016 voor de duur van drie jaren, dat wil zeggen in beginsel tot en met oktober 2019, maandelijks bij vooruitbetaling de huur en kosten voor beveiliging te betalen, te vermeerderen met 1,5% BBO, 2% aan “
Levi” en alle verder belastingen die gedurende de huurovereenkomst in Aruba zouden gaan gelden over omzet. Verder zou de huur jaarlijks achteraf worden vermeerderd met het gemiddelde indexcijfer van de 12 voorafgaande maanden. Tegen die achtergrond volgt uit de op dit punt niet of onvoldoende bestreden als productie 1 bij het verzoekschrift overgelegde tabel dat de huur plus securitykosten plus de toen geldende belastingen per 1 november 2016 Afl. 31.785,08 bedroeg, en dat de geïndexeerde huur plus securitykosten plus de toen geldende belastingen vanaf 1 november 2018 Afl. 32.669,54 bedroeg, terwijl de huur over in elk geval de maanden juni 2018 tot en met oktober 2018 en de maanden juni 2019 tot en met augustus 2019 Afl. 25.000,-- bedroeg. In het licht van dit alles was Sarita’s in beginsel verschuldigd aan Pollo over de periode:
-1 november 2016 tot 1 juni 2018: (19 x 31.785,08 =) Afl. 603.916,52
-1 juni 2018 tot 1 november 2018: (5 x 25.000,-- =) Afl. 125.000,00
-1 november 2018 tot 1 juni 2019: (7 x 32.669,54 =) Afl. 228.686,78
-1 juni 2019 tot 1 september 2019: (3 x 25.000,-- =) Afl. 75.000,00
-1 september 2019 tot 1 november 2019: (2 x 32.669,54 =)
Afl. 65.339,08 +/+
Totaal Afl. 1.097.942,38
4.3
Tegen voormelde achtergrond stelt Sarita’s (impliciet) dat zij met Pollo is overgekomen dat gedurende de duur van de huurovereenkomst telkens met betrekking tot de maanden juni tot en met oktober (in welke laagseizoenmaanden de omzet van Sarita’s volgens haar aanzienlijk minder was) niet het volle bedrag aan huur plus kosten maar een lagere huur plus kosten ad Afl. 25.000,-- in totaal per maand hoefde te betalen. Die door Pollo bestreden stelling mist naar het oordeel van het Gerecht wat betreft het niet door Pollo erkende deel daarvan voldoende onderbouwing, en wordt daarom gepasseerd. Met name heeft Sarita’s niet gesteld met wie precies en wanneer precies zij die afspraak heeft gemaakt. Dit klemt temeer omdat uit randnummer 17. van de conclusie van antwoord in conventie van Sarita’s blijkt dat die beweerdelijke afspraak is gemaakt ergens in 2014, ofwel geruime tijd voor het sluiten van de (onderhavige) huurovereenkomst, terwijl in die huurovereenkomst, en dat had toch voor de hand gelegen als bedoelde afspraak werkelijk was gemaakt, niets valt te lezen over bedoelde afspraak. De slotsom op dit onderdeel luidt dat niet komt vast te staan dat Sarita’s over meer maanden dan de maanden 1 juni 2018 tot 1 november 2018 en 1 juni 2019 tot 1 september 2019 een tot Afl. 25.000,-- verlaagd bedrag aan huur plus kosten verschuldigd was/is aan Pollo.
4.4.1
Ter zake van het betoog/verweer van Sarita’s, dat Pollo de huur tussentijds heeft opgezegd zonder daarbij een redelijke opzeggingstermijn in acht te nemen en zonder verkregen toestemming van de Huurcommissie, hetgeen volgens Sarita’s op grond van redelijkheid en billijkheid met zich brengt dat zij in elk geval over (een deel van) de maand oktober 2019 geen huur verschuldigd is aan Pollo, wordt het volgende overwogen. Vast staat dat de tussen partijen schriftelijk aangegane huur was gesloten voor de bepaalde tijd van 3 jaren, aanvangende op 1 november 2016. De omstandigheid dat daarvoor sprake was van eerdere telkens voor bepaalde tijd tussen partijen afgesloten huurovereenkomst maakt dat niet anders, en brengt niet met zich dat de facto sprake is van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Pollo heeft de huuroverkomst bij aan Sarita’s gerichte brief van 30 augustus 2019 opgezegd tegen - zo begrijpt het Gerecht en zo behoort Sarita’s ook te begrijpen - eind oktober 2019 om 24:00 uur, althans tegen het moment van ommekomst van de termijn van 3 jaren. Aldus is geen sprake van tussentijdse opzegging, maar van opzegging tegen de datum of het moment waarop de huurovereenkomst eindigde.
4.4.2
Het op dit geval van toepassing zijnde artikel 7A:1587 BW bepaalt dat indien de huur bij geschrift is aangegaan, die van rechtswege ophoudt wanneer de bepaalde tijd is verstreken zonder dat daartoe een opzegging vereist is. Dit is krachtens het tweede lid van artikel 10 van de Huurcommissieverordening slecht anders indien in dit geval Sarita’s nog voor ommekomst van de afgesproken huurtermijn van drie jaren te kennen had gegeven aan Pollo dat zij de huur voor bepaalde of onbepaalde tijd wilde voortzetten. Alleen in dat geval zou Pollo de huur met Sarita’s rechtsgeldig kunnen opzeggen indien zij daartoe toestemming had verkregen van de Huurcommissie. Gesteld noch is gebleken echter dat Sarita’s nog voor ommekomst van de afgesproken huurtermijn van drie jaren, ofwel nog voor 1 november 2019 aan Sarita’s te kennen had gegeven dat zij de huurovereenkomst al dan niet voor bepaalde tijd wilde verlengen. Sterker nog: Sarita’s heeft het gehuurde geheel vrijwillig vroegtijdig op 9 oktober 2019 verlaten. De slotsom op dit onderdeel luidt dat de huur tussen partijen van rechtswege is geëindigd per 1 november 2019. Nu opzegging niet was vereist, kan geen sprake zijn van het niet in acht nemen door Pollo van een redelijke opzeggingstermijn. Het betoog/verweer van Sarita’s op dit onderdeel - wat van de inhoud daarvan verder ook zij - treft geen doel en wordt daarom verworpen.
4.4.3
Vorenstaande brengt met zich dat Sarita’s met betrekking tot de maand oktober 2019 in beginsel huur plus kosten ad in totaal Afl. 32.669,54 verschuldigd is aan Pollo. De omstandigheid dat Sarita’s het gehuurde vroegtijdig heeft verlaten op 9 oktober 2019 maakt dat niet anders; de huur liep immers tot en met 31 oktober 2019.
4.5
Sarita’s stelt onder randnummer 19. van haar conclusie van antwoord in conventie dat er ter bespreking van de huurachterstand tussen partijen in februari 2019 een vergadering heeft plaatsgevonden naar aanleiding waarvan de huurachterstand per februari 2019 werd vastgesteld op Afl. 92.332,--. Ook die door Pollo besteden stelling mist voldoende feitelijke grondslag en wordt daarom gepasseerd. Met name is niet gesteld wie precies aan de beweerdelijke vergadering namens of voor partijen hebben deelgenomen en evenmin is gesteld wanneer die vergadering precies heeft plaatsgevonden. Dit klemt temeer omdat Sarita’s zich op het standpunt stelt dat [procuratiehouder] niet bevoegd is of niet alleen bevoegd is om Pollo te binden als het gaat om voor Pollo grote financiële belangen. Dit één en ander brengt met zich dat de door Sarita’s uitgevoerde berekeningen onder randnummers 20. tot en met 24. niet kloppen en daarom worden verworpen.
4.6
Al het vorenstaande brengt mee dat het totaalbedrag dat Sarita’s aan Pollo verschuldigd is aan huur over de periode vanaf 1 november 2016 tot 1 november 2019 Afl. 1.097.942,38 bedraagt. Uit het op dit punt niet bestreden overzicht overgelegd door Pollo als productie 1 bij het verzoekschrift volgt dat Sarita’s in totaal Afl. 1.163.537,28 heeft betaald aan Pollo, waaronder begrepen Afl. 8.568,-- aan waarde van de bij partijen genoegzaam bekende door Pollo bij Sarita’s verkregen of meegenomen juwelen. Die betalingen heeft Pollo naar eigen zeggen telkens toegerekend aan de openstaande huur, en niet op de overeengekomen alsmaar oplopende boete en rente over niet tijdig betaalde huur (waarover later meer), hetgeen Pollo krachtens de huurovereenkomst in afwijking van het bepaalde in het van regelend recht zijnde artikel 6:44 BW zo mocht doen. Het in dat licht door Sarita’s opgeworpen verweer wordt daarom verworpen. Dit één en ander brengt in ieder geval met zich dat Sarita’s per eind oktober 2019 niet achterstallig was met betaling van huur, en wat dat betreft (1.163.537,28 minus 1.097.942,38 =) Afl. 65.594,90 teveel heeft betaald aan Pollo.
4.7
In de hiervoor en de hierna geschetste stand van zaken ziet het Gerecht aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten als na te melden, en dat ter verkrijging van inlichtingen en ter beproeving van een al dan niet gehele minnelijke regeling tussen partijen.
4.8
Als Sarita’s meent dat zij over de periode vanaf 1 november 2016 tot 1 november 2019 meer heeft betaald aan Pollo (aan huur) dan het door Pollo erkende totaalbedrag ad Afl. 1.163.537,28, dient zij dat uiterlijk op de in het dictum vermelde datum in een door haar te nemen akte (zonder mogelijkheid van uitstel) onderbouwd met sluitende betalingsbewijzen helder en gespecificeerd te stellen. Indien die akte niet door Sarita’s wordt genomen, komt in elk geval vast te staan dat zij over de periode vanaf 1 november 2016 tot 1 november 2019 in totaal Afl. 1.163.537,28 heeft betaald aan Pollo, en niet meer dan dat.
4.9
Wat betreft mogelijke door Sarita’s aan Pollo verschuldigde boete en rente over niet tijdig betaalde huur wordt het volgende overwogen. Het meest verstrekkende verweer van Sarita’s op dit punt is haar stelling dat Pollo wat betreft het in rekening brengen van boete en rente over achterstallige huur haar rechten heeft verwerkt. Naar eigen zeggen van Sarita’s werd de contractuele boete en rente weliswaar zo nu en dan in de correspondentie van Pollo naar Sarita’s toe vermeld, maar daarvan werd nooit betaling geëist zolang de maandelijkse hoofdsom aan huur maar werd betaald. Door die gedragingen heeft Pollo bij Sarita’s het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat zij haar aanspraken ter zake van contractuele boete en rente niet meer geldend zou maken. Ook die door Pollo bestreden stelling van Sarita’s is zonder nadere doch ontbrekende uitleg onbegrijpelijk, en wordt daarom gepasseerd. Dit klemt temeer omdat Sarita’s erkent dat Pollo in haar naar Sarita’s gerichte correspondentie zo nu en dan melding maakt (of aan de orde stelt) dat zij contractuele boete en rente over achterstallige huur verschuldigd is aan Pollo. Het enkele feit dat Pollo eerst nu of in de aanloop van deze zaak betaling daarvan eist brengt in dat licht niet mee dat Pollo haar rechten dienaangaande heeft verwerkt of dat Sarita’s er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Pollo haar aanspraken ter zake van contractuele boete en rente niet meer geldend zou maken. Dit verweer van Sarita’s wordt verworpen.
4.1
Ter zake van de stelling van Sarita’s, dat er bij het aangaan van de huurovereenkomst geen onderhandelingsruimte bestond ter zake van het daarin neergelegde boete- en rentebeding, blijkt dat dienaangaande kennelijk (voor Sarita’s geen succesvol) overleg is gevoerd tussen partijen, doch dat dit Sarita’s niet heeft weerhouden de huurovereenkomst aan te gaan met Pollo zoals zij heeft gedaan. In dat licht valt niet in te zien waarom het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Pollo zich beroept op het overeengekomen boete- en rentebeding, zoals gesteld door Sarita’s. De omstandigheid dat de boete niet is gemaximaliseerd maakt dat in de non-consumentenverhouding tussen partijen niet anders, temeer omdat Sarita’s zich in geval van een exorbitant hoog boetebedrag - zoals zij heeft gedaan - kan beroepen op matiging daarvan in de zin van artikel 6:94 BW. De stelling van Sarita’s dat de overeengekomen rente op jaarbasis meer dan 18% bedraagt en dat daarom sprake is van woekerrente in het licht waarvan het beroep van Pollo op die tussen partijen gemaakte afspraak onaanvaardbaar is, wordt in het licht van vrij recente jurisprudentie van het Hof - waaruit volgt dat dit eerst het geval is ten aanzien van het meerdere van een rente (inclusief kosten) van 27% - verworpen. Aldus is sprake van een onverkort tussen partijen geldig boete- en rentebeding, terwijl er geen gronden zijn gesteld of gebleken waaruit blijkt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Pollo zich beroept op die tussen partijen krachtens de huurovereenkomst geldende afspraken.
4.11
Pollo is contractueel gerechtigd om per peildatum (telkens vanaf de 9de dag na het verschijnen van iedere respectieve huurtermijn dus) over het dan achterstallige bedrag aan huur in beginsel telkens boete ad 10% in rekening te brengen aan Sarita’s. Naar het oordeel van het Gerecht is Pollo in beginsel ook gerechtigd om vanaf voormelde peildatum telkens 2% aan rente per maand over het dan achterstallige bedrag aan huur in rekening te brengen, met dien verstande dat latere huurbetalingen eerst in mindering dienen te strekken op het dan bestaande totaal van de nog openstaande (achterstallige huur) en dat het dan resterende onbetaald gelaten totaalbedrag aan huur als uitgangspunt geldt voor de verdere berekening van de in beginsel door Sarita’s aan Pollo verschuldigde niet samengestelde rente ad 2% maandelijks. De gegroeide rente kan dus niet worden opgeteld bij de nog verschuldigde huur (geen rente over rente). Het Gerecht volgt Sarita’s in haar standpunt dat het mede gelet op de niet onaanzienlijke hoogte van de boete naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Pollo op grond van de huurovereenkomst rente over boete aan Sarita’s in rekening brengt. Dat brengt met zich dat door die tussen partijen gemaakte contractuele afspraak in ieder geval een streep gaat.
4.12
Pollo zal in de gelegenheid worden gesteld om bij akte, zonder uitstel te nemen op de in het dictum vermelde datum, met inachtneming van het hiervoor overwogene een van heldere toelichting voorziene heldere herberekening ter zake van boete en rente in het geding te brengen. Daarbij dient Pollo ook rekening te houden met mogelijke verdere door Sarita’s in haar akte te noemen betalingen die Pollo - naast de reeds door Pollo erkende betalingen (ad in totaal Afl. 1.163.537,28 dus) - erkent. Indien Pollo nalaat deze instructies op te volgen kan het Gerecht daaraan de hem geraden voorkomende gevolgen verbinden.
4.13
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
in reconventie
4.14
De in conventie te gelasten comparitie van partijen zal ook met betrekking tot de reconventionele procedure plaatsvinden.
4.15
Sarita’s wordt ter comparitie in elk geval in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stelling van Pollo dat het door Sarita’s gevorderde bedrag ad Afl. 24.920,-- ter zake van op 23 juli 2006 door Sarita’s aan Pollo betaalde borg door Pollo is verrekend met het krachtens de huurovereenkomst te betalen borg ad Afl. 53.390,46. Indien Sarita’s meent dat dit niet het geval is, dient zij in het geding te brengen bewijs van betaling aan Pollo van Afl. 53.390,46 ten titel van borg ingevolge de huurovereenkomst.
4.16
Nu de beoordeling van de reconventionele vorderingen van Sarita’s en de in dat verband door partijen opgeworpen verdere stellingen sterk afhankelijk is van de uitkomst in conventie, zal in reconventie iedere beslissing worden aangehouden.
in conventie en in reconventie
4.17
Partijen dienen deugdelijk vertegenwoordigd ter comparitie te verschijnen, desgewenst samen met gemachtigden.
4.18
Als een partij niet verschijnt kan het Gerecht daaraan het gevolg verbinden - ook in het nadeel van die partij - dat het passend vindt.
4.19
De partij die zich bij de comparitie op (nadere) schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, dient die stukken uiterlijk de derde werkdag voor de dag van de zitting in fotokopie aan zijn wederpartij en aan het Gerecht over te leggen.
4.2
Voor de comparitie wordt in beginsel één uur uitgetrokken. Partijen kunnen hun zaak ter comparitie vijf minuten bepleiten. Als een partij de vastgestelde spreektijd overschrijdt, kan de rechter haar het woord ontnemen.
4.21
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip ter zitting te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief de rechter om uitstel te verzoeken. Bij het verzoek om uitstel moeten ook de verhinderdata worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie komende maanden. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval dient de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden daarvan per brief de rechter gemotiveerd om uitstel te verzoeken.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie
-stelt Sarita’s in de gelegenheid om zich bij akte uit te laten over hetgeen zij zich ingevolge rechtsoverweging 4.8 dient uit te laten, en verwijst de zaak daartoe naar de rolzitting van
woensdag 27 oktober 2021 zonder mogelijkheid tot uitstel of aanhouding;
-stelt Pollo vervolgens in de gelegenheid om zich bij akte uit te laten over de door Sarita’s te nemen akte alsmede over hetgeen zij zich blijkens rechtsoverweging 4.12 dient uit te laten, en verwijst de zaak daartoe naar de rolzitting van
woensdag 24 november 2021, eveneens zonder mogelijkheid tot uitstel of aanhouding;
in conventie en in reconventie
-gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of treffen van een minnelijke regeling op de terechtzitting van ondergetekende rechter op
9 december om 10:00 uurin zaal B van het in Aruba te J.G. Emanstraat nr. 51 gelegen gerechtsgebouw;
-bepaalt dat partijen dan vertegenwoordigd aanwezig moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen, desgewenst met gemachtigden;
-houdt iedere (verdere) beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 september 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 29 september 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA201904115
Inhoudsindicatie: Civiel, huurovereenkomst, huurachterstand, boete en rente.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: