ECLI:NL:OGEAA:2021:449

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
AUA201900488
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over uitkering van verzekeringspenningen na schade aan vaartuig

In deze civiele procedure vordert de naamloze vennootschap Annor Underwater Repair & Diving Group N.V. (hierna: Annor) van de naamloze vennootschap Nagico Aruba N.V. (hierna: Nagico) betaling van Afl. 288.000,- uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst. Annor heeft op 8 oktober 2008 een verzekering afgesloten bij Nagico voor haar vaartuig, de 'Birgelda'. Na een schadegeval op 7 maart 2018, waarbij het vaartuig is gezonken, heeft Nagico de schadeclaim van Annor afgewezen op basis van verschillende uitsluitingen in de polisvoorwaarden. Annor stelt dat de afwijzing onterecht is, omdat het schadegeval onder de dekking van de verzekering valt.

Nagico voert aan dat de dekking is uitgesloten omdat het vaartuig niet zeewaardig was en Annor niet beschikte over de benodigde vergunningen. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Het gerecht oordeelt dat Nagico zich niet kan beroepen op de door haar gebruikte voorwaarden, omdat deze niet van toepassing zijn op de verzekeringsovereenkomst betreffende het vaartuig van Annor. De artikelen die Nagico aanvoert ter onderbouwing van haar verweer zijn niet van toepassing, waardoor het gerecht concludeert dat Annor recht heeft op de uitkering van de verzekeringspenningen.

De rechtbank heeft Nagico veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag aan Annor, evenals de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 16 juni 2021 door mr. J.J. Verhoeven in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Uitspraak

Vonnis van 16 juni 2021
Behorend bij A.R. AUA201900488
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ANNOR UNDERWATER REPAIR & DIVING GROUP N.V.,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Annor,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
de naamloze vennootschap
NAGICO ARUBA N.V.,
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: Nagico,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.F. Kuster en E.A.T. Kuster.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 8 oktober 2008 heeft Annor een verzekering afgesloten bij Nagico inzake haar vaartuig “Birgelda” (hierna te noemen: het vaartuig). Bij het aangaan van de verzekering heeft Annor een aanvraagformulier ingevuld en ondertekend. Daarin staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
DECLARATION
I certify that to the best of my knowledge all statements on this application are true. I understand and agree that the company may obtain from third parties information regarding me, my watercraft and listed operators including prior claims information. I desire to insure withNational General Insurance Corporation N.V.in the terms of their usual marine policy for this class of insurance.
(…)”
2.2
Op 14 november 2017 heeft Annor de verzekering verlengd. In de verzekeringspolis nummer AMRH00170/08 staat (verzoekschrift, prod. 3), voor zover van belang, het volgende:
“(…)
Voyage or, Period of Insurance: FROM:14-Nov-2017TO:9-Oct-2018
(…)
Sum Insured: AFL. 288,000.00
(…)
Clauses, Endorsement, Special conditions and Warranties attached to, and forming part of this policy:
A, B, C, D, E, F, G, H, & I.
(…)”
2.3
Bij brief van 27 februari 2013 heeft Arubabank namens Annor aan Nagico verzocht om een kopie van de voorwaarden, omdat deze aan de Directie Scheepvaart ter hand moesten worden gesteld (cva, bijlage A).
2.4
Op 7 maart 2018 is het vaartuig van Annor voor de kust van Aruba gezonken.
2.5
Bij brief van 23 april 2018 heeft Nagico de schadeclaim van Annor afgewezen. In die brief staat, onder meer, het volgende (verzoekschrift, prod. 4):
“(…)
The vessel was not in the possession of the necessary permit(s)/licenses required by law;
No maintenance log is available to establish the seaworthiness of the vessel;
Based on the circumstances surrounding the sinking of the vessel we assess that the vessel was not seaworthy at the time of the incident.
Based on the abovementioned facts we are not able to grant coverage at this time. We refer to exclusions 29, 31, 41 and 42 that apply to the insurance policy AMRH00170/08 described in the attached Marine Hull and Liabillity Policy conditions.
(…)”
2.6
In de ‘
Marine Hull and Liabillity Policy Conditions’van Nagico wordt onder meer, voor zover van belang, het volgende bepaald:
(…)
29 OPERATING RESTRICTIONS
Excluded is any kind of bodily injury or property damage which occurs or results from the insured Vessel or Charter operations being conducted in violation of one or more of the following:
(…)
(7) The insured shall keep maintenance logs.
(…)
31 UNSEAWORTHINESS AND PRIVITY OR KNOWLEDGE
Use of or renting out of any vessel determined at any time to be unseaworthy for the intended use of the vessel. No claim will be paid when it can be shown that the insured had privity or knowledge that a vessel was unseaworthy.(…)
(…)
41 VIOLATION OF LAW EXCLUSION
Any kind of bodily injury or property damage that occurs while or results from the violation of any municipal, state or federal law, statute ordinance or regulation is excluded.
42 FAILURE TO BE LICENSED EXCLUSION
Any kind of bodily injury or property damage that occurs while or results from any insured operating its business without all necessary licenses or permits required by the municipality, country and/or state, or country of operation, is excluded.
(…)”.
2.7
De advocaat van Annor heeft bij brief van 12 juni 2018 aan Nagico onder andere medegedeeld dat de
‘Marine Hull and Liability Policy Conditions’niet door Annor is aanvaard (verzoekschrift, prod. 5). Voor het geval dat het door Annor wel is aanvaard, dan worden de algemene voorwaarden vernietigd, omdat Nagico deze niet aan Annor ter hand zou hebben gesteld.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1
Annor vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Nagico tot betaling van Afl. 288.000,-, welk bedrag aan CIBC First Caribbean Bank op Aruba overgemaakt moet worden, met veroordeling van Nagico tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Annor legt, samengevat, het volgende aan haar vordering ten grondslag. Op 7 maart 2018 is het vaartuig voor de kust van Aruba gezonken. Dit is een voorval dat valt onder de dekking van de verzekeringsovereenkomst die Annor bij Nagico had gesloten. Ten onrechte weigert Nagico de schade die Annor ten gevolge van het verzekerde voorval heeft geleden, aan haar te vergoeden.
3.3
Nagico voert verweer, waartoe zij zakelijk weergegeven het volgende aanvoert. Op de verzekeringsovereenkomst zijn polisvoorwaarden van toepassing. Op grond van die toepasselijke voorwaarden is dekking van de schade door het zinken van het vaartuig uitgesloten, omdat:
- het vaartuig op het moment van het zinken niet zeewaardig was;
- Annor niet in het bezit was van een geldige vergunning van de Directie Scheepvaart;
- door Annor geen logboek was bijgehouden.
3.4
Het gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
In geschil is of Nagico gehouden is over te gaan tot uitkering van de verzekeringspenningen aan Annor uit hoofde van de polis. Nagico baseert haar weigering om tot uitkering over te gaan op de artikelen 29, 31, 41 en 42 uit de “
Marine Hull and Liabillity Policy conditions”.
4.2
De vraag die partijen onder meer verdeeld houdt is of Nagico een beroep kan doen op de door haar gebruikte voorwaarden. Annor stelt zich met betrekking tot de algemene voorwaarden waarop Nagico zich beroept op het standpunt:
- dat zij deze algemene voorwaarden nimmer heeft aanvaard (verzoekschrift, 9) en dat zij gezien hun inhoud ook niet van toepassing kunnen zijn, nu de overgelegde algemene voorwaarden zien op de verzekering van een jacht en niet van een werkboot (zoals de Birgelda was) (cvr, 9);
- dat de algemene voorwaarden, indien van toepassing, nimmer zijn overhandigd zodat Annor rechtsgeldig de vernietiging van de voorwaarden heeft ingeroepen.
Het gerecht overweegt hieromtrent als volgt.
4.3
Voor zover Annor heeft beoogd te stellen dat op de verzekeringsovereenkomst in het geheel geen algemene voorwaarden van toepassing zijn, omdat niet expliciet melding wordt gemaakt van de toepasselijkheid van enige algemene voorwaarden (verzoekschrift, 9 laatste zin), wordt dat betoog verworpen. In de polis wordt ten aanzien van de toepasselijke clausules etc. die deel uitmaken van de polis, verwezen naar de letters A, B, C, D, E, F, G, H en I. Kennelijk heeft Nagico beoogd om de aldus bedoelde clausules onderdeel uit te laten maken van de polis.
4.4
Het gerecht begrijpt de stellingen van Annor echter ook aldus dat zij eveneens stelt dat de algemene voorwaarden waarop Nagico specifiek een beroep doet ter afwijzing van de claim (en dan in het bijzonder de artikelen 29, 31, 41 en 42 van die voorwaarden) niet van toepassing zijn, omdat naar die specifieke voorwaarden in de polis niet is verwezen en omdat zij gezien hun inhoud niet op de verzekeringsovereenkomst betreffende het vaartuig van toepassing kunnen zijn. Het gerecht overweegt hieromtrent als volgt.
4.5
Door Nagico is (als bijlage B bij de conclusie van antwoord) een exemplaar overgelegd met de algemene voorwaarden die volgens haar van toepassing zijn op de verzekeringsovereenkomst en die meebrengen dat zij op de door haar gestelde gronden geen dekking hoeft te verlenen. Deze voorwaarden bestaan uit (1) een voorblad (pagina 1) met als titel “Marine Hull and Liability Policy Conditions”, (2) 49 bepalingen die zijn genummerd van 1 tot en met 49 (pagina 2 tot en met 13) met als titel “Institute Yacht Clauses” en (3) 11 bepalingen die zijn aangeduid met de letters A tot en met K (pagina 14 en 15) met als titel “Clauses and Warranties”.
4.6
Noch uit hetgeen Nagico heeft gesteld noch uit de tekst van de polis volgt dat Nagico de volledige “Marine Hull and Liability Policy Conditions”, bestaande uit zowel de met nummers als de met letters aangeduide bepalingen, van toepassing heeft verklaard. Integendeel, indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat Nagico met de verwijzing in de polis naar de letters A, B, C, D, E, F, G, H en I heeft beoogd te verwijzen naar de letters A tot en met I zoals opgenomen in het hoofdstuk “Clauses and Warranties” in de “Marine Hull and Liability Policy Conditions” (duidelijk is dat niet), dan volgt daaruit dat op grond van die verwijzing slechts dit onderdeel van deze algemene voorwaarden van toepassing is en niet ook de artikelen 1 tot en met 49 in het hoofdstuk “Institute Yacht Clauses”. Indien Nagico van oordeel is dat uit de polis dan wel uit andere feiten en omstandigheden zou volgen dat de bepalingen die zijn genummerd van 1 tot en met 49 weldegelijk van toepassing zijn, dan had van haar mogen worden verwacht dat zij die stelling nader gemotiveerd had onderbouwd. In dat kader had zij ook de stellingen van Annor behoren te bespreken waarom de “Institute Yacht Clauses” op de verzekeringsovereenkomst betreffende het vaartuig van toepassing zouden zijn verklaard, hoewel het vaartuig geen ‘yacht’ is.
4.7
Het vorenstaande oordeel brengt mee dat de artikelen 29, 31, 41 en 42 van de “Marine Hull and Liability Policy Conditions” niet van toepassing zijn op de verzekeringsovereenkomst. Nagico kan zich dus niet op deze bepalingen beroepen ter onderbouwing van haar standpunt dat zij geen dekking onder de polis hoeft te verlenen. De vraag of genoemde bepalingen zogenaamde kernbedingen zijn -zoals door Nagico gesteld- en om die reden niet door een beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden van de zijde van Annor zouden worden getroffen, behoeft gezien het bovenstaande geen bespreking. Ook indien er met Nagico veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat de betreffende bepalingen kernbedingen zijn die de dekking betreffen op grond van de polis, dan geldt nog steeds dat deze slechts van toepassing zijn indien de wilsovereenstemming tussen partijen, mede gelet op de artikelen 3:33 en 3:35 BW, ook de inhoud van deze bepalingen betreft. Dat dit zo is, volgt niet uit hetgeen is gesteld of gebleken.
4.8
De conclusie van het voorgaande is dan ook dat het verweer van Nagico gemotiveerd door Annor is betwist, zodat het verweer wordt verworpen. Aangezien Nagico ter onderbouwing van haar verweer dat zij geen dekking hoeft te verlenen, buiten het beroep op de polisvoorwaarden geen andere gronden heeft aangevoerd, is aldus komen vast te staan dat Annor recht heeft op dekking op grond van de polis. De hoogte van de door Annor gestelde schade ten gevolge van het zinken van het vaartuig is niet betwist, zodat de vordering van Annor wordt toegewezen.
4.9
Nagico zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden tot op heden begroot op Afl. 2.880,- aan griffierecht, Afl. 204,15 aan explootkosten en Afl. 6.000,- aan salaris van de gemachtigde. De nakosten worden toegewezen conform het nieuwe procesreglement.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht:
5.1
veroordeelt Nagico tot betaling aan Annor van een bedrag van Afl. 288.000,-, welk bedrag op daartoe strekkend verzoek van Annor aan CIBC First Caribbean Bank te Aruba moet worden overgemaakt;
5.2
veroordeelt Nagico in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Annor worden begroot op Afl. 2.880,- aan griffierecht, Afl. 204,15 aan explootkosten en Afl. 6.000,- aan salaris van de gemachtigde en Afl. 250,- aan nakosten gemachtigdensalaris met verhoging van Afl. 150,- in geval van betekening van dit vonnis;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 juni 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 16 juni 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: A.R. nr. AUA201900488
Inhoudsindicatie: Civiel. Uitkering van de verzekeringspenningen aan eiseres uit hoofde van de polis.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.J. Verhoeven
Bijzondere kenmerken: