ECLI:NL:OGEAA:2021:452

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
AUA201903612
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door ongeval op golfbaan; beoordeling gebrekkige opstal

In deze zaak vordert eiser, wonend in de Verenigde Staten, dat het Gerecht verklaart dat de naamloze vennootschap Tierra del Sol Golf Course N.V. aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden na een ongeval op de golfbaan. Het ongeval vond plaats op 14 januari 2016, toen eiser ten val kwam op een pad ter hoogte van de 18e hole van de golfbaan. Eiser stelt dat het pad gebrekkig was en niet voldeed aan de veiligheidseisen, waardoor hij letsel heeft opgelopen. Hij heeft Tierra del Sol aansprakelijk gesteld en vordert een schadevergoeding van $113.251,25, vermeerderd met wettelijke rente.

Tierra del Sol betwist de aansprakelijkheid en voert aan dat het pad voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen. De verdediging stelt dat het pad van gestort beton is en dat dit materiaal niet glad is, maar ruw en oneffen. Het Gerecht heeft de feiten en stellingen van beide partijen beoordeeld, inclusief foto’s van het pad en de omstandigheden van het ongeval.

Het Gerecht oordeelt dat het pad geen gebrekkige opstal is in de zin van artikel 6:174 lid 1 BW. De rechter concludeert dat Tierra del Sol niet aansprakelijk is voor de schade die eiser heeft geleden, omdat het pad niet voldeed aan de criteria voor een gebrekkige opstal. Eiser wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Tierra del Sol.

Uitspraak

Vonnis van 16 juni 2021
Behorend bij A.R. AUA201903612
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiser],
wonend in de Verenigde Staten van Amerika,
eiser,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. R.J. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
TIERRA DEL SOL GOLF COURSE N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: Tierra del Sol,
gemachtigden: de advocaten mrs. J.M. de Cuba en R. Henriquez,

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek zonder producties,
- de pleitnota’s van partijen;
- de pleidooizitting gehouden op 9 februari 2021, waarbij zijn verschenen [eiser] in persoon (via videoverbinding) bijgestaan door zijn gemachtigde en Tierra del Sol, vertegenwoordigd door mr. De Cuba voornoemd en haar bestuurder [naam bestuurder].
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tierra del Sol is de beheerder en exploitant van een golfbaan gevestigd te Tierra del Sol Resort & Golf, een golf/woonresort, bestaande uit onder meer een golfbaan, restaurants, een clubhuis, een fitnessclub en luxe woningen.
2.2
De golfbaan bestaat uit 18 holes en is voorzien van verharde paden.
2.3
Op 14 januari 2016 in de namiddag is [eiser] ten val geraakt op het pad ter hoogte van de 18e hole (hierna: het ongeval). Hij heeft daarbij letsel opgelopen.
2.4
Bij brief van 6 augustus 2019 heeft [eiser] Tierra del Sol aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade ten gevolge van het ongeval en Tierra del Sol gesommeerd om $ 113.781,- aan materiële en immateriële schade aan hem te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat Tierra del Sol (risico)aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade en Tierra del Sol veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag van $113.251,25, althans de tegenwaarde daarvan in Arubaanse courant, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2016 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Tierra del Sol tot betaling van de proceskosten.
3.2
Aan de vordering legt [eiser] ten grondslag dat Tierra del Sol ingevolge artikel 6:174 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) als bezitter van het pad waar het ongeval heeft plaatsgevonden aansprakelijk is voor de door hem als gevolg van het ongeval geleden schade, omdat het pad niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen en daardoor gevaar opleverde. [eiser] stelt dat het pad naar zijn aard ongeschikt is, gelet op het doel waarvoor het gebruikt wordt. Het pad is van beton, dat van zichzelf gladder is dan asfalt. Bovendien is het pad gelegen te midden van golfbanen die bewaterd worden en wordt het gebruikt door golfers die in de regel golfschoenen voorzien van noppen dragen. Volgens [eiser] is hij op het donkere gedeelte van het pad ten val gekomen, welk deel gladder is dan het lichtere gedeelte van het pad. Daarnaast stelt [eiser] dat het pad voor het publiek toegankelijk is en om die reden aan hoge veiligheidseisen dient te voldoen. Volgens [eiser] had Tierra del Sol veiligheidsmaatregelen moeten nemen, zoals het pad slipbestendig maken, het plaatsen van waarschuwingsbord voor gladheid en slipgevaar en een afslagplaats maken bij elke hole.
3.3
Tierra del Sol heeft gemotiveerd verweer gevoerd, strekkende tot afwijzing van de vordering en veroordeling van [eiser] tot betaling van de proceskosten.
3.4
Primair voert Tierra del Sol in dit verband aan dat het pad voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mocht stellen en aldus niet gebrekkig was. Tierra del Sol stelt dat het pad van gestort beton is en dat een gestort betonnen vloer niet glad is, maar ruw en oneffen. Zowel het licht- als het donkergekleurde deel van het pad ter hoogte van de 18e hole is oneffen en niet gladgeschuurd, en zit vol kraakjes, scheurtjes en kuiltjes, aldus Tierra del Sol. Subsidiair betoogt Tierra del Sol dat sprake is van eigen schuld van [eiser]. Voorts betwist Tierra del Sol de omvang van de gestelde materiële schade en de verschuldigdheid en de omvang van de gestelde immateriële schade.

4.DE BEOORDELING

4.1
Artikel 6:174 lid 1 BW bepaalt dat de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, ingeval dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk is, tenzij aansprakelijkheid op grond van afdeling 1 zou hebben ontbroken, indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.
4.2
Tussen partijen is niet in geschil dat het pad waar het ongeval heeft plaatsgevonden een opstal is in vorenbedoelde zin en dat Tierra del Sol als bezitter daarvan moet worden aangemerkt. Waar partijen over twisten is de vraag of Tierra del Sol op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval van [eiser].
4.3
Volgens vaste rechtspraak (onder meer Hoge Raad 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6236) geldt bij de beoordeling van de aansprakelijkheid het volgende. Een bezitter van een opstal is alleen aansprakelijk voor schade van een benadeelde, als die schade is veroorzaakt door een gebrek in dat opstal waardoor een gevaar is ontstaan voor personen en zaken, dat zich heeft verwezenlijkt. De opstal is gebrekkig, als deze niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Daarbij komt het aan op de - naar objectieve maatstaven te beantwoorden - vraag of het, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk was. Daarbij is ook van belang hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn.
4.4
Vast staat dat het pad van gestort beton is samengesteld. Het Gerecht volgt [eiser] niet in zijn stelling dat beton naar zijn aard ongeschikt is voor het gebruik te midden van golfbanen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Tierra del Sol onweersproken heeft gesteld dat constructies van gestort beton hier te lande veelvuldig en veelzijdig worden toegepast en dagelijks door vele mensen worden gebruikt, onder meer als parkeerplaats, openbare weg, wandel-, hardloop- en fietspad. Daarbij is het een feit van algemene bekendheid dat gestort beton gladgeschuurd of ruw en oneffen afgewerkt kan worden.
4.5
Het Gerecht stelt voorts, op grond van de door [eiser] overgelegde duidelijke foto’s van het donkere gedeelte van het pad op de plaats waar naar [eiser] stelt en door Tierra del Sol betwist het ongeval heeft plaatsgevonden (productie I.E van de conclusie van repliek), vast dat het pad geen gladgeschuurd oppervlak heeft, maar met een lichte bezemstreek is afgewerkt. Aan de hand van de overige door partijen overgelegde foto’s stelt het Gerecht verder vast dat het pad steeds een – al dan niet van een bezemstreek voorzien – ruw en oneffen oppervlak heeft en geen gladgeschuurd oppervlak. Dit brengt met zich dat naar het oordeel van het Gerecht, ook indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat, zoals [eiser] stelt, het pad ten tijde van het ongeval nat of vochtig was, het slipgevaar niet onacceptabel hoog was. Evenmin valt uit de foto’s af te leiden dat het pad op de desbetreffende plaats in zodanig slechte staat verkeerde dat het toe was aan onderhoudswerkzaamheden. In dit verband heeft Tierra del Sol onweersproken gesteld dat het kleurverschil tussen de verschillende delen van het pad, zoals op de foto’s te zien is, afhankelijk is van wanneer het desbetreffende deel van het pad is aangelegd, waarbij heeft te gelden hoe donkerder, hoe recenter. Ten slotte behoeft het pad, nu Tierra del Sol onweersproken heeft gesteld dat de toegang tot de golfbaan verbonden is aan lidmaatschap van de club, niet als een voor het publiek toegankelijk pad te worden aangemerkt, waaraan in beginsel hogere eisen mogen worden gesteld.
4.6
Gelet op het voorgaande, is het Gerecht van oordeel dat het pad geen gebrekkige opstal is in vorenbedoelde zin. Dit leidt ertoe dat Tierra de Sol niet aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade. Dit betekent dat, hoe ingrijpend de gevolgen van het ongeval ook voor [eiser] zijn geweest, hij de schade niet op Tierra del Sol kan verhalen. De overige stellingen en weren van partijen maken dit niet anders en behoeven dan ook geen bespreking meer. De vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
4.7
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser] in de proceskosten van Tierra del Sol worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht:
5.1
wijst de vordering van [eiser] af;
5.2
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Tierra del Sol worden begroot op Afl. 6.000,- (3 punten in tarief 7) aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 juni 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 16 juni 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: K.G. nr. AUA201903612
Inhoudsindicatie: Civiel. Geen gebrekkige opstal in de zin van artikel 6:174 lid 1 BW.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: