ECLI:NL:OGEAA:2021:453

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
AUA201802661
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsovereenkomst en schadevergoeding na overval op juwelierszaak

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde Treasure Island Jewelry N.V., h.o.d.n. Kevin Jewelers, een schadevergoeding van New India Assurance Representative N.V. naar aanleiding van een overval op 22 mei 2017. Treasure Island stelde dat er juwelen ter waarde van US$ 125.044,00 waren gestolen en dat New India op basis van de verzekeringsovereenkomst gehouden was deze schade te vergoeden. New India verweerde zich door te stellen dat de overval na sluitingstijd had plaatsgevonden en dat de juwelen niet in de kluis waren opgeborgen, waardoor er geen dekking onder de polis zou zijn. Het gerecht oordeelde dat de overval om 18:11 uur plaatsvond, terwijl de winkel nog geopend was, en dat Treasure Island niet in gebreke was gebleven met betrekking tot de polisvoorwaarden. Het gerecht verwierp de verweren van New India en oordeelde dat Treasure Island recht had op de gevorderde schadevergoeding, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van de overval. Tevens werd New India veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 16 juni 2021
Behorend bij AUA201802661
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Treasure Island Jewelry N.V. h.o.d.n. Kevin Jewelers,
te Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Treasure Island,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
New India Assurance Representative N.V.,
te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: New India,
gemachtigde: de advocaten mr. Allan F. Kuster en mr. Ellen F. Kuster.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 27 februari 2019 blijkt uit het tussenvonnis van die datum, waarin een comparitie van partijen is gelast. Het verdere verloop blijkt uit:
- het proces verbaal van de comparitie van partijen d.d. 28 maart 2019;
- de conclusie van repliek d.d. 25 september 2019;
- de conclusie van dupliek d.d. 20 november 2019.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Treasure Island exploiteert onder de benaming Kevin Jewelers een juwelierszaak in het centrum van Oranjestad.
2.2
New India is een verzekeraar. Treasure Island heeft in de periode 2017/2018 bij New India diverse verzekeringen gesloten. Op een van die verzekeringen, die een looptijd had van 15 maart 2017 tot 15 maart 2018, staat bij de dekking vermeld (verzoekschrift, prod. 2, vijfde blad):
“Cover:Burglary & Hold-up Insurance
2.3
Onder het kopje voorwaarden op het polisblad staat onder meer vermeld:
“(…)
- Special Conditions of Jewelry Insurance with limit of Afls. 24.000,= for Jewelry to be kept outside safe after business hours. No single items having value more than US$ 250,= (Afls. 450,=) to be kept out of safe after business hours. (…)”
2.4
In de algemene polisvoorwaarden met als kop “Burglary Insurance” staat onder meer (op pagina 2 onder 4) vermeld (cva, bijl. C):
“(4) On the happening of any Loss or Damage (…).
The insured shall also produce and give to the Company when where and to whom and in a manner required by the Company (…) all such Books of Account Vouchers Invoices Documents proofs and information as may be reasonable required and the Insured shall be bound to satisfy the Company by such reasonable evidence as the Company may require that the Loos or Damage claimed for has actually arisen from one of the causes insured against (…)”
2.5
Op 22 mei 2017 heeft er aan het einde van de middag een overval plaatsgevonden op de juwelierszaak van Treasure Island, waarbij een groot aantal juwelen is gestolen. Op het moment van de overval bevonden de juwelen zich nog in de vitrines in de winkel.
2.6
Naar aanleiding van de aangifte door Treasure Island van de diefstal heeft de KPA een proces-verbaal van aangifte opgemaakt (verzoekschrift, prod. 4). Bij de aangifte is een overzicht gevoegd van de - volgens Treasure Island - gestolen juwelen, voorzien van een opgave van de waarde van ieder afzonderlijk item. Het totaalbedrag van dit overzicht bedraagt US$ 125.044,00. Aan dit overzicht is als bijlage een groot aantal facturen en lijsten gehecht waarin juwelen en hun prijzen staan vermeld.
2.7
In opdracht van New India heeft de heer [naam deskundige] (hierna te noemen: [deskundige]) een onderzoek ingesteld naar de claim van Treasure Island. In zijn (aanvullend) rapport d.d. 13 november 2017 (cva, bijl. D) adviseert hij New India om geen uitkering te doen aan Treasure Island in verband met de overval. Daartoe stelt hij, samengevat, dat:
- de overval plaatsvond na 18:00 uur, hetgeen de normale sluitingstijd van winkels is;
- de vitrinekasten niet waren afgesloten;
- de blijkens de video-opnames gestolen goederen onmogelijk een waarde kunnen vertegenwoordigen van US$ 125.000,00;
- de verzekerde in een brief aan [deskundige] heeft gemeld dat hij geen officiële documentatie van de invoer van de juwelen kan tonen, omdat de gestolen juwelen illegaal zijn ingevoerd.
2.8
In zijn brief van 3 november 2017 heeft de directeur van Kevin Jewelers het volgende bericht aan ‘the Insurance Company’ (cva, bijl. D):
“I (undersigned) would like to give some explanation about the duty structure in our jewelry business. It is not all the jewelry which we have is duty paid by us. When we travel to the United States, lot of time we bring the goods along with us or get it shipped by FedEx which duty is paid by us. Lot of times our suppliers provide us the goods in our store and they just make the invoice & deliver us the goods. Mostly this happens in case of big tickets (expensive) items.
(…)
I as a small businessman to start on my own cannot afford to pay so much duties, so my suppliers have always provided goods for my convenience. (…)”
2.9
Bij brief van 13 september 2019 aan het Openbaar Ministerie (cvr, prod. B) heeft de gemachtigde van Treasure Islands aan het Openbaar Ministerie verzocht om hem, in verband met de vaststelling van de hoogte van de schade, te informeren of door de politie inmiddels een deel van de gestolen juwelen was teruggevonden en in beslag was genomen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Treasure Island vordert dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- New India veroordeelt om op grond van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst aan Treasure Island te betalen het bedrag van US$ 125.044,00, althans de tegenwaarde daarvan in Arubaanse florins, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2017;
- New India veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.2
Aan haar vordering legt Treasure Island het volgende ten grondslag.
Op 22 mei 2017 heeft er een overval op de winkel van Treasure Island plaatsgevonden, waarbij een grote hoeveelheid juwelen is gestolen. De schade ten gevolge van de overval bedraagt US$ 125.044,00. New India is gehouden om op grond van de tussen partijen geldende verzekeringsovereenkomst de aldus geleden schade te vergoeden.
3.3
New India voert hiertegen verweer, waartoe zij zakelijk weergegeven het volgende aanvoert.
a. a) De overval vond plaats na sluitingstijd, terwijl op dat moment de goederen nog niet in de kluis waren opgeslagen. Op grond van de voorwaarden was er daarom geen dekking onder de polis.
b) De glazen vitrinekasten waren tijdens de overval niet allemaal afgesloten. De overvallers hebben alleen juwelen geroofd uit de niet afgesloten vitrines. Het is dus aan Treasure Island zelf te wijten dat de diefstal van juwelen heeft kunnen plaatsvinden.
c) De buit is minder groot dan door Treasure Island is opgegeven.
d) Uit informatie in de media blijkt dat een deel van de gestolen juwelen is teruggekregen.
e) Treasure Island heeft geen invoerrechten betaald over de bij haar gestolen juwelen. Indien New India een vergoeding uitkeert ter zake van deze juwelen, zal zij zich schulden maken aan het medeplegen van witwassen (strafbaar gesteld in het wetboek van strafrecht) (cva, 7). Bovendien maakt New India zich in dat geval tevens schuldig aan de overtreding van diverse andere wettelijke bepalingen, zoals die uit de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf (hierna: de Lv Toezicht), hetgeen kan leiden tot bestuurlijke sancties (waaronder het intrekken van haar vergunning door de Centrale Bank van Aruba).
f) Treasure Island heeft New India misleid door niet te vermelden dat ze de invoerrechten over de gestolen juwelen niet heeft betaald. Zij heeft hierdoor jegens New India verzekeringsfraude gepleegd, waardoor het recht op uitkering vervalt.
g) Treasure Island kan niet voldoen aan het vereiste van het overleggen van facturen dan wel officiële stukken ter onderbouwing van haar vordering, terwijl zij daartoe op grond van de polisvoorwaarden wel gehouden is.

4.DE BEOORDELING

4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat er op 22 mei 2017 een overval op de winkel van Treasure Island heeft plaatsgevonden, waarbij daadwerkelijk een aantal juwelen is gestolen. Ook staat vast dat Treasure Island bij New India een verzekeringsovereenkomst had gesloten, welke in beginsel dekking biedt tegen schade die wordt geleden door een overval zoals die op 22 mei 2017 heeft plaatsgevonden. Waar het om gaat is of New India desalniettemin dekking onder de polis kan weigeren op grond van (één van) de door haar aangevoerde verweren.
De juwelen waren na sluitingstijd niet in de kluis opgeborgen
4.2
Op grond van de toepasselijke voorwaarden is er, zo volgt althans naar het oordeel van het gerecht uit de tekst van die voorwaarden, een sterk gelimiteerde dekking (en dus geen volledig verlies van dekking, zoals door New India gesteld) ten aanzien van de juwelen die ‘
after business hours’niet worden bewaard in de kluis
.Het gerecht begrijpt uit de conclusie van antwoord onder 2, dat New India zich - op grond van de opgave van Treasure Island hieromtrent in het proces-verbaal van aangifte - op het standpunt stelt dat de sluitingstijd van de winkel van Treasure Island op die dag om 18:15 uur was. Treasure Island heeft naar aanleiding van dit verweer gesteld (cvr, 4) dat de overval is begonnen om 18:11 uur, zodat de winkel nog was geopend voor publiek. Ter onderbouwing daarvan heeft zij verwezen naar een print van de video-opname (cvr, prod. A).
4.3
New India heeft deze onderbouwde stelling niet betwist, zodat het gerecht als vaststaand aanneemt dat de overval om 18:11 uur is begonnen en derhalve gedurende de openingstijden van de winkel en niet ‘after business hours’.
4.4
Ten overvloede merkt het gerecht op dit punt nog op dat ook in het geval moet worden uitgegaan van een sluitingstijd van 18:00 uur, zoals door Ecury in zijn rapport gesteld, niet zonder meer kan worden geoordeeld dat het tijdstip 18:11 uur moet worden aangemerkt als ‘after business hours’ in de zin van de polis, nu (i) dit tijdstip immers zeer kort na de winkelsluiting ligt, (ii) de manager en medewerkster nog in de winkel aanwezig waren en (iii) hun werkdag kennelijk nog niet was beëindigd. Onder die omstandigheden kan aan Treasure Island niet worden tegengeworpen dat de juwelen om 18:11 uur nog niet in de kluis waren opgeslagen.
4.5
De conclusie van het voorgaande is dan ook dat het beroep op de betreffende uitsluitingsclausule faalt en dat het daarop gebaseerde verweer wordt verworpen.
De glazen vitrinekasten waren niet gesloten
4.6
New India heeft niet gesteld dat Treasure Island op grond van de tekst van de polis dan wel op grond van de tekst van de op de polis toepasselijke voorwaarden verplicht was om, voor het verkrijgen van dekking onder de polis, de verzekerde goederen tijdens winkeluren in een gesloten vitrinekast te bewaren. New India heeft ook verder geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat anderszins uit de verzekeringsovereenkomst volgt dat Treasure Island hiertoe (in redelijkheid) verplicht was. New India kan dan ook niet achteraf, nadat het verzekerde voorval zich heeft voorgedaan, op deze grond de aanspraak op dekking afwijzen. Ook dit verweer faalt.
De omvang van de schade
-
de omvang van de diefstal en de opgave daaromtrent door Treasure Island
4.7
Treasure Island heeft bij de aangifte van de overval bij de politie een lijst overgelegd van de juwelen die volgens haar tijdens de overval zijn buitgemaakt, waarbij ten aanzien van ieder onderdeel een opgave van de waarde is gedaan. In totaal betreft de lijst 33 gestolen items met een totaalwaarde van US$ 125.044,00. Bij deze lijst is als bijlage een groot aantal facturen gevoegd. De lijst met bijlage is aan het proces-verbaal van aangifte gehecht. Zij is afzonderlijk als productie D bij conclusie van repliek door Treasure Island in de procedure ingebracht.
4.8
Volgens New India (cva, 5) blijkt uit de video-opnames dat het aantal stukken dat de overvallers hebben meegenomen
‘best wel meeviel en helemaal niet omvangrijk was’. New India heeft echter niet concreet aangegeven hoeveel items blijkens de video-opnames dan wel (ongeveer) zijn buitgemaakt en welke door Treasure Island opgegeven items volgens haar blijkens de video-opnames niet zijn buitgemaakt. Daarmee heeft New India dit verweer onvoldoende concreet onderbouwd, zodat het verweer zal worden gepasseerd zonder dat New India tot bewijs van haar stellingen dienaangaande behoeft te worden toegelaten.
-
een deel van de gestolen juwelen is terug gevonden
4.9
Volgens New India heeft Treasure Island inmiddels een deel van de buit weer teruggekregen. Zij baseert zich voor deze stelling op berichten in de media (cva, 6).
4.1
Treasure Island heeft dit betwist. Zij heeft in dit verband onder meer gesteld dat zij geen juwelen heeft teruggekregen en dat zij evenmin bericht heeft gehad van het Openbare Ministerie dat (een deel van) de buit strafrechtelijk in beslag zou zijn genomen.
4.11
In het licht van de betwisting van de zijde van Treasure Island, had van New India mogen worden verwacht dat zij haar verweer nader had onderbouwd. De algemene opmerking dat
‘een deel van de buit inmiddels is teruggekregen’onder verwijzing naar een bericht in de media, is een onvoldoende gemotiveerde en een onvoldoende concrete onderbouwing van het verweer. Het gerecht gaat dan ook aan dit verweer voorbij zonder dat New India tot bewijs van haar stellingen op dit punt behoeft te worden toegelaten.
4.12
De stelling van New India in haar conclusie van dupliek dat Treasure Island pas 12 dagen voor het indienen van de conclusie van repliek een brief naar het Openbaar Ministerie heeft gestuurd (cvd, 16) - waarmee New India kennelijk verwijst naar de brief van de gemachtigde van Treasure Island d.d. 13 september 2019 aan het Openbaar Ministerie met het verzoek om Treasure Island te informeren omtrent eventueel in beslag genomen juwelen (cvr, prod. B) -, leidt gezien voorgaande overweging niet tot een ander oordeel. Kennelijk is New India van oordeel dat het voor risico van Treasure Island komt dat zij niet kan aantonen dat er geen juwelen door de politie zijn teruggevonden. Daarmee miskent New India dat het op haar weg had gelegen om haar verweer dat de schade minder groot is dan door Treasure Island gesteld, omdat een deel van de gestolen juwelen inmiddels is teruggevonden, gemotiveerd te onderbouwen en - in geval van gemotiveerde betwisting van dat verweer - eventueel te bewijzen.
De niet betaalde invoerrechten
4.13
Volgens New India heeft Treasure Island zelf (schaamteloos) aangegeven dat er geen invoerrechten over de gestolen juwelen zijn betaald. Er is dus sprake van smokkel en witwassen door Treasure Island. Uitkering van de verzekeringspenningen brengt om die reden mee dat New India zich zelf schuldig zou maken aan het (mede)plegen van het misdrijf witwassen. Tevens zou zij handelen in strijd met artikel 14d lid 1 van de Lv Toezicht, welke aan verzekeraar de verplichting oplegt om een adequaat beleid te voeren voor een integere uitoefening van haar bedrijf (cvd, 9).
4.14
Treasure Island heeft betwist dat zij geen invoerrechten heeft betaald over de gestolen juwelen en dat deze door haar Aruba zouden zijn binnengesmokkeld. Zij heeft gesteld dat zij voor de juwelen die zij zelf in Aruba invoert, zelf de invoerrechten betaalt. De juwelen die zij tijdens de overval in de winkel had waren grotendeels gekocht van buitenlandse verkopers. In die gevallen worden de invoerrechten betaald door de importeurs en worden zij dus niet betaald door Treasure Island (cvr, 10 – 12), aldus Treasure Island.
4.15
Het gerecht stelt voorop dat het niet is uitgesloten dat in het geval geen invoerrechten zijn betaald over de gestolen juwelen, New India zich schuldig maakt aan overtreding van (een aantal van) de door haar genoemde wettelijke bepalingen indien zij zonder meer overgaat tot vergoeding van de waarde van de gestolen juwelen. Ten aanzien van de vraag of in onderhavig geval al dan niet invoerrechten over de gestolen juwelen zijn betaald, geldt het volgende.
4.16
Uit de gedingstukken begrijpt het gerecht dat New India zich voor haar verweer, inhoudende dat Treasure Island zelf (schaamteloos) heeft verklaard geen invoerrechten te hebben betaald over de gestolen goederen, baseert op het rapport van [deskundige]. Deze schrijft in zijn rapport van 13 november 2017 (cva, bijl. D):
“We received in writing from insured that he does not have the official documentation of import of the jewelry because they are not imported legally. The jewelry is contraband and therefore we cannot honor this claim. (…).”
4.17 [
deskundige] verwijst kennelijk naar de brief d.d. 3 november 2017 (cva, bijl. D) van de directeur van Kevin Jewelers aan de verzekeraar (hiervoor geciteerd onder nummer 2.8), die als bijlage bij het rapport is gevoegd (zie hieromtrent: New India, cva, 7). Anders dan New India stelt, volgt uit deze brief geenszins dat Treasure Island (schaamteloos) verklaart dat zij geen invoerrechten heeft betaald over de gestolen juwelen. In de eerste alinea verklaart de directeur dat Treasure Island zelf de invoerrechten betaalt over de goederen die zij meeneemt uit de Verenigde Staten alsmede over de goederen die in opdracht van Treasure Island via FedEx naar Aruba worden verzonden. In dat laatste geval is het overigens niet mogelijk om betaling van invoerrechten te ontlopen, zo voegt het gerecht daaraan toe. Omdat Treasure Island het zich niet kan veroorloven om grote bedragen aan invoerrechten te betalen, zo verklaart de directeur verder in de derde alinea van de brief, voorzien de leveranciers hem van de nodige goederen. In samenhang met de tweede alinea van de brief, waarin de directeur verklaart dat de leveranciers hem de goederen leveren en dat
‘they give me the time also to pay’moet de verklaring aldus worden begrepen dat de leveranciers in de bedoelde gevallen de invoerrechten voldoen, waarna Treasure Island de leveranciers betaalt. De inhoud van de brief bevestigt aldus de stellingen van Treasure Island, zoals verwoord in de conclusie van repliek onder de nummers 10 tot en met 12.
4.18
In redelijkheid kan in de brief niet worden gelezen dat de directeur schaamteloos verklaart dat Treasure Island nimmer invoerrechten betaalt voor door haar verkochte goederen en dat zij dat dus ook niet heeft gedaan over de gestolen juwelen. Andere feiten en omstandigheden waaruit volgt dat geen invoerrechten zijn betaald over de gestolen goederen, zijn gesteld noch gebleken. Daarmee heeft New India dit verweer onvoldoende onderbouwd, zodat het wordt verworpen zonder dat New India tot het bewijs van de stelling behoeft te worden toegelaten. Uit dit oordeel volgt dat de stelling van New India dat het aan Treasure Island is om te stellen en te bewijzen dat zij de invoerrechten wel heeft voldaan (cvd, 2), wordt verworpen.
4.19
New India heeft in verband met de invoerrechten voorts gesteld dat Treasure Island op grond van het gestelde onder punt 4 van de polisvoorwaarden (cva, bijl. C) contractueel verplicht is om bewijzen te overleggen van de betaling van invoerrechten. (cva, 9; proces-verbaal comparitie, pag. 1). Om die reden is zij bevoegd de claim af te wijzen als Treasure Island die bewijzen niet overlegt, aldus New India.
4.2
In de betreffende voorwaarde waarop New India zich beroept, is in algemene termen bepaald dat de verzekerde in geval van een claim boeken, vouchers, facturen, documenten, bewijzen en informatie moet verschaffen zoals in redelijkheid door New India als verzekeraar kan worden verlangd.
4.21
Naar het oordeel van het gerecht kan New India ten aanzien van de gestolen juwelen die Treasure Island zelf heeft ingevoerd, in redelijkheid verlangen dat zij aantoont dat zij deze legaal heeft ingevoerd en dat zij hierover invoerrechten heeft betaald. Voor zover Treasure Island dit niet kan ten aanzien van de door haarzelf ingevoerde juwelen, slaagt het verweer van New India.
4.22
Toch kan dit oordeel niet leiden tot de conclusie dat Treasure Island ten aanzien van de door haar zelf geïmporteerde juwelen, geen recht heeft op vergoeding van de schade. Treasure Island heeft bij het overzicht van de gestolen goederen, facturen gevoegd betreffende de aankoop van de juwelen (zie hiervoor onder nummer 4.7). Het had op de weg van New India gelegen om naar aanleiding van het overzicht en bijbehorende facturen concreet te onderbouwen welke juwelen volgens haar blijkens de facturen door Treasure Island zelf zijn ingevoerd en ten aanzien waarvan zij dus bewijs van betaling van invoerrechten kan verlangen, voor zover die betaling niet uit de facturen zelf blijkt (het gerecht merkt in dit verband op dat in sommige facturen de betaling van invoerrechten expliciet is vermeld). Door dit niet te doen, heeft zij haar verweer voor dit onderdeel van de vordering onvoldoende onderbouwd.
4.23
New India heeft niet gesteld waarom zij zonder meer op grond van onderhavige clausule in de polisvoorwaarden in redelijkheid kan verlangen dat Treasure Island bewijs overlegt van de betaling van invoerrechten over juwelen die niet door Treasure Island, maar door haar leveranciers zijn ingevoerd. Voor het stellen van die voorwaarde zou wellicht aanleiding kunnen zijn, indien New India redelijke gronden heeft om te vermoeden dat de juwelen door de leveranciers zonder invoerrechten te betalen Aruba zijn binnengesmokkeld en Treasure Island hiervan ook op de hoogte was. Daaromtrent heeft New India echter niets gesteld. Zoals hiervoor in nummer 4.18 is overwogen, kan een dergelijk vermoeden niet worden gebaseerd op de brief d.d. 3 november 2017. Ook overigens zijn geen feiten en omstandigheden gesteld die meebrengen dat New India in redelijkheid kan verlangen dat Treasure Island ten aanzien van de niet door haarzelf ingevoerde juwelen aantoont dat er door de importeurs invoerrechten zijn betaald. Ten aanzien van de niet door Treasure Island zelf ingevoerde juwelen, wordt dit onderdeel van het verweer van New India dan ook eveneens verworpen.
4.24
Het verweer dat Treasure Island verzekeringsfraude heeft gepleegd door New India te misleiden doordat Treasure Island niet heeft vermeld dat zij geen invoerrechten heeft betaald, behoeft gezien het voorgaande geen zelfstandige bespreking.
De verplichting tot het overleggen van facturen en officiële documenten
4.25
Ter onderbouwing van haar verweer dat Treasure Island geen invoerrechten heeft betaald (zie hiervoor onder nummer 4.19) heeft New India gesteld dat in de algemene voorwaarden (pagina 2 onder 4) de verplichting is opgenomen voor de verzekerde om de vordering te ondersteunen met volledige facturen/officiële stukken. Voor het geval New India met dit verweer mede heeft willen betogen dat Treasure Island ook als bewijs voor de hoogte van de geleden schade facturen en stukken had moeten overleggen, geldt het volgende.
4.26
Zoals hiervoor in nummer 4.7 is overwogen, heeft Treasure Island bij de door haar opgestelde lijst van gestolen items een groot aantal facturen betreffende door haar aangekochte juwelen als bijlage overgelegd. New India heeft zich in het geheel niet over de (juistheid van de) facturen uitgelaten. Daarmee is door New India ook niet gesteld dat met de overgelegde facturen niet zou zijn aangetoond dat de opgegeven waarde van de als gestolen opgegeven items juist is. Ook dit verweer kan, aldus opgevat, niet leiden tot het oordeel dat Treasure Island geen recht heeft op (volledige) vergoeding van de schade.
Slotsom
4.27
De conclusie van het voorgaande is dat de verweren van New India worden verworpen. Nu hetgeen Treasure Island aan haar vordering tot vergoeding van de schade ten grondslag heeft gelegd de toewijzing ervan kan dragen, zal die vordering hierna worden toegewezen. New India heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente, zodat ook deze hierna zal worden toegewezen.
4.28
Als de in het ongelijk gestelde partij zal New India worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Treasure Island worden begroot op Afl. 2.440,00 aan griffierecht, op Afl. 201,40 aan explootkosten en op Afl. 6.000 voor salaris van de gemachtigde (3 punten van tariefgroep 7).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt New India om op grond van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst aan Treasure Island te betalen het bedrag van US$ 125.044,00, althans de tegenwaarde daarvan in Arubaanse florins, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2017;
5.2
veroordeelt New India in de kosten van de procedure aan de zijde van Treasure Island gevallen en die worden begroot op Afl. 2.440,00 aan griffierecht, op Afl. 201,40 aan explootkosten en op Afl. 6.000,00 voor salaris van de gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 juni 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 16 juni 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: A.R. nr. AUA201802661
Inhoudsindicatie: Verzekeringsovereenkomst
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.J. Verhoeven
Bijzondere kenmerken: