ECLI:NL:OGEAA:2021:489

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
AR202000566
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling door executeur van nalatenschap met wettelijke rente

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de executeur van de nalatenschap van een erflater een vordering ingesteld tegen de erven. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 februari 2020 werd ingediend. De gedaagden, waaronder meerderjarige en minderjarige kinderen van de erflater, hebben op verschillende momenten hun conclusies van antwoord ingediend. Tijdens een comparitie op 19 april 2021 hebben de partijen gesproken en is er een akkoord bereikt over een deel van de vordering, wat leidde tot een vermindering van de eis door de executeur.

De executeur vorderde onder andere betaling van Afl. 117.528,75 en Afl. 9.678,17 aan salaris voor zijn werkzaamheden, met wettelijke rente vanaf 12 november 2019. De gedaagden hebben in verschillende mate gereageerd op de vordering, waarbij gedaagde 1 akkoord ging met de vordering, terwijl gedaagde 2 en gedaagde 4 zich refereerden aan het oordeel van het Gerecht. Het Gerecht heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling aan de executeur.

In de uitspraak van 25 augustus 2021 heeft het Gerecht de erven veroordeeld om binnen 10 dagen na de uitspraak de gevorderde bedragen te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens zijn de erven veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 3.805,44 aan verschotten en Afl. 5.000,-- aan salaris voor de executeur. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de executeur direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

Vonnis van 25 augustus 2021
Behorend bij A.R. AUA202000566
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[executeur]in zijn hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [erflater],
wonende te Aruba,
EISER, hierna te noemen: de executeur,
gemachtigde: de advocaat mr. W.J. Noordhuizen,
tegen:

1.[gedaagde 1],

wonende in Nederland, [adres],
hierna te noemen: [gedaagde 1],
procederend in persoon,
2. [gedaagde 2]als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kinderen:
[kind 1 gedaagde 2], hierna te noemen: [kind 1 gedaagde 2],
[kind 2 gedaagde 2], hierna te noemen: [kind 2 gedaagde 2],
[kind 3 gedaagde 2], hierna te noemen: [kind 3 gedaagde 2],
wonende in Aruba,
hierna te noemen: [gedaagde 2],
procederend in persoon,

3.[gedaagde 3]als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige:

[kind 1 gedaagde 3], hierna te noemen: [kind 1 gedaagde 3],
wonende in Nederland,
hierna te noemen: [gedaagde 3],
gemachtigde krachtens schriftelijke volmacht: [gedaagde 2],

4.[gedaagde 4]als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige:

[kind 1 gedaagde 4], hierna te noemen: [kind 1 gedaagde 4],
wonende in Aruba,
hierna te noemen: [gedaagde 4],
gemachtigde: de advocaat mr. Chr. Lejuez,
GEDAAGDEN.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het op 19 februari 2020 ingediende verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord van [gedaagde 2] en van [gedaagde 3] van 16 september 2020, met producties;
-de op 16 september 2020 ingediende conclusie van antwoord van [gedaagde 4];
-de door [gedaagde 3] genomen akte houdende een door haar aan [gedaagde 2] uitgeschreven volmacht om de minderjarige zoon van [gedaagde 3] ([kind 1 gedaagde 3] dus) in deze procedure te vertegenwoordigen;
-de door [gedaagde 1] op 26 februari 2021 ingediende conclusie van antwoord;
-de door de executeur op 3 maart 2021 genomen akte uitlatingen, met producties;
-de comparitie van partijen na antwoord gehouden op 19 april 2021.
1.2
Ter comparitie zijn verschenen: de executeur in persoon en [gedaagde 2] voor zichzelf en (indirect) namens [kind 1 gedaagde 3]. Zij hebben over en weer het woord gevoerd en zijn met betrekking tot het onder b. gevorderde tot een akkoord gekomen, naar aanleiding waarvan de executeur zijn eis heeft verminderd in de hierna onder b. vermelde zin.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
De executeur vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. [gedaagde 1], [kind 1 gedaagde 2], [kind 2 gedaagde 2], [kind 3 gedaagde 2], [kind 1 gedaagde 3] en [kind 1 gedaagde 4] als gezamenlijke erven (hierna: de erven) van [erflater] (hierna: de erflater) veroordeelt, des dat hetgeen de één betaalt de anderen doet bevrijden, om binnen 10 dagen na de uitspraak van dit vonnis aan de executeur te betalen Afl. 117.528,75 alsmede Afl. 9.678,17 aan salaris voor zijn werkzaamheden/verrichtingen respectievelijk aan hem te vergoeden verschotten in de nalatenschap van de erflater vanaf zijn benoeming tot en met 27 maart 2019, beide bedragen te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 12 november 2019;
b. de erven veroordeelt, des dat hetgeen de één betaalt de anderen doet bevrijden, om binnen 10 dagen na de uitspraak van dit vonnis aan de executeur te betalen Afl. 4.850,-- aan salaris voor zijn werkzaamheden/verrichtingen in de nalatenschap van de erflater sinds 29 maart 2019, beide bedragen te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 19 februari 2020;
c. de erven veroordeelt in de proceskosten.
2.2.1 [
gedaagde 1] gaat onvoorwaardelijk akkoord met het door de executeur gevorderde.
2.2.2 [
gedaagde 4] refereert zich ter zake van het door de executeur gevorderde naar het oordeel van het Gerecht.
2.2.3 [
gedaagde 2] voor zichzelf en (indirect) voor [kind 1 gedaagde 3] gaat akkoord met toewijzing van het onder b. verzochte. Zij voert voor zichzelf en (indirect) voor David verweer tegen het overige door de executeur verzochte en concludeert dienaangaande - zo begrijpt het Gerecht - tot afwijzing daarvan, kosten rechtens.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Nu [gedaagde 2] voor [kind 1 gedaagde 2], [kind 2 gedaagde 2] en [kind 3 gedaagde 2] en (indirect) voor [kind 1 gedaagde 3] net als [gedaagde 1] akkoord zijn gegaan met toewijzing van het onder b. door de executeur verzochte en [gedaagde 4] die vordering en de daaraan door de executeur ten gronde gelegde stelling niet heeft betwist ligt die vordering voor toewijzing gereed, evenals de daarover gevorderde niet door de erven bestreden wettelijke rente.
3.2.1
Het voor [kind 1 gedaagde 2], [kind 2 gedaagde 2] en [kind 3 gedaagde 2] en (indirect) voor [kind 1 gedaagde 3] door [gedaagde 2] gevoerde verweer tegen het door de executeur onder a. verzochte wordt verworpen. Bij beschikking van dit Gerecht van 12 november 2019 is onder meer het salaris van de executeur voor de werkzaamheden/verrichtingen die door hem zijn uitgevoerd vanaf zijn benoeming als zodanig tot en met 27 maart 2019 vastgesteld op Afl. 117.528,75 en is verder vastgesteld dat het door de erven aan de executeur te vergoeden bedrag aan door hem betaalde verschotten Afl. 9.678,17 bedraagt. Die beschikking is in hoger beroep door het Hof bevestigd bij beschikking van 25 augustus 2020. Die beschikking van het Hof is in kracht van gewijsde gegaan, in welk verband de executeur ter zitting een beroep heeft gedaan op het gezag van gewijsde daarvan. Dat gezag brengt met zich dat de beschikking van het Hof ook in deze procedure bindende kracht heeft voor partijen ter zake van het thans onder a. verzochte.
3.2.2
Vorenstaande en de omstandigheid dat [gedaagde 1] ook akkoord gaat met toewijzing van de vordering onder a. en [gedaagde 4] dienaangaande geen verweer heeft gevoerd brengen mee dat de vordering onder a. eveneens zal worden toegewezen. De verzochte wettelijke rente over bedoelde bedragen zal, als zijnde niet of onvoldoende helder bestreden, worden toegewezen als na te melden.
3.3
De erven zullen, als de in het ongelijk gestelde partijen, worden veroordeeld in de proceskosten waaronder begrepen die van het ten laste van de erven op 23 januari 2020 gelegde bij partijen genoegzaam bekende conservatoire beslag, tot aan deze uitspraak begroot op (1.180,-- + 281,-- + 217,-- + 212,-- + 442,-- + 227,-- + 215,-- + 210,-- + 215,-- + 210,-- + 198,22 + 198,22 =) Afl. 3.805,44 aan verschotten (beslagexplootkosten, oproepingskosten en wederoproepingskosten) en Afl. 5.000,-- aan salaris voor de executeur (2,5 punten, tarief 7 ad Afl. 2.000,-- per punt). Hierbij wordt nog overwogen dat van het liquidatietarief is toegekend 1 punt voor het beslagrekest, 1 punt voor het verzoekschrift en 0,5 punt voor de akte houdende uitlatingen. Omdat de executeur in persoon zonder rechtsbijstand ter zitting is verschenen, wordt daarvoor geen punt toegekend.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt de erven hoofdelijk, des dat hetgeen de één betaalt de anderen doet bevrijden, om binnen 10 dagen na de uitspraak van dit vonnis aan de executeur te betalen
Afl. 117.528,75 alsmede Afl. 9.678,17 aan salaris voor zijn tot en met 27 maart 2019 werkzaamheden/verrichtingen respectievelijk aan hem te vergoeden verschotten in de nalatenschap van de erflater, beide bedragen te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 12 november 2019 tot aan de algehele voldoening;
-veroordeelt de erven hoofdelijk, des dat hetgeen de één betaalt de anderen doet bevrijden, om binnen 10 dagen na de uitspraak van dit vonnis aan de executeur te betalen
Afl. 4.850,-- aan salaris voor zijn werkzaamheden/verrichtingen in de nalatenschap van de erflater sinds 29 maart 2019, beide bedragen te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 19 februari 2020 tot aan de algehele voldoening;
-veroordeelt de erven hoofdelijk, des dat hetgeen de één betaalt de anderen doet bevrijden, in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van de executeur, tot aan deze uitspraak begroot Afl. 3.805,44 aan verschotten en Afl. 5.000,-- aan salaris voor de executeur;
-verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 augustus 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 25 augustus 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA202000566
Inhoudsindicatie: Civiel, Vordering executeur.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.J. Verhoeven
Bijzondere kenmerken: