ECLI:NL:OGEAA:2021:511

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
AUA202000602
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot vergoeding en afwijzing van reconventionele vordering in arbeidsgeschil

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een verzoekster in conventie en de naamloze vennootschap New Image. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, vorderde betaling van een bedrag van Afl. 6.387,17 aan behandelingsvergoedingen en een wettelijke verhoging van 50% op basis van een arbeidsovereenkomst. De verzoekster stelde dat zij van 2017 tot januari 2019 als masseuse voor New Image had gewerkt en dat er een betalingsachterstand was ontstaan. New Image betwistte de vordering en stelde dat de verzoekster te veel aan voorschotten had ontvangen en dat zij nog geld aan New Image verschuldigd was.

De rechter oordeelde dat de verzoekster haar vordering deugdelijk had onderbouwd en dat New Image onvoldoende verweer had gevoerd tegen de gestelde werkzaamheden en vergoedingen. De rechter concludeerde dat New Image Afl. 18.067,25 verschuldigd was aan de verzoekster, maar dat de verzoekster niet had aangetoond dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst, waardoor de gevorderde wettelijke verhoging werd afgewezen. De rechter heeft New Image veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, terwijl de reconventionele vordering van New Image werd afgewezen. De verzoekster kreeg toestemming om kosteloos te procederen, gezien haar financiële situatie.

Uitspraak

aBeschikking van 26 oktober 2021
Behorend bij E.J. nr. AUA202000602
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie],
wonend in Aruba,
verzoekster in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen:[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen
de naamloze vennootschap
OLGA’S BEAUTY SPA CENTER VBA h.o.d.n. NEW IMAGE BEAUTY – SPA & HEALTH CENTER,
gevestigd in Aruba,
verweerster in conventie, verzoekster in reconventie,
hierna te noemen: New Image,
gemachtigde: mw. [naam directrice] (directrice).

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de tussenbeschikking van 13 oktober 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken. In de tussenbeschikking zijn beide partijen in de gelegenheid gesteld om zich uiterlijk op 10 november 2020 bij akte uit te laten over een aantal punten dat in de betreffende tussenbeschikking is genoemd. Verder is in die beschikking bepaald dat beide partijen vervolgens bij antwoordakte mogen reageren op de akte van de wederpartij.
1.2.
New Image heeft geen gebruik gemaakt van de genoemde gelegenheid om zich bij akte uit te laten.
1.3. {
{verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] heeft zich wel uitgelaten, bij akte van 10 november 2020. Vervolgens is New Image, conform de tussenbeschikking, in de gelegenheid gesteld om hier op 15 december 2020 bij antwoordakte op te reageren. New Image heeft vervolgens tweemaal uitstel ontvangen. Bij het laatste uitstel is aan New Image meegedeeld dat aan haar geen nader uitstel zal worden verleend. New Image heeft desondanks wederom om uitstel gevraagd, ditmaal omdat een collega positief zou zijn getest op COVID-19.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] heeft desgevraagd te kennen gegeven niet in te stemmen met dit uitstel, omdat New Image schriftelijk diende te reageren en de COVID-besmetting van een collega daarvoor geen belemmering is.
1.4.
De rechter heeft vervolgens bepaald dat beschikking wordt gewezen, omdat hij in de door New Image aangedragen reden geen aanleiding ziet af te wijken van het aan New Image meegedeelde uitgangspunt dat niet wederom uitstel zal worden verleend.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1.
Het gaat in deze procedure (samengevat) om het volgende.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] heeft van 2017 tot en met januari 2019 als masseuse gewerkt in de beautysalon die wordt geëxploiteerd door New Image.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] werd door New Image per uitgevoerde behandeling betaald. Daarnaast ontving zij van New Image de fooien die de klanten van[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] aan de kassa betaalden.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] heeft in deze procedure gesteld dat New Image een betalingsachterstand heeft laten ontstaan van Afl. 4.290,05 aan behandelingsvergoedingen en Afl. 2.097,12 aan fooien. Zij verzoekt daarom in conventie New Image te veroordelen tot betaling van Afl. 6.387,17 en Afl. 3.192,91 aan wettelijke verhoging (artikel 7:625 BW). New Image betwist de verzoeken en voert aan dat zij nog slechts Afl. 210,- aan fooien moest betalen. Zij stelt dat[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] echter Afl. 4.737,50 aan voorschotten te veel heeft ontvangen en Afl. 5.000,- aan opleidingskosten dient terug te betalen. Volgens New Image moet[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] daarom ‘onder de streep’ juist nog Afl. 9.527,50 aan New Image betalen. New Image verzoekt daarom in reconventie[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van dat bedrag.
In conventie
2.2.
Bij tussenbeschikking is[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] in de gelegenheid gesteld om het door haar verzochte bedrag nader te onderbouwen. Vervolgens heeft zij bij akte een gespecificeerde onderbouwing van haar verzoek in het geding gebracht. In het overgelegde overzicht heeft zij uitgewerkt welke behandelingen zij heeft verricht, op welke data zij die verricht heeft, hoe lang die behandelingen duurden, welke vergoeding zij per behandeling dient te ontvangen en welke fooi haar klant heeft betaald aan de kassa. Zij stelt op basis van dit overzicht dat zij in totaal van 8 januari 2018 tot en met 27 januari 2019 Afl. 18.067,25 had dienen te ontvangen van New Image, namelijk Afl. 13.580,25 aan behandelingsvergoedingen en Afl. 4.487,- aan fooien. Zij stelt verder dat zij Af. 11.185,- heeft ontvangen, namelijk Afl. 8.960,50 aan behandelingsvergoeding en Afl. 2.224,50 aan fooien. Zij concludeert daarom dat zij nog Afl. 6.882.25 tegoed heeft van New Image. Dit betreft een hoger bedrag dan het door haar verzochte bedrag, hetgeen volgens[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] het gevolg is van rekenfouten in het verzoekschrift. De rechter oordeelt dat[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] haar vordering hiermee deugdelijk heeft onderbouwd.
2.3.
New Image heeft in het geheel geen verweer gevoerd tegen de deugdelijk onderbouwde omvang van de door[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] gestelde werkzaamheden, de daarbij behorende vergoeding en de gestelde fooien. Daarmee staat als onbetwist vast wat New Image over de betreffende periode een bedrag van Afl. 18.067,25 verschuldigd was aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie].
2.4. {
{verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] stelt, zoals onder r.o. 2.2. weergegeven dat zij ‘slechts’ een bedrag van Afl. 11.185,- heeft ontvangen. De door New Image bij conclusie van antwoord gestelde voorschotten zijn reeds in dit bedrag verwerkt. Voor zover New Image meende dat zij meer heeft betaald aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie], lag het op haar weg om dit te onderbouwen. Dit heeft zij echter nagelaten. New Image heeft zich in haar eerdere schriftelijke stukken (1.12 van de Conclusie van Antwoord) en tijdens de mondelinge behandeling op het standpunt gesteld dat zij kan aantonen dat zij[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] te veel heeft betaald. Zij heeft echter, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, geen betalingsbewijzen in het geding gebracht. Daarom staat als onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat New Image Afl. 11.185,- heeft betaald aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie].
2.5.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechter dat de door[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] verzochte hoofdsom van Afl. 6.387,17 toewijsbaar is. Uit de akte van[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] volgt weliswaar een hoger bedrag, echter heeft[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] haar verzoek niet vermeerderd, zodat het overige buiten beschouwing wordt gelaten.
2.6. [
[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] maakt verder aanspraak op de wettelijke verhoging van 50% berekend over dit bedrag, zoals bedoeld in artikel 7:625 BW. Deze wettelijke verhoging is uitsluitend toewijsbaar als[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] wordt gevolgd in haar stelling dat zij werkzaam was voor New Image op basis van een arbeidsovereenkomst. Anders dan is overwogen in r.o. 4.1. van de tussenbeschikking is de vraag of dit het geval is dus wel relevant.
2.7.
De rechter overweegt dat uit artikel 7:610 BW volgt dat van een arbeidsovereenkomst sprake is wanneer[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] zich verbonden heeft om in dienst van New Image tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Het is aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] om onderbouwd te stellen dat aan de vereisten die daaruit volgen is voldaan, kort gezegd dat sprake is van arbeid, loon en een gezagsverhouding, te meer nu een schriftelijke overeenkomst ontbreekt en New Image stelt dat[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] als freelancer werkzaam was.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] heeft de algemene stelling ingenomen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en er daarbij in feite slechts op gewezen dat zij geld ontving van New Image voor het verrichten van behandelingen. Daarmee is echter nog geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Met name is van belang dat[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft gesteld en onderbouwd welke gezagsverhouding gold tussen New Image en[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie]. De rechter concludeert dat[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] onvoldoende heeft gesteld om te kunnen oordelen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
2.8.
De door[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] aangevoerde omstandigheid dat New Image bij brief van 9 augustus 2017 in een ‘Letter of verification of employment’ heeft geschreven “
{verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] is currently employed with the New Image Spa Beauty&Spa” maakt dit oordeel niet anders. New Image heeft namelijk een door[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] ondertekende brief van 9 juli 2017 overgelegd, waarin[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] verklaart “
I (…) declare that the job letter that I need would be only use for making an account and renew Visa Card. I do not have a contract with New Image”. New Image stelt dat hieruit volgt dat geen waarde dient te worden gehecht aan de letter of verification of employment.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] heeft vervolgens geen andere uitleg gegeven voor haar brief van 9 juli 2017, zodat evenmin op basis van de brief van 9 augustus 2017 kan worden geoordeeld dat wel sprake is van een arbeidsovereenkomst.
2.9.
Aangezien hiervoor is geoordeeld dat niet vaststaat dat sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] en New Image, wordt de verzochte wettelijke verhoging afgewezen.
2.10.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij wordt New Image veroordeeld in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] worden vastgesteld op Afl. 50,- aan griffierecht en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten à Afl. 500,-). Voor de akte wordt geen salaris toegekend, nu[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] deze onderbouwing ook direct bij verzoekschrift had kunnen (en dienen) te geven.
In reconventie
2.11.
In reconventie vordert New Image betaling van Afl. 9.527,50, bestaand uit door[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte en niet terugbetaalde studiekosten en uit teveel betaalde vergoeding aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie].
2.12.
New Image stelt dat[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] bij New Image een opleiding heeft gevolgd ter waarde van Afl. 5.000,- en dat zij deze kosten dient terug te betalen.[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] betwist dit. New Image heeft in haar conclusie van antwoord (randnummer 1.2) en tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat zij over stukken beschikt die dit standpunt steunen. Bij tussenbeschikking is zij in de gelegenheid gesteld om die stukken in het geding te brengen. Dat heeft zij echter nagelaten (r.o. 1.2). Als onvoldoende onderbouwd wordt daarom de verzochte veroordeling tot betaling van het lesgeld van Afl. 5.000,- afgewezen.
2.13.
Het overige deel van haar vordering baseert New Image op de stelling dat zij teveel geld zou hebben betaald aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] voor haar massagewerkzaamheden. In conventie is geoordeeld dat New Image dit onvoldoende heeft onderbouwd en juist nog geld verschuldigd is aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie]. In lijn hiermee wordt de reconventionele vordering afgewezen.
2.14.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt New Image veroordeeld in de proceskosten, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] worden vastgesteld op nihil, nu zij afgezien van een korte passage in haar pleitnota geen afzonderlijk verweer heeft gevoerd tegen dit verzoek.
In conventie en reconventie
2.15.
Uit het door[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] overgelegde bewijs van onvermogen blijkt dat zij de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie en reconventie
3.1.
verleent aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] toestemming om kosteloos te procederen;
in conventie
3.2.
veroordeelt New Image om aan[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van Afl. 6.387,17 te betalen;
3.3.
veroordeelt New Image in de proceskosten, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] worden vastgesteld op Afl. 50,- aan griffierecht en Afl. 1.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
3.5.
wijst de vordering af;
3.6.
veroordeelt New Image in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van[verzoekster in conventie, verweerster in reconventie] vastgesteld op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2021, in aanwezigheid van de griffier.