In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.S. Edwards, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.M. de Sousa, met betrekking tot de eigendom en het gebruik van een auto. De zaak is ontstaan na de beëindiging van een affectieve relatie tussen partijen, waarbij eiser in maart 2016 een auto heeft aangeschaft met een lening bij de RBC Royal Bank. Na de beëindiging van de relatie in juli 2017 heeft gedaagde de auto in haar bezit gehouden, wat leidde tot een geschil over de eigendom en het gebruik van de auto.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een inleidend verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Eiser vorderde onder andere dat gedaagde de auto in goede staat zou afgeven en medewerking zou verlenen aan de wijziging van de tenaamstelling. Gedaagde voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van eiser.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat zolang de lening niet volledig is terugbetaald aan de bank, noch eiser noch gedaagde eigenaar is van de auto, aangezien de eigendom fiduciair is overgedragen aan de bank. Het Gerecht concludeerde dat gedaagde gerechtigd was tot het gebruik van de auto op basis van een overeenkomst die tussen partijen was gesloten in aanwezigheid van de politie. Eiser's vorderingen werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.