ECLI:NL:OGEAA:2021:520

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
AUA201904466
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij schade door omvallen van prefab woningen tijdens inklaring en transport

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.J. Kock, een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap S.E.L. Maduro & Sons (Aruba) N.V., vertegenwoordigd door mr. J. Saade. De zaak betreft een geschil over schade die is ontstaan tijdens de inklaring en het transport van vier prefab woningen die door eiseres in China zijn besteld en naar Aruba zijn verscheept. De woningen dienden na aankomst in Aruba te worden gemonteerd. Eiseres heeft Maduro opdracht gegeven om de inklaring van de goederen bij de douane te verzorgen en het transport van de goederen naar haar perceel. Tijdens de inklaring op 6 februari 2016 zijn de wandpanelen van de woningen omgevallen, wat heeft geleid tot schade. Eiseres vordert schadevergoeding van Afl. 365.292,98, stellende dat Maduro tekort is geschoten in de overeenkomst van opdracht en onrechtmatig heeft gehandeld. Maduro betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de schade is ontstaan door een onverwachte windvlaag, waardoor zij niet tekortgeschoten zou zijn in de nakoming van de overeenkomst. Het gerecht heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende feiten heeft aangevoerd om aan te tonen dat Maduro niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van Maduro.

Uitspraak

Vonnis van 6 oktober 2021
Behorend bij AUA201904466
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. R.J. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
S.E.L. MADURO & SONS (Aruba) N.V.,
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Maduro,
gemachtigde: mr. J. Saade.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift d.d. 27 december 2019;
  • de conclusie van antwoord d.d. 27 mei 2020;
  • de conclusie van repliek d.d. 24 juni 2020;
  • de conclusie van dupliek d.d. 30 september 2020 tevens verzoek om pleidooi;
  • de akte uitlating producties d.d. 28 oktober 2020.
1.2
Maduro heeft na de conclusiewisseling desgevraagd aan de griffie medegedeeld geen pleidooi meer te wensen. Vonnis is vervolgens bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Eiseres] heeft eind 2015 vier zogenaamde prefab woningen in China besteld en deze van China naar Aruba laten verschepen. De woningen dienden na aankomst in Aruba te worden gemonteerd. In de factuur van de leverancier (cva, prod. 2) is vermeld dat de woningen US$ 2.500,00 per stuk kostten. Tegelijk met de wooneenheden zijn er nog andere losse goederen besteld, die samen met de wooneenheden aan [eiseres] werden geleverd.
2.2 [
Eiseres] is met Maduro overeengekomen dat Maduro na aankomst van de container in de haven van Aruba de inklaring van de goederen bij de douane zou verzorgen en vervolgens het transport van de goederen van de haven naar een perceel te [plaats].
2.3
Na aankomst van de container in Aruba op 1 februari 2016, heeft de douane op 6 februari 2016 de goederen in de container ingeklaard. Tijdens de werkzaamheden door de douane in verband met de inklaring, dienden de wandpanelen van de prefab woon-eenheden uit de container te worden gehaald, zodat de douane de overige inhoud van de container goed kon inventariseren. Nadat de panelen door Maduro buiten de container waren geplaatst, zijn deze omgevallen. Daarbij zijn een aantal panelen beschadigd.
2.4
Door Maduro is terstond na het ongeval [deskundige 1] (hierna te noemen: [deskundige 1]) ingeschakeld om het bedrag van de schade aan de panelen te begroten. In zijn rapport van 8 april 2016 begroot [deskundige] de kosten van herstel van de panelen en vervanging van gebroken ramen op een totaalbedrag van Afl. 4.827,22 (verzoekschrift, prod. 2 en cva, prod. 2).
2.5
In een offerte van 23 mei 2016 van I.C.R. Services aan [eiseres], biedt I.C.R. Services aan om de panelen te herstellen voor Afl. 58.291,20.
2.6 [
Eiseres] heeft de schade laten begroten door de heer [deskundige 2]. Deze concludeert in zijn rapport van 8 januari 2017 (verzoekschrift, prod. 3):
“Het bovenstaande in acht nemende kan worden geconcludeerd dat bovengenoemde geprefabriceerde panelen na de val niet meer naar hun oorspronkelijke staat zullen kunnen worden gerepareerd en/of aangebracht en dat er gekozen zal moeten worden voor het bestellen van vier compleet nieuwe geprefabriceerde woningen.
Voor de bestelling van vier compleet nieuw geprefabriceerde woningen (…) wordt een bedrag van Awg. 55.000,= (…) geraamd.”
2.7
In een door dit gerecht in kort geding gewezen vonnis d.d. 5 oktober 2016 is Maduro veroordeeld om ter zake van door [eiseres] geleden schade een bedrag van Afl. 4.827,22 aan [eiseres] te vergoeden (verzoekschrift, prod. 8). In verband met de aansprakelijkheid van Maduro heeft de rechter in kort geding onder meer overwogen:
“4.1 Dat de constructie met acht wanden omgevallen is door een plotselinge windvlaag, zoals SEL Maduro betoogt, is in kort geding niet aannemelijk gemaakt.”

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Eiseres] verzoekt dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) voor recht verklaart dat Maduro tekort is geschoten in de overeenkomst van opdracht met [eiseres], althans dat zij jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld, en/of risico-aansprakelijk is voor de schade van [eiseres] op grond van artikel 6:170 BW;
b) Maduro veroordeelt om aan [eiseres] te betalen het bedrag van AWG 365.292,98;
c) Maduro te veroordelen tot vergoeding van de toekomstige schade van [eiseres], bestaande uit winstderving gerekend vanaf de datum van de indiening van dit verzoekschrift, althans vanaf 1 januari 2020, nader te bepalen bij staat;
d) de bedragen onder b) en onder c) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2016 tot de dag van de algehele voldoening;
e) althans een andere beslissing neemt die het gerecht billijk voorkomt;
f) met veroordeling van Maduro in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering legt [eiseres] het volgende ten grondslag. Bij het lossen van de panelen door Maduro uit de container zijn deze panelen door een fout van (de werknemers van) Maduro omgevallen en beschadigd. Maduro is hierdoor tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst en is gehouden om de schade die [eiseres] daardoor heeft geleden, te vergoeden. Deze schade bestaat uit vervangingskosten van de beschadigde panelen, gederfde winst omdat [eiseres] de prefab woningen niet heeft kunnen verhuren, alsmede uit onnodig extra gemaakte kosten voor transport en opslag. Deze posten bedragen in totaal AWG 365.292,98.
3.3
Maduro voert hiertegen verweer en stelt daartoe het volgende. Er is sprake van een gemengde overeenkomst van opdracht en vervoer. De schade is ontstaan tijdens het vervoer, zodat het geschil moet worden beoordeeld aan de hand van de toepasselijke regels van het vervoersrecht. Maduro heeft, gezien de aldus toepasselijke norm, de overeenkomst zorgvuldig uitgevoerd. Dat de panelen zijn omgevallen en er daardoor schade aan die panelen is ontstaan, is het gevolg van een onverwachte windvlaag en dus van overmacht. Maduro is om die reden niet tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst en is dus ook niet schadeplichtig. Voor zover Maduro wel aansprakelijk zou zijn voor de schade, heeft te gelden dat de afzonderlijke schadeposten door [eiseres] te hoog zijn begroot.

4.DE BEOORDELING

4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat zij waren overeen gekomen dat Maduro na aankomst van de container met goederen zou zorgen voor (i) de inklaring van de goederen (verzoekschrift, 2, 14 en cva, 5) en (ii) het vervoer van de goederen vanuit de haven naar het perceel van [eiseres] te [plaats] (cvr, 12 en cva, 14). Dat betekent dat er sprake was van een gemengde overeenkomst, te weten: een overeenkomst van opdracht voor wat betreft de afspraak dat Maduro de inklaringswerkzaamheden zou verrichten en een vervoersovereenkomst waar het betreft het vervoer van de goederen vanuit de haven naar het perceel van [eiseres] te [plaats]. Tussen partijen staat vast dat de overeenkomst uitsluitend mondeling (en dus niet schriftelijk) is aangegaan.
4.2
Waar het in onderhavig geschil om gaat is de vraag of de beschadiging van de panelen tijdens de uitvoering van de overeenkomst door Maduro een tekortkoming oplevert in de nakoming van de overeenkomst die aan haar kan worden toegerekend.
4.3
Van de zijde van [eiseres] is niet betwist dat de schade aan de panelen is ontstaan op zaterdagochtend 6 februari 2016 tijdens de inklaring van de goederen door de douane, zodat het gerecht dit als vaststaand aanneemt. Dat betekent dus dat de schade is ontstaan tijdens de uitvoering van dat deel van de overeenkomst dat als een opdracht moet worden gekwalificeerd. Hierop zijn de bepalingen van artikel 7:400 e.v. BW van toepassing, nu niet is gesteld dat partijen bij het sluiten van de mondelinge overeenkomst hiervan zijn afgeweken.
4.4
Uit artikel 7:401 BW volgt dat Maduro als opdrachtnemer bij de uitvoering van haar werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht behoorde te nemen. Deze norm brengt onder meer een waarborgingsplicht voor de opdrachtnemer mee, die inhoudt dat de opdrachtnemer verplicht is om geen onnodige risico’s te scheppen. De opdrachtnemer is op grond van deze norm niet aansprakelijk voor risico’s die zich ook bij een hoge mate van zorgvuldigheid niet laten vermijden (HR 22 maart 1996, NJ 1996/668,
Kromjongh/Van Dijk). Welke mate van zorgvuldigheid van de opdrachtnemer in een concrete situatie mag worden verwacht, hangt af van de aard van de opdracht en de omstandigheden van het geval. De norm die aldus in artikel 7:401 BW is neergelegd, brengt dus niet mee dat een opdrachtnemer zonder meer aansprakelijk is voor schade die tijdens de uitvoering van de opdracht is ontstaan. Het is aan [eiseres], die aan haar vordering ten grondslag legt dat Maduro in de nakoming van de overeenkomst is tekortgeschoten, om voldoende feiten en omstandigheden te stellen waaruit volgt dat Maduro de vereiste zorgvuldigheid niet in acht heeft genomen. Met inachtneming van de toepasselijke norm oordeelt het gerecht als volgt ten aanzien van het in nummer 4.2 geformuleerde geschil tussen partijen.
4.5
De inklaring door de douane vond plaats buiten op de ‘yard’ van Maduro, waar de container stond opgesteld. De inklaringsprocedure bracht mee dat dat de panelen door Maduro uit de container moesten worden gehaald. Tussen partijen staat vast, nu [eiseres] de stelling van Maduro dienaangaande niet heeft betwist, dat [eiseres] voorafgaand aan het verlenen van de opdracht aan Maduro had medegedeeld dat de panelen allen afzonderlijk zouden zijn ingepakt in zogenaamde kratten (cva, 5 en prod. 1). Bij de opening van de container bleek echter dat dit niet het geval was; de panelen waren met spanbanden zonder verpakking tegen de binnenwand van de container geplaatst (cva, prod. 4). Het ontbreken van een verpakking bracht mee dat de panelen minder makkelijk hanteerbaar waren en dat zij, ook bij het betrachten van voorzichtigheid, eerder beschadigd konden raken dan in het geval dat ze afzonderlijk verpakt zouden zijn op een wijze zoals Maduro had mogen verwachten.
4.6
Ondanks de grotere kwetsbaarheid van de panelen die het ontbreken van de verpakking met zich bracht, heeft Maduro ervoor gekozen om de uitvoering van de opdracht voort te zetten. Zij was dan ook verplicht om het uitladen van de panelen en het plaatsen van de panelen buiten de container tijdens de inklaringsprocedure op een zodanige wijze en onder het treffen van zodanige voorzorgsmaatregelen te verrichten, dat daardoor geen onnodige risico’s op beschadiging ontstonden.
4.7
Maduro heeft ervoor gekozen om voorafgaand aan het verplaatsen ervan, de panelen aan elkaar te binden, zo staat op grond van het partijdebat vast. Hierdoor verkregen de panelen gezamenlijke een stevigheid die ieder paneel afzonderlijk ontbeerde. Die stevigheid maakte de verplaatsing uit de container makkelijker. Het zorgde er ook voor dat de wind minder vat kon krijgen op de panelen dan in het geval iedere paneel afzonderlijk naar buiten zou worden verplaatst. Ook het risico op beschadiging van de afzonderlijke panelen nam hierdoor af, omdat door het samenbinden nog slechts de twee buitenste panelen (ieder met één zijde) blootstonden aan het risico van beschadiging door contact met andere voorwerpen.
Verder staat, als niet betwist, vast dat de panelen vervolgens op een plaat zijn gezet en dat er aan weerszijden pallets aan de panelen zijn gebonden, zodat het gehele pakket een brede basis verkreeg waardoor het zelfstandig rechtop buiten de container kon worden geplaatst (cva,10). Door deze plaatsing rechtop werd voorkomen dat de panelen langs elkaar zouden gaan schuren, hetgeen wel mogelijk zou zijn geweest in het geval het pakket schuin tegen de container zou zijn geplaatst. [Eiseres] heeft onvoldoende betwist dat de aldus buiten de container geplaatste panelen werden ondersteund door een vorkheftruck (zie verzoekschrift, 5).
4.8
Volgens Maduro heeft zij met de hiervoor in nummer 4.7 beschreven handelwijze voldoende zorgvuldig gehandeld. Het omvallen van de panelen was het gevolg van een plotselinge windvlaag van een kracht die niemand had verwacht (cva, 10 en 16).
4.9 [
Eiseres] heeft betwist dat een windvlaag de oorzaak is geweest van het omvallen van de panelen. Zij stelt echter niet wat volgens haar dan wel de oorzaak is geweest van het omvallen van de samengebonden panelen en waarom Maduro aldus niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. Voor zover [eiseres] van oordeel is dat het ontstaan van schade tijdens de uitvoering van de opdracht zonder meer het oordeel rechtvaardigt dat de opdracht onvoldoende zorgvuldig is uitgevoerd, vindt dat oordeel geen steun in de toepasselijke norm (zie hiervoor, nummer 4.4). De stelling van [eiseres] dat de panelen ‘amper aan elkaar waren vastgebonden’ (cvr, 16) is een onvoldoende gemotiveerde onderbouwing van de stelling dat Maduro onzorgvuldig heeft gehandeld, nu [eiseres] niet concreet heeft gesteld wat er onzorgvuldig was aan de wijze van vastbinden en op welke manier die onzorgvuldige wijze van vastbinden heeft geleid tot het omvallen van de panelen. Nu [eiseres] niet gemotiveerd heeft gesteld in welk opzicht Maduro in de uitvoering van de opdracht is tekort geschoten, dient reeds om die reden de vordering te worden afgewezen.
4.1
Indien er veronderstellenderwijs met Maduro vanuit wordt gegaan dat de panelen door de wind zijn omgeblazen, dan geldt ten overvloede nog het volgende.
4.11
Niet is betwist dat het noodzakelijk was dat Maduro in verband met de inklaring van de goederen de panelen uit de container haalde. Deze container stond tijdens de controle door de douane buiten opgesteld, hetgeen - zoals een feit van algemene bekendheid is - gebruikelijk is. De opstelling buiten bracht mee dat de panelen door het verplaatsen naar buiten aan weersinvloeden, waaronder de wind, zouden worden blootgesteld. Op zichzelf is de plaatsing van de panelen buiten in de open lucht niet onzorgvuldig, hetgeen door [eiseres] ook niet is gesteld. Wel bracht de zorgvuldigheid die van Maduro mocht worden verwacht, mee dat zij er door het treffen van voorzorgsmaatregelen onder meer voor zou zorgen dat er geen onnodig risico ontstond op beschadiging van de panelen door onder meer het omvallen ervan door toedoen van de wind. Daarbij geldt dat het in Aruba, zoals van de zijde van [eiseres] terecht is opgemerkt, over het algemeen hard waait. De door Maduro getroffen voorzorgsmaatregelen dienden dan ook zodanig te zijn, dat de panelen stevig genoeg waren geplaatst om te blijven staan in de op die dag heersende wind, inclusief mogelijke uitschieters. De zorgvuldigheid die Maduro op grond van de toepasselijke norm behoorde te betrachten, brengt echter niet mee dat Maduro zodanige maatregelen moest treffen dat de panelen ook zouden blijven staan bij een windkracht die die dag door niemand werd verwacht en ook niet behoefde te worden verwacht.
4.12
De stelling van Maduro dat de panelen zijn omgewaaid ten gevolge van een onverwachte windvlaag, begrijpt het gerecht aldus dat dit een windvlaag was van een sterkte die groter was dan de die dag heersende windkracht en dat Maduro een windvlaag van een dergelijke sterkte, die niet viel binnen de marges van de die dag heersende windkracht, niet behoefde te verwachten, ook niet als eventuele uitschieter. Een windvlaag die binnen die marges viel, was immers niet onverwacht. Van de zijde van [eiseres] is niet gesteld waarom Maduro met het treffen van voorzorgsmaatregelen ook het risico had behoren uit te sluiten dat de panelen door een qua sterkte onverwachte windvlaag, zoals die zich volgens Maduro plotseling heeft voorgedaan, zouden worden omgeblazen. De enkele stelling ‘dat het op Aruba nu eenmaal hard waait’ (verzoekschrift, 16) is daartoe onvoldoende. [Eiseres] betwist daar immers niet mee dat de door Maduro gestelde windvlaag onverwacht was en zij stelt dus in het bijzonder niet dat de windvlaag zoals die zich voordeed voor Maduro te voorzien was geweest.
4.13
De slotsom van het voorgaande is dat [eiseres] haar stelling dat Maduro niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen, onvoldoende heeft onderbouwd. Haar vorderingen zullen om die reden worden afgewezen.
4.14
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres] worden veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Maduro worden begroot op Afl. 6.000,00 voor salaris van gemachtigde (2 punten van tarief 8).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst de vorderingen af;
5.2
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Maduro worden begroot op Afl. 6.000,00 aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 6 oktober 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AUA201904466
Inhoudsindicatie: Civiel, overeenkomst van opdracht, onrechtmatig, risico-aansprakelijk, schade.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.J. Verhoeven
Bijzondere kenmerken: