ECLI:NL:OGEAA:2021:523
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontbinding van huurovereenkomst en vordering tot betaling door Aruba Bank
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert Aruba Bank N.V. betaling van een bedrag van Afl. 34.000,-- van de gedaagden, die in persoon procederen. De vordering is gebaseerd op een afkoopregeling die is overeengekomen na de opzegging van twee bankrekeningen door Aruba Bank. De gedaagden hebben een deel van de afkoopsom van Afl. 41.500,-- betaald, maar zijn in gebreke gebleven met de betaling van het resterende bedrag. Aruba Bank stelt dat de gedaagden hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen, ondanks herhaalde aanmaningen en een afbetalingsregeling. De gedaagden hebben verweer gevoerd en stellen dat Aruba Bank tekort is geschoten in haar zorgplicht door hun verhypothekeerde woning in het openbaar te verkopen, terwijl er een mogelijkheid was dat een andere bank de hypothecaire schuld zou overnemen. Het Gerecht oordeelt dat de gedaagden onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun stellingen en dat de vordering van Aruba Bank toewijsbaar is. Het Gerecht wijst de vordering van Aruba Bank toe, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt de gedaagden in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 6 oktober 2021.