ECLI:NL:OGEAA:2021:527

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
AUA202000422
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huurovereenkomst en ontruiming in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in de zaak tussen de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (hierna: FCCA) en een gedaagde partij. FCCA vorderde de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van een perceel in Aruba, omdat de gedaagde partij in gebreke was gebleven met de huurbetalingen. De gedaagde was per 1 december 2018 een bedrag van Afl. 16.161,11 aan achterstallige huur verschuldigd, en per 21 augustus 2020 was dit bedrag gestegen naar Afl. 17.152,76. FCCA vorderde ook betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.

Het Gerecht overwoog dat een betalingsachterstand van drie maanden in beginsel kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst, maar dat in het licht van de coronapandemie een huurachterstand van zes maanden of meer vereist is voor ontbinding. Het Gerecht stelde vast dat de gedaagde per 21 augustus 2020 meer dan 23 maanden achterstallig was met huurbetalingen. Echter, het Gerecht hield rekening met de mogelijkheid dat de gedaagde de huurachterstand inmiddels had verminderd.

Uiteindelijk heeft het Gerecht de huurovereenkomst ontbonden per 7 oktober 2021, onder de voorwaarde dat de gedaagde op de datum van de uitspraak zes maanden of meer achterstallig was met huurbetalingen. De gedaagde werd bevolen het perceel uiterlijk op 30 november 2021 te ontruimen, tenzij er van overheidswege coronamaatregelen van kracht waren die dit verhinderden. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 6 oktober 2021
Behorend bij A.R. no. AUA202000422
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het inleidend verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de conclusie van repliek, met één productie;
-de conclusie van dupliek.
1.2
Vonnis is met welgemeende excuses voor alle vertraging nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Krachtens een tussen partijen gesloten huurovereenkomst huurt [gedaagde] van FCCA de in Aruba te [adres perceel] gelegen woning (hierna: het perceel) tegen een maandelijks te betalen huur van Afl. 730,-- (hierna: de huurovereenkomst).
2.3
Per 1 december 2018 was [gedaagde] aan FCCA verschuldigd Afl. 16.161,11 aan achterstallige huur. Per 21 augustus 2020 bedroeg die achterstand Afl. 17.152,76.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
FCCA vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. de huurovereenkomst ontbindt althans ontbonden verklaart;
b. [gedaagde] beveelt om binnen 1 maand na de uitspraak van dit vonnis het perceel te ontruimen en te verlaten met alle goederen en personen die zich aldaar van harentwege bevinden;
c. [gedaagde] veroordeelt om aan FCCA te betalen Afl. 16.161,11 aan achterstallige huur, te vermeerderen met (1) Afl. 730,-- voor iedere na december 2018 gelegen maand dat [gedaagde] het perceel niet heeft ontruimd en verlaten (onverminderd tussentijdse huurverhogingen) en (2) met wettelijke rente vanaf 3 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
d. [gedaagde] veroordeelt om aan FCCA te betalen Afl. 1.500,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
e. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
gedaagde] voert verweer dat strekt tot afwijzing van het door FCCA verzochte.
3.3
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voor de vraag of de huurovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden op grond van wanprestatie aan de zijde van [gedaagde] ter zake van betaling van huur wordt het volgende overwogen. Normaal gesproken rechtvaardigt een betalingsachterstand van drie of meer maanden huur in beginsel de ontbinding van een huurovereenkomst. Ten tijde van de coronapandemie, die nog steeds niet voorbij is, levert een huurbetalingsachterstand van zes of meer maanden in beginsel pas grond op voor ontbinding van een huurovereenkomst. In het licht van dit één en ander wordt het volgende overwogen.
4.2
Vast staat dat [gedaagde] per 21 augustus 2020 Afl. 17.152,76 verschuldigd was aan FCCA aan achterstallige huur, ofwel (17.152,76 : 730,-- =) ruim 23 maanden achterstallig. Sindsdien is door alle vertraging binnen deze procedure ruime tijd verstreken. In dat verband valt niet uit te sluiten dat [gedaagde] de huurachterstand inmiddels heeft weggewerkt, althans heeft weten te verminderen tot een achterstand van minder dan zes maanden. Als dat het geval is, kan de ontbinding van de huurovereenkomst thans niet worden uitgesproken. Het Gerecht zal daarom overgaan tot ontbinding van de huurovereenkomst en tot het geven van het door FCCA beoogde bevel tot ontruiming van het perceel indien en voorzover ten tijde van de uitspraak van dit vonnis sprake is van een huurbetalingsachterstand van zes of meer maanden.
4.3
Verder heeft te gelden dat FCCA niet tot ontruiming van het perceel mag overgaan indien en zolang er van overheidswege in verband met de coronapandemie de maatregelen van avondklok (“
toque di keda”) en/of “
shelter in place” van kracht zijn.
4.4
Nu vaststaat dat [gedaagde] per 1 december 2018 Afl. 16.161,11 aan FCCA verschuldigd was aan achterstallige huur en [gedaagde] voorts Afl. 730,-- huur verschuldigd is aan FCCA voor elke na december 2018 gelegen maand dat [gedaagde] het perceel in gebruik heeft zal de hiervoor onder c. omschreven vordering van FCCA worden toegewezen als na te melden.
4.5
De vordering van FCCA ter zake van vergoeding van kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte zal worden afgewezen, nu is gesteld noch gebleken - en dat is te dezen van belang - dat FCCA te dien aanzien meer werkzaamheden heeft verricht dat die waarin artikel 63a Rv voorziet.
4.6 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCCA, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 208,04 =) Afl. 658,04 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-ontbindt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst per 7 oktober 2021 onder de voorwaarde dat [gedaagde] per de datum van de uitspraak van dit vonnis zes maanden of meer achterstallig is met betaling van huur;
-beveelt [gedaagde] - voor het geval sprake is van ontbinding van de huurovereenkomst overeenkomstig vorenstaande - het perceel uiterlijk op 30 november 2021 te ontruimen en te verlaten met alle goederen en personen die zich aldaar van harentwege bevinden;
-bepaalt dat [gedaagde] het perceel niet gedwongen hoeft te verlaten en te ontruimen indien en zolang er in Aruba in verband met de coronapandemie van overheidswege de maatregelen van avondklok (“
toque di keda”) en/of “
shelter in place” van kracht zijn;
-veroordeelt [gedaagde] om aan FCCA te betalen Afl. 16.161,11 aan achterstallige huur tot en met december 2018, onverminderd huurverhogingen te vermeerderen met:
-Afl. 730,-- aan huur (en na mogelijke ontbinding: gebruiksvergoeding ad Afl. 730,-- maandelijks) voor iedere na december 2018 gelegen maand dat [gedaagde] het perceel in gebruik had en nog zal hebben en niet heeft ontruimd en verlaten;
-wettelijke rente gerekend vanaf 3 maart 2020 tot aan de algehele voldoening en iedere na december 2018 verschenen huurtermijn telkens te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het verschijnen van iedere respectieve huurtermijn (of gebruiksvergoedingstermijn ad Afl. 730,-- maandelijks) telkens tot aan de algehele voldoening,
en te verminderen met mogelijke betalingen van [gedaagde] die in mindering behoren te strekken op voormeld bedrag aan achterstallige huur;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCCA, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 3.158,04;
-verklaart dit vonnis tot zover waar rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door FCCA verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 6 oktober 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AUA202000422
Inhoudsindicatie: Civiel, ontbindt huurovereenkomst.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: