ECLI:NL:OGEAA:2021:530
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake consignatie overeenkomst tussen Tropische Bottelmaatschappij en ABBA met vrijwaringszaak
Op 6 oktober 2021 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de naamloze vennootschap Tropische Bottelmaatschappij van Aruba N.V. en een gedaagde, die als voormalig lid van het bestuur van de Amateur Baseball Bond Aruba (ABBA) een consignatie overeenkomst met Tropische Bottelmaatschappij is aangegaan. De gedaagde heeft de vordering van Tropische Bottelmaatschappij erkend, waardoor de vordering is toegewezen. De kosten in het incident zijn gecompenseerd, aangezien geen van beide partijen in het ongelijk is gesteld.
In de vrijwaringszaak is tegen ABBA akte van niet dienen verleend wegens het uitblijven van een conclusie van antwoord. De vordering van de eiser in vrijwaring jegens ABBA is eveneens toegewezen. Het vonnis beveelt de gedaagde om een bedrag van Afl. 3.868,29 te betalen aan Tropische Bottelmaatschappij, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is ABBA veroordeeld om te betalen wat de gedaagde aan Tropische Bottelmaatschappij verschuldigd is, en zijn de kosten van de procedure in vrijwaring begroot.
Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Verhoeven en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. De zaak betreft de hoofdzaak en de vrijwaringszaak met betrekking tot een consignatie overeenkomst.