ECLI:NL:OGEAA:2021:533
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in asielzaken van Afghaanse nationaliteit
In deze zaak hebben vier verzoekers van Afghaanse nationaliteit een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening op grond van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De verzoekers waren eerder geconfronteerd met afwijzende beschikkingen van de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie met betrekking tot hun asielverzoeken. Na het indienen van bezwaar tegen deze afwijzingen, hebben de verzoekers beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. In eerdere uitspraken heeft het gerecht bepaald dat de Minister binnen een bepaalde termijn een nieuwe beslissing moest nemen op het bezwaar van de verzoekers.
De verzoekers hebben hun verzoeken ingediend met de stelling dat de uitvoering van de afwijzende beschikkingen hen onevenredig nadeel zou toebrengen, vooral gezien de recente ontwikkelingen in Afghanistan. Tijdens de zitting heeft de Minister aangegeven dat hij de bezwaren gegrond achtte en bereid was om vergunningen tot verblijf te verlenen aan de verzoekers, mits zij de benodigde documenten aanleveren. De verzoekers hebben echter aangegeven dat zij niet in bewaring zijn gesteld en dat zij de uiteindelijke beslissing op hun asielverzoeken in vrijheid willen afwachten.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is dat het treffen van voorlopige voorzieningen rechtvaardigt, aangezien de Minister niet voornemens is om de verzoekers naar Afghanistan uit te zetten. De rechter heeft het verzoek afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 29 september 2021.