ECLI:NL:OGEAA:2021:552

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 november 2021
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
AUA202001240
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in oppositie betreffende betalingsbevel en vorderingen uit geldlening

Op 10 november 2021 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin [opposante] verzet heeft aangetekend tegen een eerder uitgesproken betalingsbevel. Dit betalingsbevel, dat op 25 maart 2020 was uitgesproken, verplichtte [opposante] tot betaling van Afl. 8.431,85 aan [geopposeerde], vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. In het verzet vorderde [opposante] dat het Gerecht haar goed opposant verklaart en het betalingsbevel vernietigt, dan wel de vorderingen van [geopposeerde] afwijst of beperkt tot Afl. 2.522,35 zonder proceskostenveroordeling.

Het Gerecht heeft de standpunten van beide partijen in de procedure besproken. [opposante] erkende dat zij Afl. 2.522,35 verschuldigd was aan [geopposeerde], waardoor haar verzet op dat punt ongegrond werd verklaard en het betalingsbevel werd bevestigd. Echter, het Gerecht oordeelde dat de vordering van [geopposeerde] met betrekking tot een geldlening van Afl. 1.000,-- niet voldoende onderbouwd was, waardoor het verzet van [opposante] op dat punt slaagde en het betalingsbevel werd vernietigd.

Daarnaast werd vastgesteld dat [opposante] geen bedrag verschuldigd was aan [geopposeerde] voor een auto, omdat [geopposeerde] zijn aandeel in de auto aan [opposante] had geschonken. Het Gerecht wees ook de vordering van [geopposeerde] voor buitengerechtelijke incassokosten af, omdat niet was aangetoond dat er meer werkzaamheden waren verricht dan voor de zaak noodzakelijk was. Uiteindelijk compenseerde het Gerecht de proceskosten tussen partijen, zodat ieder zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Vonnis van 10 november 2021
Behorend bij B.B. no. AUA202001240
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS op het verzet van:
[OPPOSANTE],
te Aruba,
opposante,
hierna ook te noemen: [Opposante],
procederend in persoon,
tegen:
[GEOPPOSEERDE],
te Aruba,
geopposeerde,
hierna ook te noemen: [Geopposeerde],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza.
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 3 december 2019 ter griffie ingediende (oorspronkelijke) tegen [opposante] gerichte verzoekschrift van [geopposeerde], met producties;
- het bij verstek uitgesproken betalingsbevel van dit Gerecht van 25 maart 2020 onder zaaknummer B.B. AUA201904224 (hierna: het betalingsbevel waarvan verzet), waarbij [opposante] uitvoerbaar bij voorraad is veroordeeld tot betaling aan [geopposeerde] van Afl. 8.431,85 te vermeerderen met (1) wettelijke rente gerekend vanaf 3 december 2019 tot de dag der voldoening en (2) Afl. 750,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Verder is [opposante] bij het betalingsbevel waarvan verzet uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van [geopposeerde] begroot op Afl. 600,--;
- het op 6 mei 2020 ter griffie van dit Gerecht ingediende verzetschrift van [opposante], met producties;
- de conclusie van antwoord in oppositie van [geopposeerde], met producties;
- de conclusie van repliek in oppositie van [opposante].
1.2 Vonnis is met welgemeende excuses voor alle vertraging nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN OPPOSITIE

2.1 [
Opposante] vordert dat het Gerecht (zo het begrijpt) bij vonnis haar goed opposant verklaart, het betalingsbevel waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende – [geopposeerde] alsnog niet-ontvankelijk verklaart in zijn oorspronkelijke vorderingen althans die vorderingen alsnog geheel afwijst, danwel (subsidiair) niet meer toe te wijzen dan Afl. 2.522,35 zonder veroordeling van [opposante] in de proceskosten.
2.2 [
Geopposeerde] voert verweer dat strekt tot bevestiging van het betalingsbevel waarvan verzet.
2.3
Voorzover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING IN OPPOSITIE

3.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [geopposeerde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn oorspronkelijke vorderingen. Het ontvankelijkheidsverweer van [opposante] wordt daarom verworpen.
3.2 [
Opposante] erkent dat zij Afl. 2.522,35 verschuldigd is aan [geopposeerde]. In zoverre is haar verzet ongegrond en in zoverre zal het betalingsbevel waarvan verzet worden bevestigd.
3.3
Onder randnummer 7 van zijn verzoekschrift stelt [geopposeerde] dat [opposante] Afl. 1.000,-- aan hem verschuldigd is uit hoofde van geldlening. Die stelling heeft [opposante] gemotiveerd bestreden, daartoe stellende dat er ten tijde van het einde van de affectieve relatie van partijen zij ter zake van geldlening over en weer niets meer verschuldigd waren aan elkaar. In het licht van dat door [geopposeerde] onbestreden standpunt van [opposante] mist zijn stelling/vordering op dit onderdeel voldoende nadere grondslag. Die stelling wordt daarom gepasseerd. In zoverre slaagt het verzet van [opposante], en in zoverre zal het betalingsbevel waarvan verzet worden vernietigd.
3.4
Ter zake van de bij partijen genoegzaam bekende auto van het type/merk [type/merk] (hierna: [type/merk]) wordt het volgende overwogen. Niet in geschil is tussen partijen dat zij tezamen tweedehands auto’s kochten in het buitenland, die zij hier importeerden om die vervolgens met winst te verkopen aan derden. Die kosten van aanschaf, import en vervoer werden door partijen ieder voor gelijke delen betaald, terwijl de verkoopwinst tussen hen werd verdeeld op 50%-50% basis. Niet is geschil is tussen partijen dat zij op enig moment de [type/merk] hebben gekocht in het buitenland voor een koopprijs van US$ 3.890,--, terwijl de invoerrechten daarvan Afl. 2.637,-- bedroegen. Vast staat verder dat partijen ieder de helft van die bedragen hebben betaald, te weten ieder in totaal Afl. 4.819,50. Vast staat verder dat de [type/merk] niet is verkocht aan een derde, maar vanaf de aankomst in Aruba in het bezit van [opposante] is gebleven en door haar in gebruik is genomen.
3.5
In het licht van voormelde feitelijkheden stelt [opposante] bevrijdend dat zij het door [geopposeerde] betaalde deel van de aanschaf en invoer in Aruba niet aan hem verschuldigd is, omdat [geopposeerde] zijn deel in de auto heeft geschonken aan [opposante] zoals gesteld door [geopposeerde]. [Opposante] onderbouwt die stelling met tussen partijen gevoerde chatberichten, en dan met name het als bijlage 3 bij het verzetschrift overlegde chatbericht met betrekking tot de [type/merk]. [Geopposeerde] zegt in dat bericht tegen [opposante]: “
Your car is loaded”. [Opposante] reageert vervolgens naar [geopposeerde] toe als volgt: “
Yes baby can’t wait to rock it, best gift ever.” Daarop reageert [geopposeerde] met de volgende woorden: “
Yes indeed”. Dat sprake is van een schenking zoals gesteld blijkt genoegzaam uit die verder niet bestreden woordenwisseling tussen [geopposeerde] en [opposante] met betrekking tot de [type/merk]. Dit klemt temeer omdat in het als bijlage 4 bij het verzetschrift overgelegde chatbericht [geopposeerde] [opposante] laat weten dat zij moet nagaan hoeveel extra de [type/merk] aan verzekering voor [opposante] gaat kosten en dat zij de helft van de nummerplaat daarvan moet betalen. Zonder nadere doch ontbrekende uitleg of onderbouwing door [geopposeerde] valt in dat verband niet in te zien dat de [type/merk] was bestemd om te worden doorverkocht aan een derde, zoals gesteld door [geopposeerde]. Dit temeer omdat [opposante] in dit verband onbestreden heeft gesteld dat voor de doorverkoop bestemde auto’s niet worden verzekerd.
3.6
Vorenstaande brengt met zich dat vast komt te staan dat [geopposeerde] zijn aandeel in de [type/merk] heeft geschonken aan [opposante], met als gevolg dat niet komt vast te staan dat [opposante] ter zake van de [type/merk] iets verschuldigd is aan [geopposeerde]. Ook in zoverre slaagt het verzet van [opposante], en ook in zoverre zal het betalingsbevel waarvan verzet worden vernietigd.
3.7
De oorspronkelijke vordering van [geopposeerde] ter zake van vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal alsnog worden afgewezen, omdat is gesteld noch gebleken dat [geopposeerde] te dien aanzien meer werkzaamheden heeft verricht dan die ter voorbereiding en instructie van de zaak waarop krachtens artikel 63a Rv alleen de regels ter zake van proceskosten van toepassing zijn. Ook in zoverre zal het betalingsbevel waarvan verzet worden vernietigd.
3.8
In de uitkomst van deze procedure (partijen zijn over en weer in het (on)gelijk gesteld) ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen als na te melden. Ook in zoverre zal het betalingsbevel waarvan verzet worden vernietigd.

4.DE BESLISSING IN OPPOSITIE

Het Gerecht, opnieuw rechtdoende:
-verklaart [opposante] goed opposante voorzover zij bij het betalingsbevel waarvan verzet:
(1) is bevolen om aan [geopposeerde] te betalen (1.000,-- + 4.819,50 =) Afl. 5.819,50;
(2) is veroordeeld in de proceskosten van [geopposeerde] ad Afl. 600,--;
(3) is veroordeeld om aan [geopposeerde] te betalen Afl. 750,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten,
en vernietigt het betalingsbevel waarvan verzet in zoverre;
-verklaart [opposante] voor het overige kwaad opposante, en bevestigt het betalingsbevel waarvan verzet voor dat overige;
-compenseert de proceskosten tussen partijen aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 november 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.