Uitspraak
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die niet ter zitting is verschenen. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 25 augustus 2021, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 21 september 2021. IFA heeft de gedaagde verzocht om een bedrag van Afl. 17.818,36 te betalen, vermeerderd met een gematigde rente van 27% per jaar vanaf 29 februari 2020, en bijkomende kosten zoals boeterente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd, maar heeft verzocht om een lager maandbedrag voor de aflossing van de schuld.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling de vorderingen van IFA toegewezen, met uitzondering van een vordering met betrekking tot de kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte, omdat de specificatie daarvan onduidelijk was. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 4.874,48. Het vonnis is uitgesproken op 3 november 2021 door rechter mr. A.H.M. van de Leur, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is een bevestiging van de eerder gemaakte afspraken en de vorderingen van IFA, met inachtneming van de wettelijke bepalingen omtrent rente en kosten.