ECLI:NL:OGEAA:2021:59

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 februari 2021
Publicatiedatum
23 februari 2021
Zaaknummer
AUA202003266
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over gebiedsverbod en straatverbod met betrekking tot familierelaties en lijfsdwang

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, de grootmoeder van gedaagde, een kort geding aangespannen tegen haar kleinzoon, die momenteel verblijft in het Korrektie Instituut Aruba. Eiseres vordert onder andere een gebiedsverbod en een straatverbod, omdat zij vreest voor haar veiligheid en onrechtmatig handelen van gedaagde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 21 december 2020 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 januari 2021. Gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van eiseres.

De feiten zijn als volgt: Eiseres is eigenaar van een woning in Aruba en heeft eerder een gebieds- en contactverbod tegen gedaagde gekregen, dat niet effectief bleek. Gedaagde is in verzekering gesteld na een aangifte van eiseres wegens wederrechtelijk toetreden tot de woning en diefstal. Eiseres stelt dat gedaagde drugsverslaafd is en agressief gedrag vertoont, wat haar dwingt om tijdelijk bij een familielid te verblijven. Gedaagde heeft spijt betuigd en wil hulp zoeken voor zijn verslaving, maar heeft de beschuldigingen van eiseres niet betwist.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat er voldoende aannemelijkheid is voor een reële dreiging van toekomstig onrechtmatig handelen van gedaagde. Daarom zijn de gevraagde maatregelen, waaronder een gebiedsverbod voor twee jaar, toegewezen. De vordering tot ontruiming van de woning is afgewezen, omdat gedaagde momenteel in het KIA verblijft en eiseres voldoende bescherming heeft met het gebieds- en contactverbod. Eiseres is ook toestemming verleend om kosteloos te procederen, en de proceskosten zijn gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 17 februari 2021.

Uitspraak

Vonnis van 17 februari 2021
Behorend bij K.G. nr. AUA202003266
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba, zonder bekende woon- en/of verblijfplaats, thans verblijvende in het Korrektie Instituut Aruba (hierna: KIA) te Santo Patia z/n,
hierna ook te noemen: gedaagde,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 21 december 2020;
- de brief met producties van eiseres, ingediend op 28 januari 2021;
- de pleitnota van eiseres;
- de mondelinge behandeling op 29 januari 2021, waarbij zijn verschenen eiseres in persoon bijgestaan door haar gemachtigde en gedaagde in persoon (via verbinding met KIA).
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiseres is eigenaar van de het perceel met de daarop bevindende woning gelegen te [adres] in Aruba (hierna: de woning).
2.2
Eiseres is de grootmoeder van gedaagde.
2.3
Bij vonnis in kort geding van 18 juli 2019 behorend bij K.G. nr. AUA201902003 heeft het Gerecht ten behoeve van eiseres onder meer aan gedaagde een gebieds- en contactverbod opgelegd voor de periode van zes maanden.
2.4
Bij proces-verbaal van 1 november 2020 heeft eiseres aangifte gedaan tegen gedaagde wegens het wederrechtelijke toetreden van de woning en diefstal. Naar aanleiding van deze aangifte is gedaagde in verzekering gesteld en verblijft hij thans in het KIA.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert dat het Gerecht haar toestemming verleent om kosteloos te procederen. Verder vordert eiseres bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. gedaagde te bevelen om binnen achtenveertig uur na het wijzen van dit vonnis, althans de betekening daarvan, de woning te ontruimen en ontruimd te houden, voor zover nodig met behulp van de sterke arm en op straffe van een dwangsom van Afl. 1.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagde in gebreke mocht blijven;
b. gedaagde te verbieden zich te bevinden binnen een straal van 50 meter van de woning te [adres], althans zich te bevinden binnen een straal van 50 meter van eiseres;
c. gedaagde te verbieden eiseres te bellen, te sms-en, dan wel per e-mail of andere elektronische wegen te contacteren;
d. het gevorderde onder sub b en c toe te wijzen op straffe van een dwangsom van Afl. 1.000,- voor iedere overtreding, dan wel tenuitvoerlegging van het vonnis bij lijfsdwang toe te staan en gedaagde te veroordelen tot betaling van de kosten die verband zullen houden met de tenuitvoerlegging van lijfsdwang;
e. gedaagde te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop – zakelijk weergegeven – dat gedaagde jegens eiseres onrechtmatig heeft gehandeld en dat er een reële dreiging bestaat van toekomstig onrechtmatig handelen.
3.3
Gedaagde heeft geen verweer gevoerd.
3.4
Het gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
De spoedeisendheid van de gevraagde voorziening volgt uit aard van de vordering.
4.2
In deze procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, worden beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.3
Een gebieds- en contactverbod vormt een inbreuk op het aan een ieder toekomend recht om zich vrijelijk te bewegen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo'n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
4.4
Eiseres heeft ter onderbouwing van haar vordering gesteld dat gedaagde een drugsverslaafde is, agressief is, steeds haar spullen in de woning vernielt en wegneemt en dat zij tijdelijk bij een familielid haar intrek had moeten nemen. Eiseres stelt dat zij aangifte heeft gedaan tegen gedaagde en dat hij thans om die reden in verzekering is gesteld. Eiseres vreest dat gedaagde haar of haar woning iets ernstigs zal aandoen. Gedaagde heeft de stellingen van eiseres niet betwist en gesteld dat hij spijt heeft van hetgeen hij zijn grootmoeder heeft aangedaan en dat hij professionele hulp wenst om te rehabiliteren. Volgens gedaagde kan hij zichzelf niet beheersen indien hij onder invloed is van drugs. Verder heeft gedaagde gesteld dat hij ermee bezig is om te regelen dat hij naar Rotterdam afreist om zich aldaar te rehabiliteren, maar dat het nog niet definitief is.
4.5
Nu gedaagde de feitelijke weergave, zoals door eiseres gesteld, niet heeft betwist, is naar het oordeel van het Gerecht voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van een reële dreiging van toekomstig onrechtmatig handelen van de kant van gedaagde jegens eiseres en dat ter kering van deze dreiging en onrechtmatige situatie het gevorderde verbod nodig is. Het Gerecht acht het in het belang van eiseres dat zij in haar directe woonomgeving haar eigen leven kan leiden zonder ongewenste inmenging van gedaagde. Het gevorderde gebieds- en straatverbod zal daarom worden toegewezen.
4.6
Het gerecht zal de duur van het gebiedsverbod bepalen op twee jaar, aangezien enerzijds in het verleden ten behoeve van eiseres reeds aan gedaagde een gebieds- en contactverbod is opgelegd (die te kort is gebleken) en anderzijds een gebiedsverbod een vergaande inbreuk maakt op iemands grondrechten van bewegingsvrijheid (zodat het verbod niet voor onbepaalde tijd kan worden opgelegd).
4.7
De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen, nu gelet op de financiële en persoonlijke omstandigheden van gedaagde voldoende aannemelijk is dat een dergelijk dwangmiddel onvoldoende uitkomst zal bieden. Aangezien het Gerecht het niet uitgesloten acht dat gedaagde zich niet vrijwillig aan het gebieds- en contactverbod zal houden, zal aan het gebieds- en contactverbod de gevorderde tenuitvoerlegging bij lijfsdwang worden toegewezen. De vordering tot tenuitvoerlegging bij lijfsdwang zal worden toegewezen zoals opgenomen in het petitum.
4.8
Ten aanzien van de verzochte ontruiming is het Gerecht voorshands van oordeel dat eiseres daarbij geen (spoedeisend) belang heeft, nu gedaagde thans in het KIA verblijft en eiseres voldoende heeft aan een gebieds- en contactverbod om te bewerkstelligen dat gedaagde haar niet meer lastig valt in haar woning. De verzochte ontruiming zal om die reden worden afgewezen.
4.9
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan eiseres toestemming worden verleend om kosteloos te mogen procederen.
4.1
Gezien de familierechtelijke betrekkingen tussen partijen zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
verleent eiseres toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
verbiedt gedaagde om gedurende een periode van twee jaar na betekening van dit vonnis zich te bevinden binnen een straal van vijftig meter (50m) van het woonadres van eiseres, zijnde [adres];
5.3
verbiedt gedaagden om gedurende een periode van twee jaar na betekening van dit vonnis op welke wijze of in welke vorm dan ook (telefonisch, sms, e-mail of andere elektronische wegen) contact op te nemen met eiseres;
5.4
bepaalt dat bij iedere keer dat gedaagde na betekening van dit vonnis één van de veroordelingen uitgesproken onder nummer 5.2 en/of nummer 5.3 overtreedt, dit vonnis ter keuze van eiseres ten uitvoer kan worden gelegd bij lijfsdwang, in die zin dat dit verlof aldus wordt verleend dat eiseres bij iedere overtreding van dit straat- en contactverbod door gedaagde deze telkens voor de tijd van 24 uur in gijzeling kan doen stellen;
5.5
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.7
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag, 17 februari 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 17 februari 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: K.G. nr. AUA202003266
Inhoudsindicatie: Kort Geding. Gebiedsverbod en straatverbod. Geen verweer. Lijfsdwang.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.J. Verhoeven.
Bijzondere kenmerken: