ECLI:NL:OGEAA:2021:602

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
29 december 2021
Zaaknummer
AUA202000302
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van een koopovereenkomst en schadevergoeding

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [gedaagde] met betrekking tot een koopovereenkomst die op 22 mei 2019 werd gesloten. Eiser kocht een boot van gedaagde voor een bedrag van Afl. 35.000,--, waarvan Afl. 1.000,-- als aanbetaling werd gedaan. Door problemen met de invoer van de boot in Aruba, die op 19 maart 2019 door de Douane in beslag werd genomen, kon gedaagde de boot niet leveren. De boot zonk op 5 juni 2019, wat leidde tot aanzienlijke schade van Afl. 63.000,--. Eiser heeft de koopovereenkomst op 17 juli 2019 buitengerechtelijk ontbonden en eiste terugbetaling van de door hem betaalde bedragen, in totaal Afl. 16.000,--. Gedaagde voerde verweer tegen de vorderingen van eiser.

Het Gerecht oordeelde dat eiser de koopovereenkomst terecht buitengerechtelijk had ontbonden, omdat gedaagde niet in staat was de boot in de overeengekomen staat te leveren. Het Gerecht wees de vorderingen van eiser toe, inclusief de terugbetaling van Afl. 16.000,-- en wettelijke rente. De vordering van eiser voor schadevergoeding voor de kosten van de schaderapporten werd afgewezen, omdat niet was vastgesteld dat eiser de boot in eigendom had verkregen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van eiser. De uitspraak werd gedaan op 8 december 2021.

Uitspraak

Vonnis van 8 december 2021
Behorend bij A.R. no. AUA202000302
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[naam eiser],
te Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
procederend in persoon,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het inleidend verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de conclusie van repliek, met producties;
-de conclusie van dupliek, met producties;
-de akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is met welgemeende excuses voor alle vertraging nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Krachtens een door partijen op 22 mei 2019 gesloten koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst) heeft [eiser] van [gedaagde] gekocht een van Venezuela afkomstige bij partijen genoegzaam bekende boot (hierna: de boot) voor een door [eiser] aan [gedaagde] te betalen koopsom ad Afl. 35.000,--. Bij het sluiten van die overeenkomst heeft [eiser] bij wijze van aanbetaling Afl. 1.000,-- betaald aan [gedaagde]. Uit de overeenkomst volgt dat [eiser] het restant van de koopsom, te weten Afl. 34.000,--, per 7 juni 2019 verschuldigd was aan [gedaagde].
2.3
Het door partijen ondertekende betalingsbewijs van 27 mei 2019 vermeldt onder meer het volgende:

[naam eiser][eiser] has paid 15.000,00 AWG on
May 27, 2019; towards the vessel (…). New balance due on June 7, 2019 is 19.000,00 AWG.”.
2.4
Omdat Aruba de grens met Venezuela had gesloten en de papieren met betrekking tot de boot niet in orde waren bleek het voor [gedaagde] onmogelijk om de van Venezuela afkomstige boot in te voeren in Aruba. De boot is in verband daarmee op 19 maart 2019 in beslag genomen door de Douane, en vervolgens alsmaar in het water van de haven te [naam haven] blijven liggen. Aldaar is op 5 juni 2019 de toen nog steeds door de Douane in beslag genomen boot gezonken. Door dat zinken heeft de boot schade opgelopen.
2.5 [
eiser] heeft twee schaderapporten met betrekking tot die zinkschade laten opmaken. De kosten van herstel van de boot zijn geraamd op Afl. 63.000,--. [gedaagde] heeft aan [eiser] te kennen gegeven dat hij de boot niet kan laten repareren omdat hij de kosten daarvan niet kon betalen. De kosten voor het opmaken van de twee schaderapporten bedroegen in totaal Afl. 1.000,--. [gedaagde] heeft van dat bedrag Afl. 350,-- voor zijn rekening genomen; de overige Afl. 650,-- heeft [eiser] betaald.
2.6
Bij aan [gedaagde] gericht schrijven van 17 juli 2019 van (de gemachtigde van) [eiser] heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en onder meer terugbetaling geëist van de door hem aan [gedaagde] betaalde bedragen, in totaal Afl. 16.000,--

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht verklaart dat overeenkomst per 19 juli 2019 buitengerechtelijk is ontbonden, althans dat het Gerecht de overeenkomst per een door het Gerecht te bepalen datum ontbindt
b. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiser] te betalen Afl. 16.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente;
c. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiser] te betalen Afl. 750,-- aan vergoeding voor de door [eiser] betaalde kosten voor het opmaken van de schaderapporten;
d. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiser] te betalen Afl. 1.000,-- aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
e. ten opzichte van de hiervoor omschreven vorderingen enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
f. [gedaagde] veroordeelt in de kosten en de nakosten van deze procedure.
3.2 [
gedaagde] voert verweer dat strekt tot afwijzing van het door [eiser] verzochte.
3.3
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
De centraal in dit geschil te beantwoorden vraag is of [eiser] al dan niet op goede grond de tussen partijen op 22 mei 2019 gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de boot in juli 2019 buitengerechtelijk heeft ontbonden. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
4.2
Vast staat dat [gedaagde] de boot op enig moment heeft verkregen in Venezuela, maar dat hij die niet kan invoeren in Aruba zolang Aruba de grens met Venezuela heeft gesloten. Voorts staat vast dat de boot niet kon worden ingevoerd in Aruba omdat de Douane had geconstateerd dat de voor invoer van de boot benodigde documenten niet in orde waren. Vast staat verder dat de Douane de boot, na aankomst daarvan in Aruba, om de hiervoor vermelde redenen op 19 maart 2019 in beslag heeft genomen. In weerwil van dit alles staat verder vast dat [gedaagde] de door de Douane in beslag genomen boot op 22 mei 2019 heeft verkocht aan [eiser], en dat die nog steeds beslagen boot op 5 juni 2019 is gezonken, met een zinkschade van Afl. 63.000,-- als gevolg.
4.3
In het licht van vorenstaande en in dat van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] op enig voor het zinken van de boot op 5 juni 2019 gelegen moment de eigendom daarvan had overdragen aan [eiser] door al dan niet directe levering van de boot aan [eiser] in de zin van het eerste lid van artikel 3:90 BW in verbinding met het bepaalde bij artikel 3:115 BW. Aldus staat niet vast dat [eiser] op enig voor het zinken van de boot gelegen moment de door hem van [gedaagde] gekochte boot in eigendom had verkregen van [gedaagde].
4.4
Nu [gedaagde] aan [eiser] heeft medegedeeld dat hij de zinkschade aan de boot niet kan laten repareren omdat hij de kosten daarvan niet kan betalen (hierna: de mededeling), komt vast te staan dat hij de boot onmogelijk aan [eiser] kan leveren in de staat zoals die was ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst op 22 mei 2019, zonder zinkschade ad Afl. 63.000,-- dus. Dat betekent dat [gedaagde] die contractuele verplichting jegens [eiser] niet kan nakomen. Ter zake van die verplichting is [gedaagde] vanaf het moment van de mededeling op de voet van artikel 6:83 aanhef sub c. BW zonder ingebrekestelling zijdens [eiser] in verzuim geraakt. Gelet op die omstandigheid moet de hiervoor onder 4.1 geformuleerde vraag bevestigend worden beantwoord. De hiervoor onder a. omschreven vordering van [eiser] zal daarom worden toegewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen dragen.
4.5
Nu [eiser] de koopovereenkomst succesvol buitengerechtelijk heeft ontbonden, is [gedaagde] krachtens artikel 6:271 BW verplicht hetgeen [eiser] krachtens die overeenkomst heeft betaald aan [gedaagde] aan [eiser] terug te betalen. Vast staat dat [eiser] in totaal Afl. 16.000,-- heeft betaald aan [gedaagde], welk bedrag [gedaagde] moet terugbetalen aan [eiser]. Aldus zal ook de hiervoor onder b. omschreven vordering van [eiser] worden toegewezen. De nevenvordering van [eiser] ter zake van wettelijke rente over voormeld bedrag zal - als zijnde onbestreden - worden toegewezen, met dien verstande dat de datum van betekening aan [gedaagde] van het inleidend verzoekschrift als aanvangsdatum daarvan in aanmerking zal worden genomen nu anderszins niet is gevorderd.
4.6 [
eiser] grondt zijn hiervoor onder c. omschreven vordering op het bepaalde krachtens het tweede lid aanhef sub b. van artikel 6:96 BW. Ingevolge die wettelijke bepaling komen als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Nu niet is komen vast te staan dat [eiser] de boot op enig moment in eigendom heeft verkregen, kan geen sprake zijn van vaststelling van door [eiser] geleden schade aan de boot en evenmin kan sprake zijn van aansprakelijkheid aan de zijde van [gedaagde] voor schade aan (zijn eigen) boot. [eiser] heeft schade aan een zaak laten vaststellen waarvan niet vast staat dat die zich in zijn vermogen bevindt. Dat komt en blijft voor rekening en risico van [eiser]. De hier besproken vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
4.7
Ter zake van de hiervoor onder d. omschreven vordering van [eiser] wordt het volgende overwogen. Niet is gebleken dat er door of namens [eiser] meer buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht dan die ter voorbereiding en instructie van de zaak op welke krachtens artikel 63a Rv alleen de regels van proceskosten van toepassing zijn. De enkele in de ontbindingsbrief van 17 juli 2019 neergelegde aanmaning of sommatie tot betaling valt zonder meer binnen het bereik van die wettelijke bepaling. De hier besproken vordering van [eiser] zal eveneens worden afgewezen.
4.8 [
gedaagde] zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiser], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 218,64 aan verschotten (oproepkosten), ingevolge het in het Procesreglement opgenomen liquidatietarief te vermeerderen met Afl. 150,-- aan nakosten in geval van betekening van dit vonnis aan [gedaagde] indien en voorzover hij na aanschrijving veertien kalenderdagen de tijd heeft gehad om vrijwillig aan dit vonnis te voldoen. Er worden geen punten van het liquidatietarief toegekend omdat [eiser] in deze procedure in persoon heeft geprocedeerd.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-verklaart voor recht dat koopovereenkomst door [eiser] in juli 2019 buitengerechtelijk is ontbonden;
-veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen Afl. 16.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 21 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiser] tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 218,64, te vermeerderen met Afl. 150,-- aan nakosten in geval van betekening van dit vonnis aan [gedaagde] indien en voorzover hij na aanschrijving veertien kalenderdagen de tijd heeft gehad om vrijwillig aan dit vonnis te voldoen;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 december 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 8 december 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: A.R. nr. AUA202000302
Inhoudsindicatie: koopovereenkomst, voor recht verklaren, schade en aansprakelijkheid, nakosten.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: