ECLI:NL:OGEAA:2021:609

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
AUA202101278
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens agressief gedrag van werknemer

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen een werknemer, aangeduid als verzoekster, en haar werkgever, VTA Retail Aruba N.V. (Mango). Verzoekster was op staande voet ontslagen na een incident op 12 december 2020, waarbij zij zich agressief gedroeg tegenover haar meerdere in het bijzijn van klanten. De werkgever stelde dat verzoekster een collega had belet om klanten te bedienen en haar in een kwaad daglicht had geplaatst door onjuiste uitspraken te doen in een interview. Verzoekster betwistte de rechtmatigheid van haar ontslag en verzocht om kosteloos te mogen procederen, alsook om betaling van achterstallig loon en schadevergoeding.

Het Gerecht oordeelde dat verzoekster zich zonder aanleiding agressief had gedragen en dat de werkgever terecht had geconcludeerd dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag. De rechter wees het verzoek van verzoekster af en oordeelde dat zij geen recht had op de gevorderde bedragen, omdat zij niet had aangetoond dat het ontslag onterecht was. Verzoekster werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever, die op Afl. 2.500,- werden begroot. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers in een professionele omgeving en de gevolgen van ongepast gedrag op de werkvloer.

Uitspraak

Beschikking van 19 oktober 2021
Behorend bij E.J. nr. AUA202101278
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoekster],
te Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
de naamloze vennootschap
VTA RETAIL ARUBA N.V.,
h.o.d.n. Mango
te Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: Mango,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- producties zijdens Mango;
- de pleitaantekeningen van [verzoekster];
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 7 september 2021, alwaar zijn verschenen [verzoekster] bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en Mango bij haar gemachtigde voornoemd, vergezeld door J. Chemaly (directeur).
1.2
De datum van de uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Mango is een onderneming die een kledingwinkel exploiteert.
2.2 [
Verzoekster] is in het jaar 2015 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in loondienst getreden van Mango, in de functie van
“Sales Attendant”, laatstelijk tegen een loon van Afl. 1.854,-- per maand.
2.3 [
Verzoekster] is op 12 december 2020 voor de duur van drie dagen geschorst, met behoud van loon, omdat zij op die dag [naam head visual merchandiser] (
Head Visual Merchandiservan Mango) (hierna: hvm] in het bijzijn van klanten respectloos heeft behandeld en op een bedreigende toon heeft bejegend.
2.4
Bij brief van 17 december 2020 (hierna: de ontslagbrief) is [verzoekster] op staande voet ontslagen vanwege gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan op en rondom 12 december 2020. Die gebeurtenissen zijn weergegeven in de ontslagbrief.
2.5
Bij brief van 21 december 2020 heeft [verzoekster] de nietigheid van het ontslag ingeroepen, heeft zij zich bereid verklaard de bedongen werkzaamheden te blijven verrichten en heeft zij doorbetaling van loon verzocht.
2.6
Mango heeft [verzoekster] bij brief van 30 december 2020 bericht te volharden in het door haar aan [verzoekster] gegeven ontslag.
2.7 [
Verzoekster] heeft bij brief van 13 april 2021 aanspraak gemaakt op verschillende kostenposten.
2.8
Mango heeft voornoemde brief onbeantwoord gelaten.
2.9 [
Verzoekster] berust inmiddels in het aan haar verleende ontslag.

3.HET VERZOEK

3.1 [
Verzoekster] verzoekt het Gerecht om haar toestemming te verlenen om kosteloos te procederen en om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. Mango te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van het bedrag van Afl. 1.621,72 in verband met te weinig uitbetaald loon over de periode mei tot en met november 2020, te vermeerderen met wettelijke vertragingsrente;
b. Mango te veroordelen aan [verzoekster] te betalen het bedrag van Afl. 2.139,23 in verband met
cessantia-uitkering;
c. Mango te veroordelen aan [verzoekster] te betalen het bedrag van Afl. 3.708,-- wegens de niet in acht genomen opzegtermijn;
d. Mango te veroordelen aan [verzoekster] te betalen het bedrag van Afl. 18.540,-- aan schadevergoeding in verband met kennelijk onredelijk ontslag;
e. ieder andere beslissing te nemen die het Gerecht juist acht;
f. Mango te veroordelen in de proceskosten.
3.2 [
Verzoekster] heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat zij op staande voet is ontslagen terwijl zich geen daartoe vereiste dringede reden heeft voorgedaan. [Verzoekster], die inmiddels in het ontslag berust, stelt zich op het standpunt dat het ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk is geschied. Verder heeft [verzoekster] gesteld dat Mango het salaris over de periode mei tot en met november 2020 niet correct heeft uitbetaald, omdat zij geen rekening heeft gehouden met de provisie waar [verzoekster] recht op heeft.
3.3
Mango heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd tot het niet-ontvankelijk verklaren van [verzoekster] in haar verzoek, dan wel tot het afwijzen daarvan, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het door [verzoekster] overgelegde - door de daartoe bevoegde instantie aan haar verstrekte - bewijs van onvermogen blijkt dat [verzoekster] de kosten van deze procedure niet kan dragen. Aan [verzoekster] zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.
4.2
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek. Het ontvankelijkheidsverweer van Mango zal daarom worden verworpen
4.3
Ter beantwoording ligt onder meer voor de vraag of het aan [verzoekster] verleende ontslag kennelijk onredelijk dan wel onregelmatig is. Voordat die vraag beantwoord kan worden, dient eerst beoordeeld te worden of de door Mango aan [verzoekster] medegedeelde reden van ontslag een dringende reden in de zin van artikel 7:677, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek (BW) oplevert. Volgens vaste rechtspraak geldt immers dat een ontslag waaraan een geldige dringende reden ten grondslag ligt, per definitie niet kennelijk onredelijk of onregelmatig kan zijn.
4.4
Als dringende redenen voor ontslag worden volgens artikel 7:678, lid 1, BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in beschouwing te worden genomen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd, de aard en duur van het dienstverband, de wijze waarop de werknemer tijdens het dienstverband heeft gefunctioneerd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen bij de werkgever.
4.5
Volgens de ontslagbrief van 17 december 2020 is [verzoekster] om de volgende redenen op staande voet ontslagen: Op 12 december 2020 omstreeks drie uur is [verzoekster] samen met drie collega’s op [hvm] afgelopen om over het werkrooster te klagen. Op dat moment stond [hvm] bij de ingang van de winkel om de temperatuur van de klanten die de winkel wilden bezoeken, op te nemen. Nadat [hvm] [verzoekster] erop heeft gewezen dat zij het gesprek op dat moment niet kon voeren omdat er klanten bij waren, heeft zij [verzoekster] verzocht het gesprek later op kantoor te houden. [Verzoekster] heeft op een agressieve wijze erop gestaan dat het gesprek op dat moment diende plaats te vinden. Dit allemaal in het bijzijn van de klanten. Om te voorkomen dat het incident escaleerde, heeft [hvm] besloten om de plek te verlaten en zich naar haar kantoor te begeven. Op grond van deze gedragingen heeft Mango besloten om de bewuste werknemers, waaronder [verzoekster], met ingang van die datum, voor de duur van drie dagen te schorsen. Op het moment dat [HVM] en [naam Store Manager] (
Store Manager) (hierna: [SM] de schorsingsbrief aan [verzoekster] - die zich op dat moment samen met de andere werknemers in de keuken van Mango bevond - ter hand wilde stellen en [verzoekster] de reden van de schorsing wilde uitleggen, heeft [verzoekster] zich wederom ten opzichte van [HVM] op een denigrerende en agressieve wijze uitgelaten, met gebruikmaking van de woorden: 1) wie denk je wel dat je bent, 2) je hebt geen karakter, 3) je bent een slechte persoon en 4) ga terug naar Venezuela. Om nogmaals te voorkomen dat de situatie uit de hand zou lopen, heeft [HVM] besloten om de keuken te verlaten. [Verzoekster] is samen met de andere collega’s in de keuken achtergebleven, waar zij de hevige discussie hebben voortgezet. Op een gegeven moment heeft [verzoekster] de keukendeur geopend met de bedoeling dat de in de winkel aanwezige klanten het gesprek konden horen en volgen. Nadat [naam Supervisor] (S
upervisor)
,die op dat moment op de werkvloer was, de deur heeft dicht gedaan ter voorkoming dat de klanten de discussie konden volgen, heeft [verzoekster] de deur meteen weer opengetrokken met de mededeling aan [Supervisor] dat zij uit protest wilde dat alle klanten van Mango te weten konden komen wat er gaande is in het bedrijf.
Nadat [verzoekster] was geschorst, heeft Mango kennisgenomen van de omstandigheid dat [verzoekster] een interview heeft gegeven aan
24ora.com, waarbij [verzoekster] opmerkingen heeft gemaakt over Mango die niet overeenkomen met de realiteit en waarbij [verzoekster] zich steeds op een denigrerende wijze heeft uitgelaten over de nationaliteit van [HVM]. Verder is Mango erachter gekomen dat [verzoekster] een collega belet heeft om een klant te bedienen.
Ter onderbouwing van haar stellingen heeft Mango in de procedure gebracht beelden die op de dag van het incident zijn opgenomen, verklaringen van [HVM], [SM] en [Supervisor] en de videobeelden van
24ora.com.
4.6
Het Gerecht stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat de gebeurtenissen die in de ontslagbrief zijn weergegeven, hebben plaatsgevonden. Verder staat tussen partijen vast dat [verzoekster] zich aldus ten aanzien van [HVM], haar meerdere, op een agressieve wijze heeft gedragen. Het Gerecht neemt verder gelet op de overgelegde videobeelden zijdens Mango als vaststaand aan dat het één en ander in het bijzijn van klanten heeft plaatsgevonden.
4.7 [
Verzoekster] heeft gesteld dat desondanks geen sprake kan zijn van een dringende reden, nu [verzoekster] gegronde redenen had om zich op voormelde wijze te gedragen. Mango heeft immers in de periode vanaf mei 2020 steeds de rechten van haar werknemers, en dus ook die van [verzoekster], geschonden. Zo heeft Mango:
1) haar werknemers meer uren ingezet dan dat zij daarvoor werden uitbetaald;
2) in diezelfde periode het werkschema telkens veranderd zonder dat zij die wijziging vooraf met de medewerkers heeft besproken;
3) getracht met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst van de werknemers te beëindigen onder ongunstige voorwaarden;
4) de provisie niet uitbetaald, terwijl Mango in verband met de gevolgen van de coronacrisis loonsubsidie heeft ontvangen en;
5) geweigerd met de werknemers over voornoemde punten te praten.
[Verzoekster] heeft ter onderbouwing van haar stelling in de procedure gebracht een concept beeindiging arbeidsovereenkomst, een overzicht van de Sociale Verzekeringsbank (hierna: de SVb) met betrekking tot loonsubsidie over de maanden mei 2020 tot en met november 2020 en een tiental loonstroken die betrekking hebben op de periode maart 2020 tot en met december 2020.
[Verzoekster], die niet eerder enige waarschuwing van Mango heeft gekregen, heeft zich op het standpunt gesteld dat een ontslag op staande voet na een dienstverband van vijf jaren een te ernstige maatregel is, vooral omdat Mango zich niet als een goed werkgever heeft gedragen en Mango met voornoemde gedraging zelf een onwerkbare situatie in het leven heeft geroepen. Verder heeft [verzoekster] gesteld dat Mango in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel, nu [verzoekster] en nog één andere werknemer op staande voet zijn ontslagen, terwijl twee andere werknemers die op de dag in kwestie ook hun bezorgdheden hebben geuit wel hun baan hebben behouden.
4.8
Mango heeft de stelling van [verzoekster] dat sprake is van gronden die haar gedrag rechtvaardigen weersproken en heeft daartoe puntsgewijs het volgende gesteld.
4.8.1
Mango heeft betwist dat [verzoekster] in de periode vanaf mei 2020 meer uren is ingezet dan dat zij daarvoor werd uitbetaald. Volgens Mango heeft [verzoekster] in deze periode nooit meer dan zeventwintig uren per week gewerkt en is zij voor de door haar gewerkte uren correct uitbetaald. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Mango in de procedure gebracht een overzicht van de door haar opgestelde werkschema’s met betrekking tot de periode vanaf 28 mei 2020 tot en met 19 december 2020 en een uitdraai van de door [verzoekster] gewerkte uren over de periode juni 2020 tot en met november 2020.
Naar het oordeel van het Gerecht heeft Mango met het bovenstaande de stelling van [verzoekster] dat zij door Mango in de periode vanaf mei 2020 meer uren is ingezet dan dat zij daarvoor is uitbetaald gemotiveerd betwist. In het licht van die betwisting had van [verzoekster] mogen worden verwacht dat zij haar stelling nader had onderbouwd, bijvoorbeeld door specifiek aan te geven, desnoods aan de hand van een schema/ overzicht, op welke dagen zij meer uren heeft gewerkt, hoeveel uren zij per keer meer heeft gewerkt en over welke gewerkte zij geen salaris heeft ontvangen. Nu zij dit niet heeft gedaan, zal het Gerecht de stelling van [verzoekster] passeren.
4.8.2
Naar het oordeel van het Gerecht mist de stelling van [verzoekster] dat Mango het werkschema in de periode vanaf mei 2020 steeds eenzijdig heeft gewijzigd voldoende feitelijke onderbouwing en wordt daarom gepasseerd. Niet alleen volgt uit de arbeidsovereenkomst tussen partijen dat met [verzoekster] geen vaste werktijden zijn afgesproken, zodat het Mango vrijstaat om het werkschema naar eigen inzicht op te stellen, maar ook heeft [verzoekster] niet met stukken onderbouwd dat zij in de periode voorafgaand aan de maand mei 2020 conform een vast schema heeft gewerkt. Overigens heeft te gelden dat het om een bijzondere periode gaat, waarbij Mango - in verband met de coronacrisis - haar openingstijden heeft moeten wijzigen naar minder uren per dag om het bedrijf staande te houden. Naar het oordeel van het Gerecht had van [verzoekster], gelet op deze bijzondere omstandigheid, mogen worden verwacht dat zij begrip zou hebben voor de situatie en akkoord zou gaan met de door Mango wekelijks opgestelde werkschema’s.
4.8.3
Wat betreft de stelling van [verzoekster] dat Mango de arbeidsovereenkomst onder ongunstige voorwaarden heeft trachten te beëindigen geldt dat [verzoekster] niet duidelijk heeft gemaakt wat die ongunstige voorwaarden zijn, met het gevolg dat niet de conclusie getrokken kan worden dat Mango zich als werkgever ten opzichte van [verzoekster] onredelijk heeft opgesteld. Gelet hierop zal het Gerecht aan voormelde stelling van [verzoekster] voorbijgaan. Dit geldt ook voor de stelling van [verzoekster], inhoudende dat Mango, hoewel daarvoor loonsubsidie te hebben ontvangen, geen provisie aan haar heeft uitbetaald. [Verzoekster] heeft ter onderbouwing van die stelling een overzicht van de SVb, waaruit blijkt dat loonsubsidie aan Mango is uitgekeerd, en een tiental loonstroken in de procedure gebracht, maar [verzoekster] heeft naar het oordeel van het Gerecht nagelaten om die stukken nader toe te lichten, met het gevolg dat het Gerecht niet kan opmaken of de door [verzoekster] gestelde provisie in de door de SVb aan Mango uitgekeerde loonsubsidie is berekend. Verder heeft [verzoekster] niet duidelijk gemaakt wat de hoogte van het maandelijks aan haar uit te keren bedrag aan provisie moet zijn, zodat het Gerecht evenmin de conclusie kan trekken dat het totale bedrag aan toegekende loonsubsidie, zoals [verzoekster] heeft gesteld, uitbetaald dient te worden aan [verzoekster] in verband met provisie.
4.8.4
Mango heeft betwist geweigerd te hebben om met de werknemers, waaronder [verzoekster], over hun ontevredenheid te praten. Mango heeft in dit verband gesteld op de dag in kwestie op twee verschillende momenten aan [verzoekster] de mogelijkheid te hebben geboden om het gesprek aan te gaan, te weten vóór het incident dat bij de ingang van de winkel heeft plaatsgevonden en daarna tijdens dat incident, waarbij [HVM] [verzoekster] heeft medegedeeld dat het gesprek niet in het bijzijn van klanten dient plaats te vinden. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Mango, die overigens niet langer door [verzoekster] is betwist, gaat het Gerecht ervan uit dat de stelling van Mango juist is. Aan de stelling van [verzoekster] dat Mango geweigerd heeft om met haar te praten over haar bezorgdheden wordt daarom voorbijgegaan.
4.9
Naar het oordeel van het Gerecht is, het bovenstaande in aanmerking genomen, niet komen vast te staan dat sprake is van gronden die het gedrag van [verzoekster] jegens Mango rechtvaardigen. Dit betekent dat [verzoekster] zonder aanleiding zich agressief heeft gedragen tegen haar meerdere al dan niet in het bijzijn van klanten, [verzoekster] een collega heeft belet om klanten te bedienen en [verzoekster] Mango - door het geven van een interview aan het platform
24ora.com- in een kwaad daglicht heeft geplaatst. Naar het oordeel van het Gerecht zijn dergelijke gedragingen dermate ernstig dat van Mango niet verwacht mag worden dat zij deze accepteert. Het Gerecht neemt daarbij in aanmerking dat tussen werkgever en werknemers onenigheden kunnen ontstaan, maar dat van een werknemer in een voorkomend geval mag worden verwacht dat deze klachten en bezorgdheden op een professionele wijze met de werkgever bespreekt en oplost.
4.1
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat voormelde gedragingen van [verzoekster] een dringende reden opleveren die de verstrekkende maatregel van ontslag op staande voet kunnen dragen. De stelling van [verzoekster] dat sprake is van ongelijke behandeling van gelijke gevallen kan haar naar het oordeel van het Gerecht niet baten, nu onbetwist is gesteld dat de twee werknemers waarnaar [verzoekster] verwijst zich niet op dezelfde wijze als [verzoekster] hebben gedragen jegens hun meerdere. Het vorenstaande brengt mee dat de vorderingen onder (c) en (d) die gegrond zijn op de stelling dat sprake is van onregelmatig ontslag dan wel kennelijk onredelijk ontslag moeten worden afgewezen en dat alle overige stellingen van partijen met betrekking tot het ontslag dat op 17 december 2020 aan [verzoekster] is gegeven verder onbesproken kunnen blijven.
4.11
Nu [verzoekster] vanwege een dringende reden terecht op staande voet is ontslagen, is het Gerecht van oordeel dat zij geen aanspraak maakt op
cessantia-uitkeringconform het eerste lid van artikel drie van de Cessantiaverordening. Dit betekent dat de vordering onder (b) zal worden afgewezen.
4.12
Met betrekking tot de vordering onder (a) wordt als volgt overwogen. [Verzoekster] heeft gesteld dat Mango aan haar in de periode mei tot en met november 2020 te weinig loon heeft uitbetaald, omdat Mango geen rekening heeft gehouden met de provisie waar [verzoekster] recht op heeft. Nu [verzoekster] niet nader heeft toegelicht wat de hoogte van het maandelijks aan haar uit te keren bedrag aan provisie moet zijn, en het Gerecht om die reden niet kan nagaan of het gevorderde bedrag - dat bovendien door Mango wordt betwist - klopt, ziet het Gerecht aanleiding om de vordering onder (a) af te wijzen.
4.13 [
Verzoekster] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Mango, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,- (2 punten, tarief 5) aan salaris voor de gemachtigde
4.14
Al het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
verleent aan [verzoekster] toestemming om kosteloos te procederen;
wijst het verzoek af;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Mango worden begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 19 oktober 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: E.J. nr. AUA202101278
Inhoudsindicatie: Arbeid. Dringende reden. Verzoekster heeft zich zonder aanleiding agressief gedragen tegen haar meerdere al dan niet in het bijzijn van klanten, verzoekster heeft een collega belet om klanten te bedienen en verzoekster heeft haar werkgeefster in een kwaad daglicht geplaatst.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: