ECLI:NL:OGEAA:2021:619

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
10 januari 2022
Zaaknummer
AUA202103366
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot heractivatie van toegangspas na positieve drugstest en overschrijding van de 24-uursregel

In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.G. Kock, dat de toegangspas die door de Aruba Airport Authority N.V. (AAA) is geblokkeerd, binnen 48 uur na betekening van het vonnis heractiveerd wordt. Eiser is werkzaam bij One Happy Bar N.V. en heeft een toegangspas nodig om het luchthavengebouw te betreden. Na een positieve handtest op verdovende middelen op 16 september 2021, werd zijn toegangspas geblokkeerd en moest hij binnen 24 uur een urine monster inleveren voor een drugstest. Door omstandigheden kon het monster echter niet op tijd getest worden, wat resulteerde in een overschrijding van de 24-uursregel. AAA heeft de toegangspas definitief geblokkeerd, wat eiser belet om zijn werkzaamheden uit te voeren.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiser gerechtvaardigd mocht aannemen dat hij naar behoren had gehandeld bij het inleveren van zijn urine. De overschrijding van de 24-uursregel kan niet aan eiser worden toegerekend, aangezien hij niet tijdig op de hoogte werd gesteld van de noodzaak om opnieuw urine in te leveren. Het Gerecht oordeelt dat AAA onrechtmatig handelt door de toegangspas van eiser te blokkeren en beveelt AAA om de toegangspas binnen 48 uur te reactiveren. Tevens wordt AAA veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van Afl. 250,-- per dag bij niet-naleving van het bevel, met een maximum van Afl. 250.000,--. AAA wordt ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op Afl. 2.200,--. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur op 15 december 2021.

Uitspraak

Vonnis van 15 december 2021
Behorend bij K.G. nr. AUA202103366
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
te Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBA AIRPORT AUTHORITY N.V.,
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: AAA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.J. Noordhuizen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties, ingediend op 15 november 2021;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van vrijdag 10 december 2021.
1.2 [
eiser] is samen met zijn gemachtigde ter zitting verschenen. AAA is verschenen bij haar gemachtigde die werd vergezeld door mevrouw [hoofd beveiliging1] en de heer [hoofd beveiliging2] (Legal Advisor respectievelijk Hoofd Beveiliging bij AAA). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - AAA mede aan de hand van een overgelegde voorgedragen pleitnota, voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
eiser] is werkzaam bij One Happy Bar N.V (OHB), welk bedrijf een in het luchthavengebouw nabij gate 6 gelegen bedrijfsruimte huurt van AAA. Aldaar exploiteert OHB een “
upscale bar lounge with a limited snack assortment” (hierna: de bar). Om het luchthavengebouw binnen te kunnen komen beschikt [eiser] over een door of vanwege AAA aan hem verstrekte elektronische toegangspas, die - zo nodig - door AAA al dan niet tijdelijk kan worden gedeactiveerd/geblokkeerd waardoor toegang tot het luchthavengebouw (en dus de bar) niet langer mogelijk is (hierna: de toegangspas).
2.3
De bar is de enige bedrijfsactiviteit van OHB, en [eiser] is door OHB aldaar tewerkgesteld.
2.4
Als werknemer van een bedrijf binnen het vliegveld moet ook [eiser] zich conform de regels van AAA onderwerpen aan een test waarbij zijn handen door een apparaat worden gecontroleerd op onder meer sporen van verdovende middelen (hierna: de handtest). Een dergelijke test heeft op 16 september 2021 met betrekking tot [eiser] plaatsgevonden, en het resultaat daarvan werd vlak na de test en de direct daaropvolgende hertest vastgesteld om 10:55 uur, te weten positief op verdovende middelen.
2.5
Vanwege dat positieve resultaat werd volgens de regels van AAA de toegangspas van [eiser] tot het gebouw tijdelijk geblokkeerd en moest [eiser] in een laboratorium een drugstest laten afnemen om te weerleggen of te bevestigen dat sprake was van gebruik van verdovende middelen. Het resultaat van dat laboratoriumonderzoek moest volgens de regels van AAA binnen 24 uur na de positieve handtest bekend zijn bij AAA (hierna: de 24-uursregel of de 24-uurstermijn), ofwel uiterlijk op 17 september 2021 om 10:55 uur. Het niet voldoen aan deze regels van AAA leidt in geval van [eiser] tot definitieve deactivering/blokkering van zijn toegangspas.
2.6
In verband met de positieve handtest heeft [eiser] op 16 september 2021 om rond 17:00 uur bij Medcare Clinic (hierna: de kliniek) urine ingeleverd voor een drugstest. Daarbij is toen door of vanwege de kliniek niet aan [eiser] verteld dat de drugstest met betrekking tot dat urinemonster niet plaats kon vinden.
2.7
Op 17 september 2021 is door of vanwege de kliniek om tussen 10:00 en 11:30 uur aan [eiser] medegedeeld dat hij opnieuw urine moest inleveren omdat het de vorige dag door [eiser] ingeleverde urinemonster niet kon worden getest omdat het te laat was aangekomen bij Laboratorium di Servicio (hierna: het laboratorium). Op 17 september 2021 heeft [eiser] opnieuw urine afgestaan om 14:08 uur. Na onderzoek daarvan heeft het laboratorium op 17 september 2021 om 14:48 uur vastgesteld dat [eiser] negatief was getest op gebruik van verdovende middelen. Dat resultaat heeft [eiser] aan AAA kenbaar gemaakt op 17 september 2021 om 19:53 uur. Aldus is sprake van een overschrijding van de 24-uurstermijn met vrijwel 9 uren.
2.8
Op grond van overschrijding door [eiser] van de 24-uurs-regel heeft AAA zijn toegangspas definitief gedeactiveerd/geblokkeerd, waardoor het voor [eiser] niet langer mogelijk is om het luchthavengebouw te betreden en zijn werkzaamheden voor OHB in de bar uit te voeren.
2.9
Bij schrijven van 29 september 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] AAA verzocht hem weer toegang tot zijn werk in de bar te verschaffen door de toegangspas uiterlijk op 5 oktober 2021 te reactiveren. AAA heeft dat verzoek niet ingewilligd.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. AAA beveelt om binnen 48 uur na de betekening van dit vonnis de toegangspas te reactiveren zodat [eiser] weer toegang heeft tot het luchthavengebouw teneinde zijn werkzaamheden in de bar te kunnen uitvoeren;
b. bepaalt dat AAA ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 250,-- per dag dat AAA dat bevel niet opvolgt;
c. AAA veroordeelt in de proceskosten.
3.2
AAA voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiser] verzochte, en tot uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vordering volgt uit de aard van die vordering en de daaraan door hem ten gronde gelegde stellingen.
4.2
De in dit geschil voorshands te beantwoorden centrale vraag is of AAA al dan niet op goede grond de toegangspas van [eiser] definitief heeft gedeactiveerd of geblokkeerd. Daarbij wordt vooropgesteld dat als dat niet het geval is, AAA daarmee naar het voorlopig oordeel van het Gerecht onrechtmatig handelt jegens [eiser] waardoor hij - en dat is zonder meer aannemelijk - schade lijdt of zal lijden simpelweg omdat hij zijn werkzaamheden voor OHB in de in het luchthaven gelegen bar niet langer kan uitvoeren. Dit temeer omdat vaststaat dat de exploitatie van de bar de enige bedrijfsactiviteit is van OHB, zodat het voor haar niet mogelijk is om [eiser] elders dan in de bar te werk te stellen. In het licht van dit alles wordt het volgende overwogen.
4.3
Bij het inleveren door [eiser] van zijn urine bij de kliniek op 16 september 2021 ten behoeve van de drugstest is aan hem niet medegedeeld dat zijn urine te laat zou aankomen bij het laboratorium en daarom niet kon worden getest op verdovende middelen. [eiser] mocht er daarom gerechtvaardigd vanuit gaan dat hij in zoverre naar behoren had gehandeld. Eerst de volgende dag om op zijn vroegst 10:00 uur ([eiser] heeft in dit verband immers onbestreden gesteld ergens tussen 10:00 en 11:30 uur) werd door of vanwege de kliniek aan [eiser] medegedeeld dat hij opnieuw urine moest komen inleveren, omdat de eerdere door hem ingeleverde urine niet kon worden getest omdat die te laat was aangekomen bij het laboratorium (hierna: de mededeling). Zelfs indien wordt aangenomen dat na inlevering van urine bij de kliniek telkens na 40 minuten het testresultaat door het laboratorium wordt vastgesteld (zoals het geval was met betrekking tot het tweede door [eiser] op 17 september 2021 om 14:08 uur ingeleverde urinemonster), is gesteld noch gebleken dat het na de mededeling voor [eiser] nog mogelijk was om voor 10:20 uur opnieuw urine in te leveren bij de kliniek. Evenmin is gesteld of gebleken dat na inlevering van urine bij de kliniek het laboratorium vervolgens binnen 40 minuten het testresultaat kan vaststellen. Bij dit alles komt dat gesteld noch is gebleken dat zodra het laboratorium de testuitslag vaststelt, die uitslag onmiddellijk bekend is bij in dit geval [eiser]. Aannemelijk is dat er na vaststelling van het testresultaat enige tijd gemoeid gaat met de administratieve verwerking daarvan en dat met het vervolgens doorgeven van het testresultaat aan in dit geval [eiser] ook enige tijd gemoeid gaat.
4.4
Vorenstaande brengt met zich dat het Gerecht voorshands van oordeel is dat [eiser], die er op 16 september 2021 dus gerechtvaardigd vanuit mocht gaan dat hij naar behoren had gehandeld, zich op 17 september 2021 om op zijn vroegst 10:00 uur voor het voldongen feit zag gesteld dat hij niet binnen de 24-uurstermijn het resultaat van zijn drugstest kon doen toekomen aan AAA. Gelet op de omstandigheden van het geval valt die tekortkoming redelijkerwijze niet toe te rekenen aan [eiser], althans ziet het Gerecht geen grond om die tekortkoming voor rekening en risico van [eiser] te laten. Hierbij wordt nog overwogen dat is gesteld noch gebleken dat als [eiser] op 17 september 2021 na ommekomst om 10:55 uur van de 24-uurstermijn eerder dan om 19:53 uur het testresultaat kenbaar had gemaakt sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding.
4.5
Bij de hiervoor geschetste stand van zaken valt te verwachten dat de bodemrechter de hiervoor onder 4.2 geformuleerde vraag ontkennend zal beantwoorden, en zal oordelen dat (1) AAA jegens [eiser] onrechtmatig handelt zolang zij zijn toegangspas op grond van bedoelde overschrijding van de 24-uurstermijn gedeactiveerd/geblokkeerd houdt en (2) AAA zal bevelen de toegangspas van [eiser] per onmiddellijk te reactiveren zodat hij zijn werkzaamheden voor OHB in de in het luchthavengebouw gelegen bar kan uitvoeren. Dat brengt mee dat die hiervoor onder a. door [eiser] verzochte voorziening zal worden toegewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld door AAA die een ander oordeel kunnen rechtvaardigen.
4.6
Dwangsommen zullen als na te melden gemaximeerd worden opgelegd aan AAA.
4.7
AAA zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiser], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 250,-- =) Afl. 700,-- aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
4.8
Ten overvloede wordt nog het volgende overwogen, waarbij voorop wordt gesteld dat laboratoria waar drugstesten als de onderhavige worden afgenomen niet zijn gebonden aan de door AAA gestelde 24-uursregel of 24-uurstermijn en dat onder bepaalde omstandigheden, zoals de onderhavige, overtreding of overschrijding daarvan door degene die de drugstest moet ondergaan in redelijkheid voor rekening en risico komt en behoort te komen van AAA. Het is mede in dit verband onbegrijpelijk dat AAA de 24-uursregel of 24-uurstermijn niet koppelt aan het inleveren of afstaan van urine, temeer omdat de toegangspas tijdelijk geblokkeerd blijft zolang het testresultaat niet kenbaar is voor AAA. Daarbij kan als aanvullende regel worden gesteld dat zodra aan degene die de drugstest moet ondergaan door of vanwege het instrumenterende laboratorium wordt medegedeeld dat zijn eerder ingeleverde urine om wat voor reden ook niet getest kon worden diegene binnen bijvoorbeeld twee uren na die mededeling opnieuw urine moet afstaan.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt AAA om binnen 48 uur na de betekening van dit vonnis aan AAA de toegangspas van [eiser] te reactiveren zodat [eiser] weer toegang heeft tot het luchthavengebouw teneinde zijn werkzaamheden in de bar te kunnen uitvoeren;
-bepaalt dat AAA ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 250,-- voor iedere dag dat AAA voormeld bevel niet opvolgt, met dien verstande dat AAA te dezen maximaal Afl. 250.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt AAA in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiser], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.200,--;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door [eiser] verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 december 2021 in aanwezigheid van de griffier.