In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 16 februari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de oproeping van gerechtigden tot de nalatenschap van een overledene. De procedure is gestart door verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S.Z. Kock, die een verzoek hebben ingediend om de gerechtigden tot de nalatenschap op te roepen. De zaak heeft een voorgeschiedenis die teruggaat tot 27 oktober 2020, waaruit blijkt dat er eerder een tussenvonnis is uitgesproken. In dit tussenvonnis werd overwogen dat een van de verweerders, [verweerder sub 1], op 15 september 2003 is overleden. Deze conclusie werd echter betwist door de gemachtigde van [verweerder sub 1] en door de verzoekers zelf, die stelden dat deze informatie onjuist was. Het gerecht heeft deze bezwaren in overweging genomen en vastgesteld dat de eerdere lezing van de akte van de burgerlijke stand onjuist was. Hierdoor heeft het gerecht besloten om terug te komen op de eerdere beslissing dat verzoekers niet-ontvankelijk waren ten aanzien van [verweerder sub 1].