In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat P.M.E. Mohamed, schadevergoeding gevorderd van gedaagde, [GEDAAGDE] CONSTRUCTION & CONSULTANCY N.V., vertegenwoordigd door advocaat D.M. Canwood, naar aanleiding van een bedrijfsongeval. De procedure begon met een tussenvonnis op 11 augustus 2021, waarin een comparitie van partijen werd gelast. Tijdens deze comparitie op 7 september 2019 konden partijen echter niet tot een oplossing komen, wat leidde tot verdere procesvoering.
Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 15 december 2021 vastgesteld dat eiser door het ongeval een netto-inkomen van Afl. 32.237,52 heeft gederfd van februari 2017 tot augustus 2021. Daarnaast is vastgesteld dat eiser in de periode van september 2021 tot 28 maart 2040 nog eens Afl. 184.699,56 aan netto-inkomen zal derven. Het Gerecht heeft geoordeeld dat gedaagde deze schade moet vergoeden, en heeft de contante waarde van de toekomstige schade berekend op Afl. 111.815,50.
De totale schadevergoeding die gedaagde aan eiser moet betalen, bedraagt Afl. 206.104,50, vermeerderd met wettelijke rente. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 8.584,15. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad. Gedaagde heeft geen voldoende onderbouwing gegeven voor haar verzoek om betaling in termijnen, en het Gerecht heeft dit verzoek afgewezen.