ECLI:NL:OGEAA:2021:626

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
10 januari 2022
Zaaknummer
AUA202001205
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een koopovereenkomst en schadevergoeding wegens gebrekkige levering van materiaal

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de eisers, die een koopovereenkomst hadden gesloten met de vennootschap IWD Innovative Windows & Doors I VBA, een vordering ingediend tot ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, hebben in februari 2018 een woning in Aruba gebouwd en daarbij aluminium kozijnen, ramen en deuren besteld bij IWD. De totale koopsom bedroeg Afl. 27.269,60, welke door de eisers is voldaan. Na de levering van het materiaal in oktober/november 2018, constateerden de eisers in december 2018 dat het geleverde materiaal gebreken vertoonde, waaronder roestvorming en verdikkingen van de deurkozijnen. Ondanks herhaalde verzoeken om herstel, heeft IWD nagelaten het materiaal te vervangen.

De eisers hebben vervolgens de ontbinding van de koopovereenkomst gevorderd, alsook restitutie van de koopsom en schadevergoeding voor de kosten van vervangend materiaal. Het Gerecht heeft vastgesteld dat IWD tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de koopovereenkomst, en dat het geleverde materiaal niet aan de overeenkomst voldeed. De rechter heeft de vorderingen van de eisers toegewezen, waarbij IWD werd veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding, en de eisers verplicht werden het gebrekkige materiaal terug te leveren na vervanging. Tevens werd IWD veroordeeld in de proceskosten van de eisers.

Het vonnis werd uitgesproken op 15 december 2021 door mr. A.H.M. van de Leur, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak benadrukt de rechten van consumenten bij gebrekkige levering en de verplichtingen van verkopers om te voldoen aan de overeenkomst.

Uitspraak

Vonnis van 15 december 2021
Behorend bij A.R. no. AUA202001205
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[naam eisers],
te Aruba,
eisers,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [eisers],
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IWD INNOVATIVE WINDOWS & DOORS I VBA,
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: IWD,
procederend bij haar directeur de heer [naam directeur].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het inleidend verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord;
-de conclusie van repliek;
-de tegen IWD verleende akte van niet dienen van dupliek.
1.2
Vonnis is met welgemeende excuses voor alle vertraging nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
In februari 2018 zijn [eisers] begonnen met de bouw van hun eigen woning in Aruba te [naam perceel] (hierna: de woning). Ten behoeve van die bouw hebben [eisers] op 7 mei 2018 aluminium kozijnen, ramen en deuren (hierna: het materiaal) besteld bij IWD middels een daartoe tussen partijen gesloten koopovereenkomst met als koopsom Afl. 27.269,60 (hierna: de koopovereenkomst), welk bedrag door [eisers] is betaald aan IWD.
2.3
Het materiaal is door IWD geleverd aan [eisers] in de periode van oktober/november 2018. [eisers] hebben het materiaal door hun eigen aannemer laten plaatsten/installeren.
2.4
Pieterse hebben intrek genomen in de woning per 1 december 2018.
2.5
In minder dan zes maanden na die intrek constateerden [eisers] dat een van het materiaal deeluitmakend kozijn begon te roesten, en dat van het materiaal deeluitmakende deurkozijnen verdikkingen vertoonden. Over dit één en ander hebben [eisers] direct na waarneming daarvan geklaagd bij IWD, en om herstel verzocht.
2.6
Na bezichtiging van de woning en het aldaar geplaatste materiaal heeft IWD aan [eisers] toegezegd het materiaal te vervangen. Die toezegging is IWD niet nagekomen.
2.7
Het verroeste materiaal kan niet worden hersteld en moet worden vervangen.
2.8
De kosten van het laten verwijderen van het materiaal en het installeren van vervangend materiaal bedragen met alle bijkomende kosten daarvan doch exclusief het nieuw aan te schaffen vervangend materiaal (11.777,-- + 1.500,-- + 950,-- =) Afl. 14.227,--

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eisers] vorderen dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. de koopovereenkomst ontbindt;
b. IWD veroordeelt om aan [eisers] terug te betalen de koopsom ad
Afl. 27.269,60, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 7 mei 2018;
c. IWD veroordeelt om aan Pieterse te betalen Afl. 14.227,-- aan schadevergoeding;
d. bepaalt dat [eisers] het materiaal eerst moeten terug leveren aan IWD nadat het is vervangen doch uiterlijk binnen drie maanden na de betekening van dit vonnis;
e. IWD veroordeelt in de proceskosten.
3.2
IWD heeft verweer gevoerd.
3.3
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
In het licht van voormelde feitelijkheden hebben [eisers] gesteld dat het materiaal niet aan de koopovereenkomst beantwoordt omdat het van inferieure kwaliteit is gebleken. Die stelling heeft IWD niet bestreden en staat daarom vast. Vast staat ook dat het verroeste materiaal niet kan worden hersteld, doch moet worden vervangen door materiaal van niet inferieure kwaliteit.
4.2.1
Artikel 7:21 BW luidt voorzover thans van belang:

1. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan kan de koper eisen:
(…).;
c. vervanging van de afgeleverde zaak,
(…).
2. De kosten van nakoming van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen kunnen niet aan de koper in rekening worden gebracht.
3. De verkoper is verplicht om, mede gelet op de aard van de zaak en op het bijzondere gebruik van de zaak dat bij de overeenkomst is voorzien, binnen een redelijke termijn (…) zijn in het eerste lid bedoelde verplichtingen na te komen.
(…).”.
4.2.2
Artikel 7:22 BW luidt voorzover thans van belang:

1. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan heeft bij een consumentenkoop de koper voorts de bevoegdheid om:
a. de overeenkomst te ontbinden (…):
(…).
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden ontstaan pas wanneer (…) de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 21, derde lid.
(…).”.
4.3
Uit het betoog van [eisers] volgt dat zij zich op het standpunt stellen dat IWD jegens hen als consumenten tekort is geschoten in haar uit het derde lid van artikel 7:21 BW voortvloeiende verplichting om het van inferieure kwaliteit gebleken materiaal binnen een redelijke termijn te vervangen. Het Gerecht volgt [eisers] in die niet door IWD bestreden stelling. Dat brengt met zich dat [eisers] krachtens het eerste lid sub a van artikel 7:22 BW in verbinding met het tweede lid van die wettelijke bepaling bevoegd zijn de koopovereenkomst te ontbinden. Er zijn geen gronden gesteld of gebleken die dat anders maken. De hiervoor onder a. omschreven vordering van [eisers] zal worden toegewezen.
4.4
De ontbinding van de koopovereenkomst brengt met zich dat IWD de door [eisers] betaalde koopsom voor het materiaal krachtens artikel 6:271 BW moet terugbetalen aan [eisers], en dat IWD alle schade die [eisers] als gevolg van de ontbinding lijden en/of zullen lijden moet vergoeden. Aldus is IWD aan Pieterse opeisbaar verschuldigd:
-Afl. 27.269,60 uit hoofde van de te restitueren koopsom;
-Afl. 14.227,-- aan door [eisers] te lijden schade die gemoeid gaat met de vervanging van het materiaal.
De hiervoor onder b. en c. omschreven vorderingen van [eisers] zullen daarom worden toegewezen. De door [eisers] gevorderde wettelijke rente over de terug te betalen koopsom zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen als na te melden.
4.5
De ontbinding van de koopovereenkomst brengt verder met zich dat [eisers] het materiaal na de vervanging daarvan krachtens artikel 6:271 BW moeten terugleveren aan IWD, doch uiterlijk binnen drie maanden na de uitspraak van dit vonnis. De niet door IWD bestreden hiervoor onder d. omschreven vordering van [eisers] zal in die zin worden toegewezen als na te melden.
4.6
IWD zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eisers], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 217,56 =) Afl. 667,56 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-ontbindt de tussen partijen gesloten koopovereenkomst;
-veroordeelt IWD om aan [eisers] te betalen Afl. 27.269,60 aan restitutie koopsom, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 7 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt IWD voorts om aan [eisers] te betalen Afl. 14.227,-- aan schadevergoeding;
-bepaalt dat [eisers] het materiaal eerst moeten terug leveren aan IWD nadat het is vervangen doch uiterlijk binnen drie maanden na de uitspraak van dit vonnis;
-veroordeelt IWD in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eisers] tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 667,56 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 december 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.