ECLI:NL:OGEAA:2021:628
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Geldvordering toegewezen; betalingsonmacht ontslaat gedaagde niet van haar betalingsverplichting
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering van Island Finance betreft een geldvordering van Afl. 10.984,24, die voortvloeit uit een overeenkomst van verbruikleen die op 12 juli 2019 is aangegaan. Gedaagde had zich verplicht om een bedrag van Afl. 14.996,70 in 30 maandelijkse termijnen terug te betalen, maar heeft haar betalingsverplichtingen niet nagekomen. Island Finance heeft gedaagde in gebreke gesteld en conservatoir beslag gelegd op haar vermogen.
Gedaagde heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat zij door persoonlijke omstandigheden niet in staat is geweest om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Zij heeft geprobeerd een lening af te sluiten om de schuld af te lossen, maar dit is haar niet gelukt door toedoen van Island Finance. Het Gerecht oordeelde echter dat betalingsonmacht gedaagde niet ontslaat van haar verplichtingen. De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en heeft de vordering van Island Finance toegewezen, inclusief de gevorderde rente, maar de buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen omdat deze niet voldoende waren onderbouwd.
Het vonnis bevat ook een veroordeling van gedaagde in de proceskosten, aangezien zij grotendeels in het ongelijk is gesteld. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.