ECLI:NL:OGEAA:2021:668
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van uitzetting op basis van de Landsverordening administratieve rechtspraak
Op 8 december 2021 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, verblijvend in Aruba, een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek was gericht tegen een bevelschrift tot uitzetting dat op 19 oktober 2021 door de Minister van Justitie was afgegeven. Verzoekster was op 15 februari 2019 als toerist Aruba binnengekomen en had sindsdien geen geldige verblijfstitel meer. De Minister had eerder een aanvraag van verzoekster voor een vergunning tot tijdelijk verblijf afgewezen, waarop verzoekster bezwaar had gemaakt. Na de aanhouding van verzoekster door de politie, werd het bevel tot uitzetting opgelegd.
Tijdens de zitting op 24 november 2021 heeft verzoekster aangevoerd dat zij een asielwens had geuit en dat zij niet kon worden uitgezet totdat op haar asielaanvraag was beslist. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster zonder geldige verblijfstitel in Aruba verbleef en dat de Minister bevoegd was om de uitzetting te bevelen. De rechter heeft echter ook erkend dat het vluchtelingenrechtelijke verbod op refoulement van toepassing is, wat betekent dat verzoekster niet kan worden uitgezet voordat haar asielaanvraag is behandeld.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot schorsing van de uitzetting afgewezen, omdat de belangen van verzoekster niet zodanig spoedeisend waren dat de verzochte voorziening moest worden getroffen. De rechter heeft benadrukt dat de Minister de asielaanvraag van verzoekster moet respecteren en dat de uitzetting niet zal plaatsvinden voordat daarover een beslissing is genomen. De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.