ECLI:NL:OGEAA:2021:95
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verval van instantie in civiele procedure met betrekking tot geldlening
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 24 maart 2021 een rolbeschikking gegeven in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagde. De procedure betreft een geschil over een overeenkomst van geldlening van 14 juni 2006, waarbij gedaagde een bedrag van Afl. 60.000,00 diende terug te betalen. Eiseres heeft in het verleden geen proceshandelingen verricht sinds de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 21 mei 2013, wat gedaagde ertoe heeft aangezet om verval van instantie te verzoeken. Gedaagde heeft in zijn akte van 24 februari 2021 gesteld dat er sprake is van verval van instantie, omdat er sinds de uitspraak van het Hof geen verdere proceshandelingen zijn verricht. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat gedaagde, op basis van het tussenvonnis van 3 oktober 2012, de partij is die een proceshandeling moet verrichten. Hierdoor kan alleen eiseres verval van instantie vorderen, niet gedaagde. Eiseres heeft geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om zich uit te laten over het vervolg van de procedure, wat het gerecht aanleiding heeft gegeven om de zaak door te halen. De rolrechter heeft de vordering tot verval van instantie afgewezen en de zaak doorgehaald op de rol van heden.