In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 19 april 2022 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de vader en de moeder van een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.J. Hart, heeft verzocht om wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie, die oorspronkelijk was vastgesteld op Afl. 150,- per maand. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.M. Wildeman, woont in Curaçao en heeft de alimentatieplicht voor hun minderjarige kind, geboren in 2009, die momenteel 12 jaar oud is en Mavo school volgt.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 november 2021 werd ingediend, gevolgd door financiële stukken van de moeder op 15 februari 2022 en pleitnota's op 8 maart 2022. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren beide partijen aanwezig via videoverbinding. De vader heeft aangevoerd dat er gewijzigde omstandigheden zijn die een verhoging van de alimentatie rechtvaardigen, met name door extra kosten voor bijles en transport.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de huidige alimentatie niet meer voldoet aan de wettelijke maatstaven, zoals vastgelegd in artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De rechter heeft geoordeeld dat de alimentatie moet worden verhoogd tot Afl. 290,- per maand, met ingang van 1 april 2022. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek om een hogere bijdrage is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.