ECLI:NL:OGEAA:2022:128

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
BB. AUA202102840
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bewijsopdracht en getuigen horen in civiele procedure tussen Setar N.V. en gedaagde

In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap Servicio di Telecomunicacion di Aruba (Setar) N.V., heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 maart 2022 een vonnis gewezen. Setar vordert dat de gedaagde, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 2.336,--, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkent een deel van de vordering, namelijk Afl. 1.154,--, maar betwist het meerdere bedrag dat Setar vordert. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 12 januari 2022, waarin een comparitie van partijen is gelast, die op 14 februari 2022 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en heeft Setar aanvullende producties ingediend.

Het Gerecht heeft in het vonnis van 30 maart 2022 vastgesteld dat de gedaagde het erkende bedrag van Afl. 1.154,-- verschuldigd is aan Setar voor geleverde diensten. Echter, Setar stelt dat de gedaagde ook nog Afl. 1.182,-- verschuldigd is voor andere diensten, wat door de gedaagde is betwist. Het Gerecht heeft besloten dat Setar in de gelegenheid wordt gesteld om bewijs te leveren door getuigen te horen over deze aanvullende vordering. De zaak is verwezen naar een nieuwe zitting waar maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. Setar moet uiterlijk drie dagen voor deze zitting de personalia van de getuigen aan het Gerecht en de gedaagde bekendmaken. Het Gerecht heeft verder iedere beslissing aangehouden tot na de bewijslevering.

Uitspraak

Vonnis van 30 maart 2022
Behorend bij A.R.B.B. nr. AUA202102840
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SERVICIO DI TELECOMUNICACION DI ARUBA (Setar) N.V.,
te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Setar,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M.M.C. Ecury,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba, te [adres],
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het verloop van de procedure tot 12 januari 2022 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op maandag 14 februari 2022. Setar is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde. [gedaagde] is in persoon verschenen. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, Setar mede aan de hand van toegelaten nadere producties, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2
Tussenvonnis is bepaald op heden.

2.HET GESCHIL

2.1
Setar vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] veroordeelt:
a. om aan Setar tegen bewijs van kwijting te betalen Afl. 2.336,-- , te vermeerderen met (1) wettelijke rente gerekend vanaf 6 augustus 2021 althans vanaf een door het Gerecht te bepalen andere datum, en (2) met Afl. 375,-- dan wel een door het Gerecht te bepalen ander bedrag aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
b. in de kosten en nakosten van deze procedure gevallen en nog te vallen aan de zijde van Setar.
2.2 [
gedaagde] voert verweer. [gedaagde] erkent dat zij Afl. 1.154,-- aan Setar verschuldigd is, maar betwist de vordering van Setar voor het meerdere van dat bedrag. In zoverre concludeert [gedaagde] tot afwijzing van het door Setar verzochte.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna verder besproken.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Niet in geschil is tussen partijen dat [gedaagde] het bedrag van Afl. 1.154,-- aan Setar verschuldigd is voor aan haar door Setar geleverde telefoon- en/of internetdiensten. [gedaagde] zal in elk geval worden veroordeeld om dat bedrag te betalen aan Setar.
3.3
Naast voormeld door [gedaagde] erkende bedrag stelt Setar dat [gedaagde] verder nog Afl. 1.182,-- verschuldigd is aan Setar voor door Setar geleverde telefoon- en/of internetdiensten aan de op naam van [gedaagde] staande aansluiting met als nummer 102114600. Die stelling heeft [gedaagde] met een productie onderbouwd (bijlage A bij het verweerschrift) gemotiveerd bestreden, en staat daarom niet vast.
3.4
Nu Setar dat heeft aangeboden, zal zij in de gelegenheid worden gesteld om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat [gedaagde] verder nog Afl. 1.182,-- verschuldigd is aan Setar voor door Setar geleverde telefoon- en/of internetdiensten aan de op naam van [gedaagde] staande aansluiting met als nummer 102114600. Indien Setar slaagt in die bewijsopdracht, komt vast te staan dat [gedaagde] in hoofdsom naast het door haar erkende bedrag ad Afl. 1.154,- ook nog Afl. 1.182,-- (aldus in totaal Afl. 2.336,--) verschuldigd is aan Setar.
3.5
De zaak zal voor bewijslevering worden verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting, tijdens welke maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. Setar dient uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan [gedaagde]. Voor het horen van mogelijk meerdere door Setar voor te brengen getuigen zal een nadere zitting worden bepaald. Indien een door Setar voor te brengen getuige de Nederlandse Taal niet of onvoldoende beheerst, dient zij zorg te dragen voor een beroepsmatig optredende tolk.
3.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-stelt Setar in de gelegenheid om middels het doen horen van getuigen te bewijzen hetgeen zij ingevolge rechtsoverweging 3.4 van dit vonnis dient te bewijzen, en verwijst de zaak daartoe naar de terechtzitting van
donderdag 28 april 2022 om 09:00 uur;
-bepaalt dat Setar uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan [gedaagde];
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 maart 2022 in aanwezigheid van de griffier.