ECLI:NL:OGEAA:2022:16

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
AUA202001897
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake koopovereenkomst en bewijslevering tussen eiseres en gedaagde

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde met betrekking tot een mondelinge koopovereenkomst die op 2 juni 2014 tot stand is gekomen. Eiseres heeft gedaagde een perceel domeingrond met daarop een woonhuis en appartement verkocht voor een bedrag van Afl. 200.000,--. De levering van het onroerend goed vond plaats op 14 november 2014. Eiseres stelt dat gedaagde de koopsom niet heeft betaald, terwijl gedaagde betwist dat zij de koopsom onbetaald heeft gelaten. Gedaagde voert aan dat de betaling is geschied door middel van investeringen in het onroerend goed en het verlenen van levenslang gebruik van het appartement aan eiseres.

De procedure omvatte een inleidend verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiseres niet in staat is de kosten van de procedure te dragen en verleent haar verlof tot kosteloos procederen. De kernvraag in deze zaak is of gedaagde de koopsom heeft betaald. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de akte van levering dwingend bewijs oplevert van de verklaring van partijen, maar dat gedaagde niet kan aantonen dat de koopsom daadwerkelijk is betaald. Gedaagde is in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen om haar stelling te bewijzen dat de betaling op een andere manier heeft plaatsgevonden.

De uitspraak is gedaan op 9 februari 2022, waarbij het Gerecht de zaak heeft verwezen naar een terechtzitting op 10 maart 2022 voor het horen van getuigen. Eiseres heeft verlof tot kosteloos procederen gekregen en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 9 februari 2022
Behorend bij A.R. no. AUA202001897
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[EISERES],
te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. A.E.A. Hernandez.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het inleidend verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord;
-de conclusie van repliek;
-de conclusie van dupliek.
1.2
Vonnis is met welgemeende excuses voor alle vertraging nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Omstreeks 2 juni 2014 is tussen partijen een mondelinge koopovereenkomst tot stand gekomen (hierna: de koopovereenkomst) krachtens welke [eiseres] aan [gedaagde] heeft verkocht tegen een koopsom van Afl. 200.000,-- het recht van erfpacht tot 13 november 2045 op een perceel domeingrond, groot 702 m2, gelegen in Aruba te [adres] en het daarop gebouwde woonhuis en appartement (hierna: het registergoed, of: het perceel).
2.2
Bij notariële akte van levering van 14 november 2014 (hierna: de akte) is het onroerend goed geleverd aan [gedaagde]. In die ook door partijen ondertekende akte, waarin met verkoper wordt bedoeld [eiseres] en met koper [gedaagde], staat onder meer het volgende vermeld:

(…).
De comparanten verklaarden:
A. OVEREENKOMST
Verkoper en koper hebben omstreeks 2 juni 2014 (…) mondeling een overeenkomst gesloten (…) waarbij verkoper heeft verkocht aan koper, die heeft gekocht, zulks onder voorbehoud van het recht van het levenslang zakelijk recht van gebruik en bewoning van haarzelf, het (…) registergoed.
B. LEVERING REGISTERGOED EN VERKRIJGING
Op grond en ter uitvoering van het vorenstaande levert verkoper aan koper, die bij deze aanvaardt, aldus onder voorbehoud van het levenslang zakelijk recht van gebruik en bewoning ten behoeve van verkoper:
(…) het registergoed.
Het registergoed zal zowel het adres van koper als van verkoper zijn en zal door beiden vooralsnog als woonhuis dan wel appartement worden gebruikt.
(…).
C. KOOPPRIJS EN KWIJTING
De koopprijs voor het registergoed bedraagt:
tweehonderdduizend Arubaanse florin (Afl. 200.000,00).
Koper heeft de koopprijs betaald door verrekening met een geldlening van verkoper. Verkoper verleent koper kwijting voor de betaling van de koopprijs.
(…).
CONTINUERING KOOPOVEREENKOMST
(…).
Partijen doen afstand van het recht tot gehele of gedeeltelijk ontbinding van de koopovereenkomst en deze overeenkomst van levering.
(…)
H. SLOT
(…).Onmiddellijk na voorlezing is deze akte door de comparanten, de getuigen en mij, notaris, ondertekend (…).
(…).”.
2.3
Ten tijde van voormelde (ver)koop en levering verkeerde het registergoed in onbewoonbare en deplorabele staat.

3.HET GESCHIL

3.1
Naast verlof tot kosteloos procederen vordert [eiseres] dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair
a. [Gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen Afl. 200.000,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 20 november 2018;
subsidiair
b. de koopovereenkomst ontbindt en de rechtshandeling krachtens welke het registergoed is geleverd aan [gedaagde] vernietigt;
c. [Gedaagde] gelast tot teruglevering aan [eiseres] van het registergoed binnen 2 weken na de betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 100,-- per dag, althans bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van een notariële akte tot teruglevering van het registergoed aan [eiseres];
primair en subsidiair
d. [Gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
Gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiseres] verzochte, kosten rechtens.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het door [eiseres] overgelegde bewijs van onvermogen volgt dat zij niet in staat is de kosten van deze procedure te dragen. Aan [eiseres] zal daarom verlof tot kosteloos procederen worden verleend.
4.2
De in dit geschil te beantwoorden kernvraag is of [gedaagde] de koopsom ad Afl. 200.000,-- voor de koop en levering aan haar van het registergoed onbetaald heeft gelaten, zoals gesteld door [eiseres] en bestreden door [gedaagde]. Voor die beantwoording stelt het Gerecht het volgende voorop. De akte is een authentieke akte in de zin van het tweede lid van artikel 135 Rv. Ingevolge het tweede lid van artikel 136 Rv (voorzover thans van belang) levert een authentieke akte ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingend bewijs op van de waarheid van die verklaring. Ingevolge het tweede lid van artikel 130 Rv (voorzover thans van belang) staat ook tegen dwingend bewijs tegenbewijs vrij.
4.3
Vast staat dat de akte onder meer het volgende vermeld als zijnde de verklaring van partijen ten overstaan van de notaris: “
Koper heeft de koopprijs betaald door verrekening met een geldlening van verkoper. Verkoper verleent koper kwijting voor de betaling van de koopprijs.”. Die ook van [eiseres] afkomstige verklaring levert in beginsel ten behoeve van [gedaagde] dwingend bewijs op van de waarheid daarvan. In beginsel heeft aldus te gelden dat, behoudens door [eiseres] te leveren tegenbewijs, tussen partijen vaststaat dat de koopsom ad Afl. 200.000,-- voor de verkrijging van het registergoed is betaald door [gedaagde] aan [eiseres] door middel van verrekening met een geldlening van [eiseres], en dat [eiseres] met betrekking tot die betaling kwijting heeft verleend aan [gedaagde].
4.4
Levering van tegenbewijs tegen vorenstaande kan achterwege blijven, omdat niet in geschil is tussen partijen, althans dat volgt ook uit het betoog van [gedaagde], dat de facto geen sprake was van een geldlening zijdens [eiseres] zoals vermeld in de akte. Bijgevolg daarvan is, en op dit punt kan tegenbewijslevering ook achterwege blijven, dat de akte tussen partijen geen bewijs oplevert van het daarin vermelde dat [gedaagde] door middel van verrekening (met een niet bestaande geldlening zijdens [eiseres] dus) de koopsom ad Afl. 200.000,-- heeft betaald. Bijgevolg daarvan is, en op dit punt kan tegenbewijslevering eveneens achterwege blijven, dat de akte tussen partijen geen bewijs oplevert van door [eiseres] verleende kwijting van betaling door [gedaagde] van de koopsom.
4.5
In het licht van vorenstaande stelt [eiseres] dat [gedaagde] de koopsom ad Afl. 200.000,-- voor de koop en levering van het registergoed onbetaald heeft gelaten. Daartegenover stelt [gedaagde] dat zij die koopsom wel heeft betaald in de door partijen afgesproken zin, te weten door het doen van investeringen in het door haar in eigendom verkregen perceel (met name het opknappen van het daarop gelegen woonhuis) en door [eiseres] levenslang zonder tegenprestatie gebruik te laten maken van het op het perceel gelegen appartement. Die bevrijdende stelling van [gedaagde] heeft [eiseres] bestreden, en staat daarom niet vast. Nu [gedaagde] levering van bewijs heeft aangeboden, zal zij als na te melden in de gelegenheid worden gesteld om door middel van het doen horen van getuigen haar bevrijdende stelling te bewijzen. De zaak wordt daartoe verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting, tijdens welke maximaal 3 getuigen gehoord kunnen worden. Indien [gedaagde] meer getuigen wenst te doen horen, zal daarvoor een nadere zitting worden bepaald.
4.6 [
Gedaagde] dient uiterlijk drie werkdagen voor de zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuigen schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan [eiseres]. Indien de door [gedaagde] voor te brengen getuige(n) de Nederlandse Taal niet of onvoldoende beheerst of beheersen, dient zij zelf voor een beroepsmatig optredende tolk zorg te dragen.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-stelt [gedaagde] in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat tussen partijen is afgesproken dat betaling van de koopsom voor het perceel ad Afl. 200.000,-- door [gedaagde] aan [eiseres] mocht geschieden door het doen van investeringen door [gedaagde] in het perceel (met name het opknappen van het daarop gelegen woonhuis) en door [eiseres] levenslang zonder tegenprestatie gebruik te laten maken van het op het perceel gelegen appartement;
-verwijst de zaak daartoe naar de terechtzitting van
donderdag 10 maart 2022 om 09:00 uurin zaal B van het in Aruba te J.G. Emanstraat 51 gelegen gerechtsgebouw, tijdens welke zitting maximaal 3 getuigen kunnen worden gehoord;
-bepaalt dat [gedaagde] uiterlijk 3 werkdagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuigen schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan [eiseres];
-verleent verlof aan [eiseres] tot kosteloos procederen;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 februari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.