ECLI:NL:OGEAA:2022:161

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
8 juli 2022
Zaaknummer
K.G. nr. AUA202201038
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over spoedeisend belang en dwangsommen tussen eiseres en het Land Aruba

In deze zaak, die op 25 mei 2022 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie, een kort geding aangespannen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba. Eiseres vorderde een veroordeling van het Land tot betaling van Afl. 38.000,-- aan verbeurde dwangsommen, vermeerderd met wettelijke rente, en vergoeding van proceskosten. Het Land heeft verweer gevoerd en een reconventionele vordering ingesteld, waarin het betaling van huur voor een perceel en woning in Aruba vorderde. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 mei 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.

Het Gerecht heeft overwogen dat eiseres geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering, omdat zij onvoldoende heeft aangetoond dat een onmiddellijke voorziening noodzakelijk is. De vorderingen van eiseres zijn dan ook afgewezen. Het Gerecht heeft tevens geoordeeld dat het Land geen rechtens te respecteren spoedeisend belang heeft bij zijn reconventionele vordering, waardoor ook deze is afgewezen. Beide partijen zijn veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn vastgesteld, aangezien eiseres in persoon heeft geprocedeerd en het Land werd vertegenwoordigd door een ambtenaar.

Het vonnis benadrukt het belang van het aantonen van spoedeisend belang in kort geding procedures en de noodzaak voor partijen om hun vorderingen goed te onderbouwen. Het Gerecht heeft partijen aangemoedigd om in onderling overleg tot een oplossing te komen voor de onderlinge vorderingen.

Uitspraak

Vonnis van 25 mei 2022
Behorend bij K.G. nr. AUA202201038
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISERES IN CONVENTIE, VERWEERSTER IN RECONVENTIE],
te Aruba,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna ook te noemen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
procederend in persoon,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: mr. C.L. Geerman (DWJZ).

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties, ingediend op 19 april 2022;
-de door het Land tijdig ingediende tijdig per email naar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzonden akte houdende een reconventionele vordering;
-de door het Land tijdig ingediende tijdig per email naar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzonden producties;
-de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tijdig ingediende nadere producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van donderdag 5 mei 2022.
1.2 [
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is in persoon ter zitting verschenen, en het Land is verschenen bij zijn gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] mede aan de hand toegelaten producties, en het Land mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen. [Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geen bezwaar gemaakt tegen het instellen door het Land van een reconventionele vordering. Die vordering is mede daarom toegelaten.
1.3
De eerst in de pleitnota van het Land onder randnummer 31. neergelegde vermeerdering van reconventionele eis ter zake van aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op te leggen dwangsommen wordt niet toegelaten, omdat die eisvermeerdering ingevolge het Procesreglement uiterlijk de dag voor de zitting om 14:00 uur bekend had moeten zijn bij het Gerecht en bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], hetgeen niet het geval is gebleken.
1.4
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

2.1 [
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad het Land veroordeelt:
a. om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen Afl. 38.000,-- ten titel van (volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]) aan haar verbeurde dwangsommen, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de dag van betekening van dit vonnis aan het Land;
b. in de proceskosten.
2.2
Het Land voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzochte, en tot uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten. Subsidiair concludeert het Land in geval van toewijzing van de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot verrekening van het hiervoor onder a. vermelde bedrag met het in reconventie toe te wijzen bedrag.
in reconventie
2.3
Het Land vordert dat het Gerecht (zo het begrijpt) bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
i. [Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beveelt tot betaling aan het Land van de maandelijkse huur ad Afl. 724,-- met betrekking tot het aan het Land toebehorende perceel en de zich daarop bevindende woning gelegen in Aruba te [adres] (hierna: het perceel en/of de woning) gerekend vanaf mei 2017 tot mei 2022 (in totaal ad Afl. 43.440,--) en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorts beveelt om die maandelijkse huur vanaf mei 2022 te blijven betalen aan het Land zolang het perceel waarop die woning zich bevindt niet door het Land in erfpacht is uitgegeven aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie].
2.4 [
eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer dat strekt tot afwijzing van het door het Land verzochte.
in conventie en in reconventie
2.5
Voorzover van belang voor de uitkomst van deze procedure worden de stellingen van partijen hierna besproken

3.DE BEOORDELING

in conventie

3.1
Ter zake van de vraag of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een voor een kort geding vereist rechtens te respecteren spoedeisend belang heeft bij (toewijzing van) het door haar verzochte, zoals door haar gesteld en door het Land bestreden, wordt het volgende overwogen. Die vraag moet ingevolge het eerste lid van artikel 226 Rv bevestigend worden beantwoord indien te dezen ten behoeve van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], mede gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke geen uitstel duldende voorziening bij voorraad noodzakelijk is waardoor in redelijkheid niet van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan worden gevergd een oordeel van de bodemrechter af te wachten.
3.2 [
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij (toewijzing van) het door haar verzochte omdat zij het thans gevorderde bedrag aan beweerdelijke verdere door het Land aan haar verbeurde dwangsommen nodig heeft. Dat standpunt of die stelling levert zonder nadere doch niet gegeven uitleg geen of onvoldoende grond op voor het oordeel dat te dezen, mede gelet op de belangen van partijen, ten behoeve van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een onmiddellijke geen uitstel duldende voorziening bij voorraad noodzakelijk is.
3.3
Vorenstaande leidt op dit punt tot de slotsom dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar het oordeel van het Gerecht geen rechtens te respecteren spoedeisend belang heeft bij (toewijzing van) het door haar verzochte, althans valt in het licht van vorenstaande niet in te zien dat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] redelijkerwijs niet kan worden gevergd te dezen een oordeel van de bodemrechter af te wachten. Dat betekent reeds dat de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moeten worden afgewezen.
3.4 [
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal, als zijnde de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van het Land, tot aan deze uitspraak begroot op nihil omdat het Land in deze procedure werd vertegenwoordigd door een ambtenaar in dienst van het Land.
3.5
Geheel ten overvloede wordt nog het volgende overwogen. Het Land stelt dat het met de bij partijen genoegzaam bekende op 15 december 2021 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verleende optie tot het verkrijgen van het perceel in erfpacht heeft voldaan aan onderdeel 3.1 van dictum van het vonnis van dit Gerecht van 12 mei 2021 (hierna: het vonnis). Dat onderdeel luidt: “
beveelt het Land om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een optie te verlenen op het verkrijgen in erfpacht van het perceel [adres], uitgaande van de optievoorwaarden zoals deze op 26 augustus 2994 golden, en van een grond- onderscheidenlijk woningwaarde van Afl. 76.160,-, onderscheidenlijk nihil;”. Het Gerecht volgt het Land voorshands niet in die door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bestreden stelling, omdat nergens in bedoelde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verleende optie valt te lezen dat sprake is van een optie op het verkrijgen van het perceel in erfpacht daarbij uitgaande van (1) de optievoorwaarden zoals deze op 26 augustus 1994 golden, en (2) van een grond- onderscheidenlijk woningwaarde van Afl. 76.160,-, onderscheidenlijk nihil. Dat brengt naar het voorlopig oordeel van het Gerecht met zich dat het Land ingevolge het vonnis van dit Gerecht van 29 september 2021 naast de reeds verbeurde en aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaalde dwangsommen (in totaal ad Afl. 62.000,--) ook vanaf 15 december 2021 per dag een dwangsom verbeurt van Afl. 1.000,-- totdat het maximum aan te verbeuren dwangsommen (te weten Afl. 100.000,--) is bereikt. Aldus is het Land naar het voorshandse oordeel van het Gerecht nog Afl. 38.000,-- aan dwangsommen verschuldigd aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], zoals door haar gesteld.
in reconventie
3.6
Ter zake van de vraag of het Land een voor een kort geding vereist rechtens te respecteren spoedeisend belang heeft bij (toewijzing van) het door hem verzochte, zoals door hem gesteld, wordt het volgende overwogen. Die vraag moet ingevolge het eerste lid van artikel 226 Rv bevestigend worden beantwoord indien te dezen met betrekking tot het Land, mede gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke geen uitstel duldende voorziening bij voorraad noodzakelijk is waardoor in redelijkheid niet van het Land kan worden gevergd een oordeel van de bodemrechter af te wachten.
3.7
Het Land stelt dat zijn spoedeisend belang bij (toewijzing van) het door hem verzochte is gelegen in de omstandigheid dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een conventionele vordering heeft ingesteld tegen het Land en dat het daarom voor de hand ligt dat het Land de hiervoor omschreven reconventionele vordering tegen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daartegenover stelt, nu hij een (beweerdelijke) vordering heeft op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. Dat standpunt of die stelling van het Land levert zonder nadere doch niet gegeven uitleg eveneens geen of onvoldoende grond op voor het oordeel dat te dezen, mede gelet op de belangen van partijen, ten behoeve van het Land een onmiddellijke geen uitstel duldende voorziening bij voorraad noodzakelijk is.
3.8
Vorenstaande leidt op dit punt tot de slotsom dat het Land naar het oordeel van het Gerecht geen rechtens te respecteren spoedeisend belang heeft bij (toewijzing van) het door hem verzochte, althans valt in het licht van vorenstaande niet in te zien dat van het Land redelijkerwijs niet kan worden gevergd te dezen een oordeel van de bodemrechter af te wachten. Dat betekent reeds dat de vorderingen van het Land moeten worden afgewezen.
3.9
Het Land zal, als zijnde de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze reconventionele procedure gevallen aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], tot aan deze uitspraak begroot op nihil omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in persoon heeft geprocedeerd.
3.1
Geheel ten overvloede wordt nog het volgende overwogen. Uit het bij partijen genoegzaam bekende inmiddels onherroepelijke vonnis van dit Gerecht van 9 september 2020 in de bodemzaak met als nummer A.R. AUA201903435, op het gezag van gewijsde van welk vonnis het Land zich te dezen beroept en naar het voorshandse oordeel succesvol kan beroepen, volgt klaarblijkelijk dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] krachtens een met het Land gesloten niet op schrift gestelde huurovereenkomst vanaf 12 juni 1995 het perceel en de zich daarop bevindende woning huurt tegen een maandelijkse door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan het Land te betalen huur ad Afl. 724,--. Vast staat dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ook over de periode vanaf mei 2017 tot heden die huur onbetaald heeft gelaten. Aldus is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar het voorlopig oordeel van het Gerecht tot heden het door het Land in reconventie gevorderde bedrag ad Afl. 43.440,-- in beginsel verschuldigd.
in conventie en in reconventie
3.11
In het licht van voormelde ten overvloede gemaakte overwegingen komt het Gerecht het geraden voor dat partijen met elkaar aan tafel gaan om de over en weer aan elkaar verschuldigde bedragen met elkaar te verrekenen. Redelijkheid brengt met zich dat die bedragen tegen elkaar worden weggestreept, nu het op de weg van het Land had gelegen om veel eerder dan thans het geval een met het vonnis overeenstemmende overeenkomst tot verkrijging van het perceel in erfpacht ter ondertekening voor te leggen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] waarop de in 1994 geldende voorwaarden van toepassing worden verklaard en waarin wordt uitgegaan van een grondwaarde van Afl. 76.160,--. Door het verwijtbaar nalaten van het Land om dat te doen verblijft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] langer dan strikt noodzakelijk ten titel van huur in de woning. Aan de andere kant moet [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet klagen over beweerdelijk uitgebleven door het Land te verrichten onderhoud aan de woning, nu zij veel langer dan 5 jaren de huur daarvan onbetaald heeft gelaten. Het meerdere aan onbetaald gelaten huur dan die over de laatste vijf jaren is weliswaar verjaard, maar in het licht daarvan is aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] sprake van schuldeisersverzuim dat aan een vergoeding van vanwege het Land uitgebleven maar daarom door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beweerdelijk zelf verricht onderhoud aan de woning in de weg staat. Daar komt bij dat is gesteld noch gebleken dat een mogelijke op dit punt bestaande vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op het Land niet is verjaard.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
in conventie
- wijst af het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzochte;
- veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de conventionele proceskosten gevallen aan de zijde van het Land, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
in reconventie
- wijst af het door het Land verzochte;
- veroordeelt het Land in de reconventionele proceskosten gevallen aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], tot aan deze uitspraak eveneens begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 mei 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.