In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft de eiseres, Pelca Airport Hotel Operating Company V.B.A., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een ontruimingsverzoek van een pand dat door de gedaagde werd gehuurd voor de exploitatie van een café-restaurant of tabakswinkel. De huurovereenkomst was ontbonden op 16 maart 2022 vanwege een aanzienlijke huurachterstand van de gedaagde, die sinds augustus 2021 niet meer had betaald. Pelca vorderde dat de gedaagde het pand binnen tien dagen na betekening van het vonnis zou ontruimen en daarnaast een boete zou betalen voor elke dag dat hij in gebreke bleef. De gedaagde heeft de huurachterstand niet betwist, maar voerde verweer tegen de hoogte van de boete.
Het Gerecht oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig gebruik maakte van het pand, aangezien de huurovereenkomst op goede gronden was ontbonden. Het verzoek tot ontruiming werd toegewezen, met een termijn van twee weken voor de gedaagde om het pand te verlaten. Wat betreft de boete oordeelde het Gerecht dat de contractuele boete buitensporig was en matigde deze tot Afl. 3.500,-, met een aanvullende boete voor elke dag na de uitspraak dat de gedaagde het pand niet had ontruimd. Ook werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huurpenningen en proceskosten aan Pelca. Het vonnis werd uitgesproken op 25 mei 2022 door rechter A.H.M. van de Leur.