Uitspraak
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 10 november 2021, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 6 december 2021. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij IFA werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. A.E. Barrios.
De vordering van IFA betreft een betaling van Afl. 9.006,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 15 februari 2012, en een boeterente van 5% over niet-betaalde termijnen. Daarnaast vorderde IFA vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd tegen deze vordering.
In het vonnis van 9 februari 2022 heeft het Gerecht geoordeeld dat de hoofdsom en de nevenvorderingen van IFA, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, zullen worden toegewezen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.863,69. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door IFA verzochte is afgewezen.