ECLI:NL:OGEAA:2022:18
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over bewijslevering in aannemingsovereenkomst
In de civiele zaak tussen de naamloze vennootschap Precise Construction N.V., eiseres, en een gedaagde wonend te Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2022 een vonnis gewezen. De procedure is voortgekomen uit een geschil over de prijsafspraken die partijen hebben gemaakt bij hun overeenkomst tot aanneming van werk. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 december 2022 is gebleken dat partijen geen regeling hebben bereikt en dat er geen informatie is aangevoerd die leidt tot afwijking van het oordeel uit een eerder tussenvonnis van 24 november 2021. Het Gerecht heeft vastgesteld dat niet duidelijk is welke prijsafspraken zijn gemaakt, wat essentieel is voor de beoordeling van de aanspraak van Precise op betaling, vooral gezien het door de gedaagde ingeroepen opschortingsrecht.
Het Gerecht heeft daarom besloten om Precise toe te laten tot het leveren van getuigenbewijs om haar stelling te onderbouwen dat er voorafgaand aan de uitvoering van de overeenkomst een vaste prijs is overeengekomen. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 2 maart 2022 voor het opgeven van getuigen en verhinderdata. Het Gerecht heeft benadrukt dat na de bewijslevering niet per definitie een eindvonnis zal volgen, afhankelijk van de uitkomst van de bewijslevering en de vaststelling van een redelijke prijs voor de verrichte werkzaamheden. In afwachting van de bewijslevering is iedere verdere beslissing aangehouden.