ECLI:NL:OGEAA:2022:196
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak
Op 9 maart 2022 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers een voorlopige voorziening vroegen op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De verzoekers, allen wonend in Aruba, waren vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. M.B. Boyce. De verweerder in deze zaak was de Minister van Algemene Zaken, Innovatie, Overheidsorganisatie, Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening, die eveneens in Aruba zetelt en werd bijgestaan door de gemachtigden mr. V.M. Emerencia en mr. J.J.S. Poeran. Daarnaast was er een derde-belanghebbende, THREE RIVERS REAL ESTATE VBA, vertegenwoordigd door de advocaten mr. M.R.M. Reinkemeyer en mr. A.A. Ruiz.
Tijdens de openbare zitting, die om 8.30 uur begon, werd de zaak behandeld door rechter mr. M.E.B. de Haseth en griffier M.R. de Cuba. De verzoeken om voorlopige voorziening waren ingediend in het kader van een lopend beroep tegen beslissingen op bezwaar. Echter, het gerecht oordeelde dat de verzoeken niet-ontvankelijk moesten worden verklaard, omdat inmiddels op de beroepschriften was beslist, waardoor niet langer voldaan was aan het connexiteitsvereiste zoals neergelegd in artikel 54, eerste lid, van de Lar. De verzoeken werden afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde dag, 9 maart 2022, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.