Uitspraak
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure heeft Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert. De zaak betreft een schuldvordering van Afl. 6.616,82, vermeerderd met wettelijke rente en boeterente, alsook vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 10 november 2021, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 6 december 2021. Tijdens deze zitting zijn beide partijen verschenen en hebben zij hun standpunten toegelicht, waarbij IFA gebruik heeft gemaakt van nadere producties.
Het Gerecht heeft in zijn uitspraak van 9 februari 2022 geoordeeld dat de vordering van IFA toewijsbaar is, aangezien de gedaagde het gevorderde bedrag verschuldigd is. De nevenvorderingen van IFA, zoals de wettelijke rente en boeterente, zijn eveneens toegewezen. Echter, de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat IFA deze onvoldoende heeft onderbouwd met verificatoire stukken.
De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.795,75. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door IFA verzochte is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur in aanwezigheid van de griffier.