In de zaak van de voormalig curatrice, die in haar hoedanigheid als curator optrad, is op 18 januari 2022 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven. De curatrice, hierna te noemen [naam verweerster], is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de curandus, die verblijft in de bejaardeninstelling Huize Maristella. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 4 mei 2021, waarin [naam verweerster] de gelegenheid kreeg om zich uit te laten over de voorgenomen schadevaststelling. Ondanks deze gelegenheid heeft [naam verweerster] geen reactie gegeven en ook geen rekening en verantwoording afgelegd over het beheer van het vermogen van de curandus.
Het gerecht heeft, op basis van artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba juncto artikel 1:362 BW, de schade van de curandus vastgesteld op Afl. 47.747,09. De voormalig curatrice is aansprakelijk voor deze schade en moet het bedrag vergoeden aan de curandus, via de huidige curator, [verzoeker]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de curatrice het bedrag onmiddellijk moet betalen, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die zij zou kunnen aanwenden.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van curatoren en de noodzaak om transparant te zijn in hun financiële beheer, vooral wanneer het gaat om de belangen van kwetsbare personen zoals de curandus. De rechter, mr. E.M.D. Angela, heeft deze beslissing genomen in aanwezigheid van de griffier, wat de formaliteit en rechtsgeldigheid van de uitspraak onderstreept.