[verdachte],
geboren op [datum] 1985 in Aruba,
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2022. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. W.E.M. van Erp, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) jaren, met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen mobiele telefoon model Galaxy 02 en de onttrekking aan het verkeer van de overige in beslag genomen voorwerpen.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 en 3 ten laste gelegde. Het onder 2 en 4 ten laste gelegde wordt bekend.
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1. dat hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba aan [aangeefster], opzettelijk en met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel,
- te weten een gescheurde anus en/of
- meerdere littekens en/of
- meerdere tatoeages, heeft toegebracht
door een of meermalen zijn, verdachtes, vingers/hand/vuist met kracht in de anus van die [aangeefster] te duwen/brengen, en/of
door een of meermalen met een riem en/of rubberen slang meermalen op de billen, rug, borsten en/of ribbenkast van die [aangeefster] te slaan, en/of
- op de schaamheuvel ("[bijnaam verdachte]") en/of
- op de borsten ("[bijnaam verdachte]") en/of
- rond de tepels ("[initialen verdachte]") en/of
- achter het oor ("[bijnaam verdachte]") en/of
- tussen de borsten ("My King B") en/of
- op de schouder ("[bijnaam verdachte] my anker") en/of
- bij de anus ("[bijnaam verdachte]") en/of
- rond de anus ("[initialen verdachte]") en/of
- bij de pols ("[bijnaam verdachte] 5%) en/of
- op de ringvinger ("[initialen verdachte]") en/of
- over de (gehele) rug ("The love of my life" / "My owner [bijnaam verdachte]" / "[ initialen verdachte]") en/of
- op de linker bil ("Property of') en/of
- op de rechter bil ("King [bijnaam verdachte]"),
van die [aangeefster] aan te brengen
2. dat hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba [aangeefster], heeft mishandeld met een of meer verschillende wapens te weten:
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of
- een riem en/of rubberen slang en/of
zijnde wapens als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Wapenverordening,
door die [aangeefster] een of meermalen met die / dat
- boksbeugel tegen het (achter)hoofd en/of hand te slaan en/of
- vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het (achter)hoofd te slaan en/of
- riem en/of rubberen slang op de billen, rug, borsten en/of ribbenkast te slaan en/of
- wapenstok, tegen de hand te slaan en/of
- taser, tegen de rug te plaatsen;
3. dat hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba een of meermalen door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster], hebbende verdachte,
- een of meermalen zijn penis krachtig in de vagina en/of anus van die [aangeefster]
- een of meermalen zijn vinger(s) en/of zijn vuist/hand krachtig in de anus van die [aangeefster] geduwd/gebracht,
bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin dat verdachte:
- een of meermalen de handen en/of voeten van die [aangeefster] (met een touw en/of duct tape) achter haar rug heeft vastgebonden en/of
- een of meermalen die [aangeefster] heeft gewurgd en/of
een of meermalen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft getoond en/of de slede achteruit heeft getrokken en/of heeft doorgeladen en/of
- een of meermalen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het gezicht en/of het voorhoofd van die [aangeefster] heeft geplaatst en vervolgens (herhaaldelijk) heeft gevraagd: "of zij wenste dat hij haar neerschoot", althans woorden van soortelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een of meermalen krachtig in de wangen van die [aangeefster] heeft geknepen waardoor twee tanden eruit zijn gevallen en/of
- een of meermalen die [aangeefster] met een riem en/of rubberen slang heeft geslagen;
4. dat hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling, en/of mishandeling met gebruikmaking van een wapen, te weten een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, door
- een of meermalen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tevoorschijn te halen, de slede naar achteren te trekken en door te laden en vervolgens tegen die [aangeefster] te zeggen: "of zij wenste dat hij, verdachte, haar dood schiet", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of
- een of meermalen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het gezicht, het voorhoofd en/of het achterhoofd van die [aangeefster] te plaatsen en/of
- een of meermalen tegen die [aangeefster] dreigend te zeggen: "indien zij hem voor een andere man verlaat, hij, verdachte, [aangeefster] zal doodschieten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
1. dat hij op
een of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba aan [aangeefster], opzettelijk en met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel,
te weten:
-
te weteneen gescheurde anus en
/of
-meerdere littekens en/of
- meerdere tatoeages
,heeft toegebracht
door
een of meermalenzijn, verdachtes,
vingers/hand/vuist met kracht in de anus van die [aangeefster] te duwen
/brengen,en
/of
door een of meermalen met een riem en/of rubberen slang meermalen op de billen, rug, borsten en/of ribbenkast van die [aangeefster] te slaan, en/of
- op de schaamheuvel ("[bijnaam verdachte]") en
/of
- op de borsten ("[bijnaam verdachte]") en
/of
- rond de tepels ("[initialen verdachte]") en
/of
- achter het oor ("[bijnaam verdachte]") en
/of- tussen de borsten ("My King initialen verdachte") en
/of
- op de schouder ("[bijnaam verdachte] my anker") en
/of
- bij de anus ("[bijnaam verdachte]") en
/of
- rond de anus ("[initialen verdachte]") en
/of
- bij de pols ("[bijnaam verdachte] 5%
”) en
/of- op de ringvinger ("[initialen verdachte]") en
/of
- over de (gehele) rug ("The love of my life" / "My owner [bijnaam verdachte]" / "[initialen verdachte]") en
/of
- op de linker bil ("Property of”) en
/of
- op de rechter bil ("King [bijnaam verdachte]"),
van die [aangeefster] aan te brengen;
2. dat hij op
een of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba [aangeefster]
,heeft mishandeld met
een of meerverschillende wapens te weten:
-
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
/of
- een riem en
/ofrubberen slang en
/of
zijnde wapens als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de Wapenverordening,
door die [aangeefster] een of meermalen met die/dat
- boksbeugel tegen het
(achter
)hoofd en
/ofhand te slaan en
/of
-
vuurwapen, althans eenop een vuurwapen gelijkend voorwerp
,tegen het
(achter
)hoofd te slaan en
/of
- riem en
/ofrubberen slang op de billen, rug, borsten en
/ofribbenkast te slaan en
/of
- wapenstok, tegen de hand te slaan en
/of
- taser tegen de rug
van die[aangeefster] te plaatsen;
3. dat hij op
een of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba
een ofmeermalen door geweld
of een andere feitelijkheiden
/ofbedreiging met geweld
of een andere feitelijkheid,[aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van
een of meerhandelingen die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster], hebbende verdachte
,
-
een ofmeermalen zijn penis krachtig in de vagina en
/ofanus van die [aangeefster] geduwd/gebracht
,en
/of
- een of meermalen zijn vinger(s) en
/ofzijn vuist/hand krachtig in de anus van die [aangeefster] geduwd
/gebracht,
bestaande dat geweld
of die andere feitelijkheiden
/ofbedreiging met geweld
of die andere feitelijkheidhierin dat verdachte:
-
een ofmeermalen de handen en
/ofvoeten van die [aangeefster]
(met een touw
en/of duct tape)achter haar rug heeft vastgebonden en
/of
-
een ofmeermalen die [aangeefster] heeft gewurgd en
/of
een of meermalen
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
,heeft getoond en
/ofde slede achteruit heeft getrokken en
/ofheeft doorgeladen en
/of
- een of meermalen
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
,tegen het gezicht en
/ofhet voorhoofd van die [aangeefster] heeft geplaatst en vervolgens (herhaaldelijk) heeft gevraagd: "of zij wenste dat hij haar neerschoot"
, althans woorden van soortelijke dreigende aard en/of strekkingen
/of
-
een of meermaleneenmaalkrachtig in de wangen van die [aangeefster] heeft geknepen waardoor twee tanden eruit zijn gevallen en
/of
-
een ofmeermalen die [aangeefster] met een riem en
/ofrubberen slang heeft geslagen;
4. dat hij op
een of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 in Aruba [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of zware mishandeling, en/of mishandeling met gebruikmaking van een wapen, te weten een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,door
- een of meermalen
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
,tevoorschijn te halen, de slede naar achteren te trekken en door te laden en vervolgens tegen die [aangeefster] te zeggen: "of zij wenste dat hij, verdachte, haar dood schiet"
, althans woorden van soortgelijke dreigende aard ofstrekking en
/of
- een of meermalen
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
,tegen het gezicht, het voorhoofd en
/ofhet achterhoofd van die [aangeefster] te plaatsen en
/of
-
een ofmeermalen tegen die [aangeefster] dreigend te zeggen: "indien zij hem voor een andere man verlaat, hij, verdachte, [aangeefster] zal doodschieten"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 1 (zware mishandeling met voorbedachten rade) ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de door de verdachte geplaatste tatoeages en de door het “fisten” veroorzaakte fissuur anaal en de overige ten laste gelegde geweldshandelingen binnen het spelelement van SM-seksspelletjes met instemming van de aangeefster hebben plaatsgevonden. In dat kader ontbreekt dan ook de wederrechtelijkheid aan het handelen van de verdachte, aldus de raadsman. Voorts is er bij de fissuur anaal niet eenduidig vast te stellen of er sprake is van zwaar lichamelijk letsel, nu er geen medisch ingrijpen heeft plaatsgevonden. Ook de ten laste gelegde littekens kunnen niet als zwaar lichamelijk letsel worden aangemerkt. Van zware mishandeling met voorbedachten raden is dan ook geen sprake, aldus de raadsman.
De raadsman heeft voorts bepleit dat de verdachte van het onder 3 (verkrachting) ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat geen sprake was van dwang en dat alle gewelds- en seksuele handelingen binnen het spelelement van SM-seksspelletjes met instemming van de aangeefster hebben plaatsgevonden. Van verkrachting is dan ook geen sprake, aldus de raadsman.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster
De aangeefster heeft op 7 januari 2022, 8 januari 2022, 12 januari 2022 en 14 februari 2022 bij de politie verklaringen afgelegd. In al deze verklaringen heeft de aangeefster verklaard dat de verdachte zonder haar instemming de ten laste gelegde geweldshandelingen heeft gepleegd en dat zij gedwongen was om de ten laste gelegde seksuele handelingen te ondergaan, nu zij door de geweldshandelingen en bedreigingen zijdens de verdachte erg bang was voor de verdachte en weer zou worden mishandeld als zij niet akkoord zou gaan met de seksuele handelingen. Zij moest de regels van de verdachte opvolgen anders zou zij gestraft/mishandeld worden. Ook verklaarde zij dat zij erg bang was toen de verdachte haar met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp had bedreigd. Zij wist niet dat het een nepvuurwapen betrof.
Op 16 februari 2022 is de aangeefster teruggekomen op haar bij de politie afgelegde verklaringen, in die zin dat de ten laste gelegde gewelds- en seksuele handelingen binnen het spelelement van SM-seksspelletjes met haar instemming hebben plaatsgevonden. Voor haar andersluidende verklaringen van vóór 16 februari 2022 bij de politie heeft zij als uitleg gegeven dat zij onder druk van haar familie aangifte heeft gedaan en de betreffende verklaringen heeft afgelegd.
De vraag waarvoor het Gerecht zich gesteld ziet, is of meer waarde wordt gehecht aan de verklaringen die de aangeefster tot en met 14 februari 2022 bij de politie heeft afgelegd, dan aan de andersluidende verklaringen die zij na 14 februari 2022 bij de politie en de rechter-commissaris heeft afgelegd.
Het Gerecht beantwoordt die vraag bevestigend. De aangeefster heeft in de verschillende verhoren tot en met 14 februari 2022 gedetailleerd en consistent verklaard over de gewelds- en seksuele handelingen die de verdachte zonder haar instemming met haar zou hebben gepleegd en de opgelopen letsels. Tijdens het afleggen van haar verklaringen op 12 januari 2022 en 14 februari 2022 constateert de verbalisant dat de aangeefster zeer emotioneel werd en huilde. In al deze verhoren heeft zij gelijkluidend verklaard over haar angst voor de verdachte. Haar verklaring over haar angst voor de verdachte wordt ook ondersteund door de verklaringen van verschillende getuigen (waaronder de getuigen [getuige 1] en [getuige 2]). De verklaring van de aangeefster bij de rechter-commissaris dat zij inderdaad tegen haar familie heeft verteld dat zij bang was voor de verdachte zodat zij haar en de verdachte met rust zouden laten, is voor het Gerecht onlogisch. Juist als je aan je familie vertelt dat je bang bent voor je partner wordt je familie bezorgd en zou je willen helpen. Daarbij betrekt het Gerecht ook de emotionele toestand van de aangeefster (huilen) waarover verschillende getuigen hebben verklaard. Zo bezien is ook haar verklaring dat zij onder druk van haar familie aangifte heeft gedaan tegen de verdachte en over hem heeft gelogen ongeloofwaardig. De aangeefster heeft overigens bij de rechter-commissaris verklaard dat als de pijn te veel werd zij de verdachte vroeg om te stoppen, maar dat hij niet meteen stopte en altijd probeerde door te duwen tot waar haar pijngrens was.
Het Gerecht acht voorts de omstandigheden waaronder de aangeefster op 7 januari 2022 tot aangifte is gekomen van belang. Op 7 januari 2022 werd een patrouille gestuurd naar de woning van de aangeefster, waar zij samen met haar moeder en zoon woont, voor een man die in een auto voor de woning geparkeerd stond en een vuurwapen bij zich zou hebben. De getuige [getuige 1] (de moeder van de aangeefster) heeft aan de politie verklaard dat haar dochter haar die dag verteld heeft dat de verdachte van haar eiste om bij hem te komen en dat als zij dat niet deed, hij haar zou “kappen” en dat haar dochter toen besloot bij een kennis te gaan schuilen. De aangeefster heeft volgens die getuige ook aan haar verklaard dat de verdachte haar gezegd heeft dat hij haar dood zou schieten. De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij op 7 januari 2022 naar de woning van de aangeefster ging. Zij zag dat de aangeefster nerveus was en vroeg wat er aan de hand was. De aangeefster begon toen te beven en heeft haar toen verteld dat zij de verdachte moest gaan ontmoeten en dat de verdachte aan de aangeefster had verteld dat hij haar zou “kappen”. De getuige [getuige 3] heeft verklaard dat de aangeefster op 7 januari 2022 bij haar thuis kwam en vertelde dat zij vandaag de relatie met de verdachte zou beëindigen en dat zij voor haar leven vreesde, nu de verdachte haar had bedreigd dat hij haar in stukken zou hakken. De aangeefster heeft die dag ook aan die getuige verteld dat zij zou gaan schuilen, zodat de verdachte haar niet kon vinden. Daarna had die getuige de aangeefster gebeld en gezegd dat de verdachte voor haar huis geparkeerd stond. De aangeefster raakte toen in paniek, aldus die getuige.
De aangeefster heeft op 7 januari 2022 het volgende verklaard. Op 7 januari 2022 heeft zij aan haar nicht [getuige 2] verklaard dat zij haar relatie met de verdachte echt niet meer aan kon en dat de verdachte haar die dag had gezegd dat hij haar drie keer zou “kappen”. Zij wist toen dat hij daarmee bedoelde dat hij met zijn vuurwapen zou komen. De verdachte had haar al een keer met een vuurwapen tegen haar achterhoofd geslagen waardoor zij een kapwond opliep. Zij besloten toen om naar de woning van de partner van [getuige 2] te gaan zodat de aangeefster en haar zoon daar tijdelijk veilig konden blijven. De verdachte bleef haar bellen, maar zij nam niet op. Zij heeft nooit aangifte gedaan omdat zij bang was dat hij haar zou vermoorden. Zij heeft aan de verbalisant verschillende littekens op haar lichaam getoond.
Alles bij elkaar genomen acht het Gerecht de verklaringen van de aangeefster afgelegd na 14 februari 2022 ongeloofwaardig, dit in tegenstelling tot de verklaringen van de aangeefster die zij tot en met 14 februari 2022 bij de politie heeft afgelegd. Zij heeft verklaard dat de verdachte en haar geen overeenkomst hadden met betrekking tot de gewelds- en seksuele handelingen en dat de ten laste gelegde gewelds- en seksuele handelingen tegen haar wil hebben plaatsgevonden. Zij moest hiermee akkoord gaan omdat hij haar anders (weer) zou mishandelen. Haar verklaringen vinden steun in de overige bewijsmiddelen, in het bijzonder de verklaringen van de getuigen ten aanzien van haar emotionele toestand en angst voor de verdachte en de verklaring van de aangeefster bij de rechter-commissaris dat de verdachte niet meteen stopte als zij erom vroeg en altijd probeerde door te duwen.
De verdachte heeft de ten laste gelegde geweldshandelingen (met uitzondering van de mishandeling met een wapenstok en een taser) en bedreigingen met de dood en met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp bekend. De verdachte heeft verklaard dat de aangeefster niet wist dat het een nep vuurwapen betrof. Deze bekentenis van de verdachte is eerder te begrijpen in het licht van de aangifte van de aangeefster dan in het licht van de verklaringen over voor beide partijen vrijwillige SM-seks. Ook is gesteld noch gebleken dat de verdachte vooraf met de aangeefster had afgesproken dat hij haar zo hard in haar wangen zou knijpen dat twee tanden eruit zouden vallen.
De verklaringen van de aangeefster tot en met 14 februari 2022 vind het Gerecht dan ook betrouwbaar. Het Gerecht heeft geen enkele reden om aan deze verklaringen te twijfelen. Het instemmingsverhaal/SM-verhaal wordt als volstrekt ongeloofwaardig terzijde gesteld.
Instemming kinky seks/SM-seks
Ten overvloede zij nog het volgende overwogen.
Indien uitgegaan wordt van de stelling dat de verdachte en de aangeefster met wederzijdse instemming kinky seks/SM-seks met elkaar hebben gehad waardoor de aangeefster de ten laste gelegde letsels heeft opgelopen overweegt het Gerecht als volgt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat kinky seks vaak gepaard gaat met een vorm van geweld. Indien de aangeefster zou hebben besloten om kinky seks met de verdachte te hebben betekent dat echter niet dat zij toestemming tot (of instemming met) alles wat iemand vervolgens overkomt heeft gegeven. De toestemming of instemming brengt niet met zich mee dat alle vormen van letsel mogen worden veroorzaakt of door het slachtoffer voor lief moeten worden genomen. Ook bij toestemming en bij opgelopen letsel als gevolg van sadomasochistische handelingen moet steeds worden nagegaan en onderzocht in hoeverre de handelingen die zijn gepleegd nog op de toestemming van het slachtoffer berusten. Dit hangt samen met de vrijwilligheid waarmee het slachtoffer zich aan de situatie onderwerpt, waarbij enig letsel nu eenmaal nooit is uit te sluiten (ECLI:NL:RBZWB: 2019: 3643).
Blijkens de verklaringen van de aangeefster tot en met 14 februari 2022, in het bijzonder de passage
“Wij hadden geen enkele afspraak of overeenkomst voor wat betreft de seksuele relatie”en de verklaring van de verdachte dat hij alleen op porno sites naar straffen ging zoeken die hij aan de aangeefster zou kunnen geven, is te concluderen dat er voorafgaand aan de geweldshandelingen en seks geen concrete afspraken omtrent de gewelds- en seksuele handelingen zijn gemaakt tussen de aangeefster en de verdachte, waardoor dus nader onderzocht moet worden in hoeverre het handelen van de verdachte nog op de toestemming van de aangeefster berustte. Uit de verklaringen van de aangeefster en de verdachte blijkt dat na elke geweldshandeling telkens eerst uitgepraat moest worden, waarna zij dan seks hadden. Daaruit kan worden afgeleid dat de aangeefster na elke geweldshandeling telkens niet blij was.
Uit het dossier blijkt nergens dat de verdachte er van uit mocht gaan dat hij dusdanig geweld jegens de aangeefster mocht toepassen als hij heeft gedaan en dat deze mate van geweld haar toestemming zou hebben. De verdachte had moeten begrijpen dat het door hem uitgeoefende geweld niet kan worden geacht te vallen binnen de vorm van kinky seks indien die met instemming van de aangeefster plaatsvond. Naar het oordeel van het Gerecht is voor de gedragingen van de verdachte geen toestemming verleend voor zover dat voor deze mate van geweld al rechtens mogelijk is. De vrijheid van een individu tot zelfbeschikking is niet onbeperkt en strekt zich niet uit tot een delict als zware mishandeling.
Feit 1 zware mishandeling met voorbedachten rade
Het Gerecht acht, gelet op de verklaringen van de aangeefster bij de politie tot en met 14 februari 2022 en de verklaring bij de rechter-commissaris, de ten laste gelegde geweldshandelingen ten aanzien van de fissuur anaal en tatoeages wettig en overtuigend bewezen.
Tatoeages
De tatoeages zijn, gelet op de verklaringen van de aangeefster, niet met instemming van de aangeefster geplaatst. De aangeefster heeft bij de politie verklaard dat de verdachte constant aan haar zei dat indien zij hem een dag zou verlaten zij als een sukkel en alleen zou blijven, dat geen enkele andere man haar zal aankijken of haar lichaam zou aanraken omdat zij helemaal met zijn naam is getatoeëerd en dat zij zijn eigendom is en dat men dat ook moet weten. De aangeefster werd emotioneel, huilde en sprak met bevende stem toen zij dit aan de politie verklaarde. De getuige [getuige 4] heeft verklaard dat toen zij de aangeefster over de tatoeages aansprak zij begon te huilen. De aangeefster heeft aan die getuige verklaard dat zij de tatoeages moest laten plaatsen om haar liefde voor de verdachte te bevestigen. Bij de rechter-commissaris heeft de aangeefster verklaard dat zij het niet eens was met de eerste tatoeages en dat de verdachte boos werd toen de aangeefster tegen hem zei dat zij geen tatoeages meer wilde hebben.
De meeste tatoeages zijn aangebracht op bij uitstek gevoelige plaatsen van het menselijk lichaam en alle tatoeages zullen zonder medisch ingrijpen blijvend zijn.
De door de verdachte aangebrachte tatoeages leveren gelet hierop zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 1:200, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht op.
Fissuur anaal
Het “fisten” heeft, gelet op de verklaringen van de aangeefster bij de politie op 7 en 12 januari 2022 en bij de rechter-commissaris, niet met instemming van de aangeefster plaatsgevonden. De aangeefster heeft -samengevat- het volgende hierover verklaard. De verdachte en de aangeefster hadden anaal seks gehad. In het begin liet zij het toe omdat hij het rustig aandeed, maar met de tijd werd de verdachte ruiger. Zij zei toen tegen de verdachte dat zij niet meer ervan hield daar zij erg veel pijn van kreeg. Zij verzocht hem herhaaldelijk om hiermee te stoppen omdat het pijn deed. Hij gaf echter geen gehoor en bleef haar harder aanpakken. Het interesseerde hem niet of zij pijn kreeg. Zij houdt niet van ruwe seks. Een keer ging het bij anaal seks mis en liep zij een fissuur anaal op. Zij hadden die dag een discussie. De verdachte dacht dat zij vreemd ging. Zij moest haar kleren uittrekken en op het bed op haar buik gaan liggen. Hij had haar handen en voeten met touwen vastgebonden. Hij had eerst zijn vingers in haar anus gestoken, terwijl hij haar vragen stelde. Zij voelde ineens heel veel pijn in haar anus, waardoor zij zelfs de touwen die aan haar handen vastgebonden waren had gebroken. Zij schreeuwde en huilde van pijn en begon hevig uit haar anus te bloeden. Zij vroeg toen aan de verdachte wat hij had gedaan. Zijn hele hand was onder het bloed. Zij had toen aangenomen dat hij zijn complete hand/vuist met enorm veel kracht in haar anus had geduwd (fisting). Zij kon dit niet zien, want zij was met haar rug naar hem toe. Daarna heeft de verdachte toch seks met haar gehad. Zij kon niks zeggen, anders zou hij haar mishandelen. Zij heeft tot heden problemen bij het ontlasten. De aangeefster heeft dit incident aan verschillende getuigen verteld, waarbij zij het had over “fisting”.
De verdachte heeft onder meer het volgende verklaard. Hij bekent de aangeefster te straffen en na de straf seks met de aangeefster te hebben. Een keer ging hij op een porno site een “passende straf” voor de aangeefster zoeken. Hij zag toen dat men bij anaal seks gebruik kan maken van de vuist. Hij heeft die dag toen vier vingers in de anus van de aangeefster gestopt. Hierna ging het mis.
De door het “fisten” veroorzaakte fissuur anaal (grote scheur anus tot aan de sphincters) levert, gelet op de medische rapporten hierover en de verklaring van de aangeefster dat zij nog steeds last heeft met ontlasting, naar gewoon spraakgebruik zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 1:200, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht op.
Littekens
Met de verdediging is het Gerecht van oordeel dat ten aanzien van de “littekens” op het lichaam van de aangeefster onvoldoende informatie voorhanden is om te kunnen spreken van zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 1:200, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Onder andere kan uit het dossier en de foto’s ten aanzien van de littekens niet worden afgeleid of deze littekens zonder medisch ingrijpen blijvend zijn. Daarom zal het Gerecht de verdachte vrijspreken van dit deel van de tenlastelegging.
Feit 3 verkrachting
Het Gerecht acht, gelet op de verklaringen van de aangeefster, wettig en overtuigend bewezen dat de aangeefster door de geweldshandelingen en bedreigingen is gedwongen tot het ondergaan van de ten laste gelegde seksuele handelingen.
De verdachte heeft de ten laste gelegde geweldshandelingen en bedreigingen bekend en verklaard na die handelingen seks met de aangeefster te hebben gehad.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:276, eerste lid, juncto artikel 2:275, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
2. Mishandeling met gebruikmaking van wapenen, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:273, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
3. Verkrachting, meermalen gepleegd,
strafbaar geteld bij artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
4. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:255, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Met betrekking tot de ernst van het bewezen verklaarde wordt het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in de periode van 1 april 2021 tot en met 6 januari 2022 meermalen op lugubere wijze schuldig gemaakt aan verkrachting. Er is hierbij buitensporig veel geweld uitgeoefend op de aangeefster, waarbij zij fors letsel heeft opgelopen. De verdachte heeft de aangeefster gedwongen om verschillende ingrijpende en zeer vernederende seksuele handelingen te dulden. Hij heeft door zijn handelen op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de aangeefster en de belangen van de aangeefster ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn seksuele behoeften. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort feiten nog jarenlang last kunnen hebben van de psychische gevolgen daarvan.
Bij de bepaling van de straf dient aansluiting te worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarbij is in de oriëntatiepunten ten aanzien van zedendelicten aangegeven dat excessief geweld, meermalen gepleegd, lange duur, bijzonder bedreigende of vernederende setting (door bijvoorbeeld anale penetratie) strafverhogend zijn.
De verdachte heeft zich naast verkrachting ook meermalen schuldig gemaakt aan zware mishandeling, mishandeling met een wapen en bedreiging met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en met de dood jegens de aangeefster. De verdachte heeft over een periode van ruim negen maanden buitensporig veel geweld uitgeoefend op de aangeefster. Door op deze manier te handelen heeft de verdachte pijn maar ook angstgevoelens bij het slachtoffer teweeggebracht. Hij heeft voor haar een situatie gecreëerd waardoor zij zich niet meer veilig kon voelen. Dit wordt verdachte zwaar aangerekend.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de strafoplegging heeft het Gerecht acht geslagen op de justitiële documentatie betreffende de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke strafbare feiten.
Het Gerecht houdt voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze blijken uit het over hem uitgebrachte rapport van de psycholoog drs. M. Boekhoudt d.d. 26 juni 2022.
In het psychologisch rapport staat het volgende betreffende de verdachte. De verdachte wordt gediagnosticeerd met een parafiele stoornis. De delicten kunnen niet los worden gezien van de parafiele stoornis. Hij is een seksuele sadist en voelt seksuele opwinding als hij de ander kan domineren, controleren, pijn kan doen en psychische leed kan veroorzaken. Hij kan fors over de grens van de ander gaan. Als de ander de grens niet goed of duidelijk aangeeft, kan zijn agressie en achterdocht extreme vormen aannemen. Er zijn geen aanwijzingen voor een ontwikkelingsstoornis of persoonlijkheidsstoornis. Onderzochte beschikt over voldoende intellectuele vaardigheden om het verschil te kunnen zien tussen goed en fout en te beseffen wat wel en niet toelaatbaar is in de maatschappij. De psycholoog acht de verdachte volledig toerekeningsvatbaar. De kans op recidive op de lange termijn wordt als matig tot hoog ingeschat.
Het Gerecht neemt deze conclusies over en maakt deze tot de zijne.
De verdachte is deze zaak stug blijven ontkennen dat de gewelds- en seksuele handelingen zonder instemming van de aangeefster hebben plaatsgevonden. Deze proceshouding geeft er geen blijk van dat hij inmiddels doordrongen is van de laakbaarheid van zijn gedrag. Het Gerecht acht dit met het oog op de toekomst zorgelijk.
Alles afwegende acht het Gerecht een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Verbeurdverklaring
De touwen, rubberen slangen, mobiele telefoon model Galaxy A02, boksbeugels en de kladblaadjes met seksuele verhalen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren immers toe aan de verdachte en met hulp daarvan is het bewezen verklaarde onder 2 en 3 begaan of voorbereid. Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.
Onttrekking aan het verkeer
De airsoftpistolen en het luchtdrukpistool zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Met behulp van de voorwerpen is het onder 3 en 4 bewezen verklaarde begaan of zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane feiten aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten. De voorwerpen zijn zodanig van aard dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Het Gerecht zal de voorwerpen daarom onttrekken aan het verkeer.
Teruggave aan de verdachte
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de overige in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Daarom zal de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:67, 1:68, 1:74, 1:75, 1:76 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.