ECLI:NL:OGEAA:2022:316

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
AUA202201570
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot teruggave griffierecht na verlening verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de verzoekster, van Colombiaanse nationaliteit, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). In oktober 2021 is aan verzoekster een voorlopige toelating tot Aruba (VTA) verleend. Op 30 mei 2022 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin zij verzocht om teruggave van het betaalde griffierecht. Dit verzoek volgde nadat de gemachtigde van verzoekster op 15 juni 2022 had bericht dat verweerder de verzochte verblijfsvergunning had verleend.

De rechter heeft overwogen dat, nu verweerder alsnog de vergunning tot tijdelijk verblijf heeft verleend, er aanleiding is voor de teruggave van het griffierecht. De beslissing is genomen op 7 september 2022, waarbij de rechter gelastte de teruggave van het door verzoekster gestorte griffierecht van Afl. 25,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 7 september 2022
Lar nr. AUA202201570

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[Verzoekster],

van Colombiaanse nationaliteit,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

MINISTER VAN ARBEID, INTEGRATIE EN ENERGIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Aan verzoekster is in oktober 2021 een voorlopige toelating tot Aruba (VTA) verleend.
Op 30 mei 2022 heeft verzoekster bij dit gerecht een verzoekschrift in de zin van artikel 54 van de Lar ingediend.
Bij e-mailbericht van 15 juni 2022 heeft de gemachtigde van verzoekster het gerecht bericht, dat verweerder aan verzoekster de verzochte verblijfsvergunning heeft verleend, en dat hij thans slechts om teruggave van het betaalde griffierecht verzoekt.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. In dit geval is gebleken dat verweerder alsnog aan verzoekster de verzochte vergunning tot tijdelijk verblijf heeft verleend.
2. Onder deze omstandigheden bestaat aanleiding voor teruggave van het griffierecht, zoals door verzoekster verzocht (artikel 50, gelezen in verbinding met artikel 30, tweede lid, van de Lar).
3. Beslist wordt dan ook als volgt.

DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- gelast de teruggave van het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 september 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.