ECLI:NL:OGEAA:2022:319

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
AUA202102818
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure tussen PEPIA EST N.V. en ALBOJAPA ENTERPRISES VBA h.o.d.n. ALTAMAR RESTAURANT N.V. over schuldvordering en buitengerechtelijke incassokosten

In deze civiele procedure, aangespannen door PEPIA EST N.V. tegen ALBOJAPA ENTERPRISES VBA h.o.d.n. ALTAMAR RESTAURANT N.V., heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 juni 2022 uitspraak gedaan. De eiseres, PEPIA EST N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, vorderde een bedrag van Afl. 67.293,01 van de gedaagde, ALBOJAPA ENTERPRISES, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E. Barrios, met wettelijke rente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De procedure volgde op een tussenvonnis van 30 maart 2022, waarin een comparitie was gelast die op verzoek van de eiseres niet doorging.

De gedaagde erkende de hoofdsom, maar betwistte de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling de eerdere overwegingen uit het tussenvonnis bevestigd en de vordering van PEPIA toegewezen, met uitzondering van de nevenvordering voor buitengerechtelijke incassokosten. Het Gerecht heeft ALBOJAPA veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van PEPIA begroot op Afl. 2.480,65.

De uitspraak is gedaan in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met afwijzing van andere door PEPIA verzochte vorderingen. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de gedaagde in civiele procedures en de mogelijkheid van het Gerecht om kosten toe te wijzen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

Vonnis van 15 juni 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202102818
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
PEPIA EST N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Pepia,
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALBOJAPA ENTERPRISES VBA h.o.d.n. ALTAMAR RESTAURANT N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Altamar,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 30 maart 2022 blijkt uit het tussenvonnis van dit gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie zou plaatsvinden op donderdag 28 april 2022. Die comparitie heeft op verzoek van Pepia van 26 maart 2022 (en onder gelijktijdige intrekking van de door haar gevorderde (beweerdelijke) contractuele rente ad 1,5% maandelijks over de hoofdsom) en met instemming van Altamar geen doorgang gevonden, waarna de zaak voor vonnis is verwezen naar de rol.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.HET GESCHIL

2.1
Na vermindering van eis verzoekt Pepia dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Altamar veroordeelt:
a. om aan Pepia te betalen Afl. 67.293,01, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 28 juni 2021, althans vanaf 29 september 2021, en met 15% aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
b. in de proceskosten.
2.2
Altamar voert verweer. Altamar erkent dat zij het in hoofdsom gevorderde bedrag verschuldigd is aan Pepia, maar stelt dat zij geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is aan Pepia.
2.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Uit het tussenvonnis volgt dat de hiervoor onder a. omschreven vordering zal worden toegewezen als na te melden, behoudens de nevenvordering ter zake van vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
3.3
Altamar zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Pepia, tot aan deze uitspraak begroot op (750,-- + 230,65 =) Afl. 980,65 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt van tarief 6, ad Afl. 1.500,-- per punt).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt Altamar om aan Pepia te betalen Afl. 67.293,01, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 28 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt Altamar in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Pepia, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.480,65;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders door Pepia verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 juni 2022 in aanwezigheid van de griffier.